Afwijzen loonbod van 5% door kabinet is gemiste kans

Afwijzen loonbod van 5% door kabinet is gemiste kans image
Door 'RNW'
21 sep 2022

Vijf procent loonsverhoging in ruil voor het afzien van verdere lastenverzwaring voor het bedrijfsleven. Het had de geschiedenis in kunnen gaan als een uniek akkoord, maar het kabinet ging er niet op in. Een gemiste kans.

Op Prinsjesdag bracht het kabinet de begroting voor volgend jaar naar buiten en werden de details bekend over de wijze waarop het kabinet huishoudens (deels) wil compenseren voor de uit de hand gelopen inflatie. De mediane koopkracht stijgt in 2023 met 3,9%, na een historische daling van 6,8% dit jaar. Het stevige pakket aan maatregelen zou zo’n 17 miljard euro moeten kosten, waar nog eens enkele miljarden bijkomen door de waarschijnlijke invoering van een prijsplafond voor gas en licht.

Grote verschillen tussen inkomensgroepen

Het kabinet compenseert het koopkrachtverlies dus voor een stevig deel, maar niet volledig. De verschillen tussen de diverse inkomensgroepen zijn overigens groot - waarbij het opvalt dat het centrumrechtse kabinet de achteruitgang voor de laagste inkomens in 2023 meer dan volledig goedmaakt, terwijl er voor de hoogste inkomens per saldo een forse min overblijft.

Uniek voorstel

Het kabinet wil graag dat werkgevers het resterende deel van het inmiddels opgelopen koopkrachtverlies compenseren door de lonen harder te laten stijgen. Werkgevers zijn daartoe bereid, zo onthulde De Telegraaf vorige week. Het bedrijfsleven heeft een cao-loonsverhoging van 5% aangeboden, op voorwaarde dat er geen nieuwe lastenverzwaring zou worden opgelegd. Door de koopkrachtmaatregelen deels te financieren met een verhoging van de winstbelasting, heeft het kabinet de kans op een polderakkoord echter om zeep geholpen. Ook werkgevers kunnen hun geld maar één keer uitgeven. Ofwel aan een hogere loonstijging, ófwel aan het betalen van extra belasting. Ze trokken hun aanbod dus in.

Per saldo is het afwijzen van het aanbod van de werkgevers in mijn ogen een gemiste kans.

Het is gissen naar de overwegingen bij het kabinet om niet in te gaan op het voorstel van de werkgevers, maar ik kan me voorstellen dat ze aan de verhoging van de winstbelasting vasthouden omdat het begrotingstekort anders nog te dicht in de buurt komt van de 3%. Met de nieuwste koopkrachtmaatregelen komt het tekort al uit op 2,6% en in het kader van de discussie in Brussel over hervorming van de begrotingsregels zal het kabinet het ‘goede’ voorbeeld willen geven en daarom niet het risico willen lopen om door de 3% heen te schieten.

Verantwoord 

Een cao-loonsverhoging van 5% per jaar komt ook overeen met de ruimte die mijn collega Marcel Klok en ik in ons vorige week verschenen Prinsjesdagrapport als economisch verantwoord bestempelen voor 2022 en 2023. Wij komen tot een ruimte van 5% door twee dingen bij elkaar op te tellen. Ten eerste de arbeidsproductiviteitsstijging oftewel de stijging van de hoeveelheid werk die werknemers per uur ophoesten. Ten tweede de gemiddelde stijging van de toegevoegde waarde voor in Nederland gemaakte spullen en geleverde diensten.

De reden dat juist deze twee factoren de bedrijfseconomische ruimte bepalen is simpelweg dat als de arbeidsproductiviteit stijgt de lonen evenveel kunnen stijgen zonder dat de winstmarge van bedrijven wordt aangetast. Immers tegenover de hogere loonkosten per werknemer staat dat die werknemers evenredig meer produceren. Hetzelfde geldt voor de toegevoegde waarde. Als die stijgt kunnen de (loon)kosten evenveel stijgen zonder dat de winstmarge uitgehold wordt. 

De gedachte achter deze, ook door de vakbeweging geraadpleegde, indicatie van de aanwezige ‘economische ruimte’ voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden, is dat de winstmarges niet mogen dalen, in ieder geval niet zoveel dat het voor ondernemers niet meer opweegt tegen de risico’s die met investeringen gepaard gaan.

Dit gebeurde in Nederland in de jaren zeventig toen de loonkosten scherp stegen. Dat leidde tot stagnatie van de bedrijfsinvesteringen met als gevolg een inzakkende economie en massale werkloosheid. In het akkoord van Wassenaar uit 1982 werd loonkostenmatiging afgesproken met investerings- en werkgelegenheidsherstel tot gevolg.

Rol vakbonden

Alhoewel vakbonden bij de huidige krapte op de arbeidsmarkt een goede positie hebben om hogere loonstijgingen binnen te halen, bedraagt de gemiddelde loonstijging tot nu toe ‘slechts’ 3,3%%. Voor het resterende kwart van de cao’s die vernieuwd moeten worden in 2022, betekent dit dat de loonstijging in die cao’s gemiddeld op 10% moet uitkomen om het jaargemiddelde op de 5% uit te laten komen die de werkgever aangeboden hebben. Ik zie dat niet gebeuren.

Dus, alhoewel er bedrijfseconomisch ruimte is voor een stijging van de cao-lonen met gemiddeld 5%, verwacht ik dat het niet binnengehaald zal worden via de cao-onderhandelingen. Met andere woorden, ingaan op het loonbod van de werkgevers zou voor werknemers hoogstwaarschijnlijk meer loonstijging hebben opgeleverd dan via het op zijn beloop laten van de cao-onderhandelingen.  

Slot

Het kabinet zou, als ze had afgezien van verhoging van de winstbelasting, op korte termijn minder geld in kas hebben gehad, maar met de stimulans die van een lagere winstbelasting uitgaat op de economisch groei zouden de inkomsten op termijn juist weer toenemen. Ook zou het ingaan op het voorstel van de werkgevers ervoor zorgen dat de druk op het kabinet om in de toekomst nog meer te doen afnemen. Een deel van de kabinetsmaatregelen, zoals accijnsverlaging, zijn immers tijdelijk. Cao-loonsverhogingen hebben, als ze niet meer dan volledig vertaald worden in hogere prijzen, een structureel effect op de koopkracht. Nu is de kans groot dat als de tijdelijke maatregelen aflopen het kabinet weer onder druk komt om nieuwe maatregelen te treffen.

Per saldo is het afwijzen van het aanbod van de werkgevers in mijn ogen dan ook een gemiste kans.

Raoul Leering schrijft deze column op persoonlijke titel. De columns zijn op geen enkele wijze bedoeld als beleggingsadvies. Deze bijdrage verscheen reeds in De Financiële Telegraaf.

Te citeren als

Raoul Leering, “Afwijzen loonbod van 5% door kabinet is gemiste kans”, Me Judice, 21 september 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Door 'RNW'

Ontvang updates via e-mail