Verantwoord leiderschap
Tijdens het recente World Economic Forum waren enkele uitdagende stellingen
te horen. “Groei zal niet duurzaam zijn, als deze niet inclusief is”, of
“Mondiale ondernemingen dienen zich aan te sluiten bij een
multi-stakeholder benadering om zaken te doen” en “Meer dan 60% van de
werkgelegenheid en 30% van de activiteiten kunnen worden geautomatiseerd.
In het licht van de snelle technologische veranderingen kunnen we niet
terugvallen op de overheid om mensen te herscholen; bedrijven zullen het
heft in handen moeten nemen.”
Wat deze uitspraken zo prikkelend maakt is dat ze niet afkomstig zijn van
overheden, maatschappelijke instellingen of academici. IMF-directeur
Christine Lagarde spoorde aan tot herverdeling, terwijl McKinsey’s Managing
Partner Dominic Barton, bedrijfsleiders opriep tot actie als gevolg van de
verdwijnende lager geschoolde arbeid. Philips CEO Frans van Houten sprak
over ‘verantwoord leiderschap’ en moedigde bedrijfsleiders en investeerders
aan de
Compact for Responsible Business Leadership
te ondertekenen. Inmiddels hebben al meer dan 100 bedrijven dit gedaan,
waaronder Nestlé, Unilever, Bank of America, Total en Philips. Zij nemen
daarbij de UN Global Goals for Sustainable Development – kortweg ook wel
Sustainable Development Goals of SDGs genoemd – als richtsnoer voor het
handelen.
Door de Compact te ondertekenen delen ondernemingen “de overtuiging dat de
samenleving het best wordt gediend door bedrijven die hun doelstellingen
afstemmen op de langetermijndoelstellingen van de samenleving”. Voor zover
kortetermijn financiële overwegingen een rol spelen, mogen deze niet
afleiden van het streven naar langetermijn economische welvaart en
maatschappelijk welzijn. Het commitment van de ondernemingen is een
belangrijke stap in het aanpakken van talrijke maatschappelijke problemen.
Een meer sociale economie
De eerste tekenen van een meer sociale economie werden tijdens het forum
zichtbaar. Dan gaat het niet alleen om de inspirerende verhalen van
ondernemers zoals Hamdi Ulukaya, een Koerdische zakenman die in de VS een
yoghurt imperium opbouwde, of Tom Szaky, die een ‘totaalconcept’ heeft
ontwikkeld op gebied van recycling. Wat het Forum zo boeiend maakte is dat
ook multinationale ondernemingen geïnspireerd zijn geraakt door de verhalen
van de entrepreneurs. Philips vormt een goed voorbeeld. De onderneming
heeft een nieuw type gezondheidscentrum ontwikkeld in Kenia, een
Community Life Centre (CLC)
. De kern van het concept is dat de toegang tot primaire gezondheidszorg
wordt versterkt en wordt verbonden met de levering van (zonne-)energie en
schoon drinkwater. Van Houten gaf aan in samenwerking met overheden en
maatschappelijke organisaties te werken aan het ontwikkelen van 1000 centra
in Afrika. Maatschappelijke behoeften en commerciële mogelijkheden worden
bij elkaar gebracht en ontwikkeld op een wijze dat de samenleving en de
onderneming er beide beter van worden.
Lacune in de Compact
Het voorbeeld wijst tegelijkertijd op een lacune in de Compact. Dat begint
al bij de naam. Een compact is een verdrag of een overeenkomst. Wie de
Compact goed leest ziet dat het meer een ‘verklaring’ is – een ‘statement’
of een ‘declaration’. De onderneming deelt haar visie en haar leider
committeert zich om een meer verantwoord bestuur te bevorderen gericht op
de langetermijndoelstellingen van de samenleving – wat die ook mogen zijn.
Wie evenwel spreekt over een verdrag of een overeenkomst dient aan te geven
wie de verdragspartner is of de tegenpartij in de overeenkomst. Die is er
dus niet. De Compact richt zich tot bestuursvoorzitters en commissarissen
van ondernemingen en tot investeerders. Het document roept hen op tot het
ontwikkelen van een bestuurlijk kader waarin de belangen van de samenleving
beter kunnen worden behartigd.
Wie evenwel spreekt over een verdrag of een overeenkomst dient aan te geven wie de verdragspartner is of de tegenpartij in de overeenkomst.
De vraag die opkomt is of bij het ontwikkelen van dit kader representanten
van de samenleving niet ook direct betrokken moeten zijn? Ondernemingen
spreken in de Compact wel over de langetermijndoelstellingen van de
samenleving waaraan zij willen bijdragen, maar niet met de
vertegenwoordiger(s) van die samenleving. Wie zou als medeondertekenaar aan
tafel moeten zitten? De Compact blijft het antwoord schuldig. Tegen de
achtergrond van de door Philips ontwikkelde CLC’s is dat verrassend. Het is
precies deze samenwerking met overheden en maatschappelijke organisaties
die maakt dat Philips haar CLC-concept succesvol kan ontwikkelen in Afrika.
De invulling van een Sustainable Development Goal
Een tweede aspect dat nader aandacht behoeft is de verwijzing naar de SDGs.
Deze doelstellingen werden in september 2015 vastgesteld in de Algemene
Vergadering van de Verenigde Naties. Ze committeren in de eerste plaats de
lidstaten die zich verplichten de 17 doelstellingen nader in te vullen met
concreet beleid en concrete acties. Het is mooi dat ook het bedrijfsleven
de SDGs als uitgangspunt neemt. De vraag is dan wel of het implementeren
van de doelstellingen vanuit het perspectief van een onderneming altijd
synchroon loopt met dat van de samenleving die als begunstigde wordt
gezien.
Neem Bridge International Academies. De onderneming biedt primair onderwijs
aan in Kenia en Oeganda. Inmiddels overweegt de Liberiaanse overheid haar
primaire onderwijs uit te besteden aan Bridge. Op welhaast Tayloristische
wijze worden scholieren onderwezen door instructeurs die nauwkeurig hun
eigen instructies volgen. Die bestaan uit het volgen van lesplannen die van
minuut tot minuut zijn beschreven. De onderneming leidt momenteel rond
150.000 scholieren op voor een bedrag van ongeveer 6 dollar per maand. Op
het eerste gezicht draagt het onderwijs direct bij aan het realiseren van
SDG-doelstelling 4. Deze doelstelling beoogt gelijke toegang tot
kwaliteitsvol onderwijs te bevorderen en levenslang leren voor iedereen.
Dat zou ook kunnen worden afgeleid uit de resultaten die Bridge
International Academies behaalt. Vergelijkend onderzoek wijst uit dat
Bridge scholieren op het onderdeel lezen 32 procent betere resultaten halen
en op het onderdeel rekenen 13 procent. In een publieke onderwijsomgeving
waar leerkrachten regelmatig afwezig zijn en de effectiviteit van het
onderwijs wordt bekritiseerd, vormt de nieuwkomer op de markt een duidelijk
bedreiging. De reacties van organisaties van leerkrachten, zoals Education
International en de Kenyan National Union of Teachers, bleven dan ook niet
uit. Zij verwijten de instructeurs een gebrek aan inhoudelijke en
didactische opleiding. Ook wordt Bridge beticht van een inadequate en
onveilige inrichting van de leslokalen.
De Keniaanse overheid, mede daartoe aangezet door de vakbonden van leraren,
eist inmiddels dat tenminste de helft van het lerarenkorps van alle
publieke en private scholen in Kenia lesbevoegd moet zijn en overeenkomstig
worden beloond. In Oeganda worden de 63 scholen met sluiting bedreigd als
gevolg van achterblijvende hygiëne. Als deze voornemens wordt doorgezet
betekent dat het einde van het huidige business model van Bridge. Het
break-even punt ligt momenteel rond de 500.000 scholieren, maar zal na
invoering van de maatregelen aanzienlijk hoger uitvallen. Tevens leidt het
tot een significante reductie in de keuzemogelijkheden van gezinnen, waar
de leden moeten rondkomen van zo’n 2 dollar per dag.
Naar een echte compact
Het is zonder meer toe te juichen dat bedrijfsleiders en investeerders
spreken over het behartigen van de lange-termijn doelstellingen van de
samenleving. Tegelijkertijd wijzen de voorbeelden van de Philips CLCs en
Bridge International Academies uit dat deze langetermijndoelstellingen
alleen in goede afstemming tussen alle betrokkenen kunnen worden
gerealiseerd. De Compact duidt op een bereidheid van ondernemingen zich in
te zetten voor de belangen van de samenleving. Het zou nog beter zijn
geweest als de Compact had aangegeven overheden en maatschappelijke
organisaties actief te betrekken bij het realiseren van de
langetermijndoelstellingen van de samenleving. Dit vraagt om de
ontwikkeling van een inclusieve Compact 2.0, waarin de actieve samenwerking
centraal staat tussen bedrijfsleven, investeerders, overheden en relevante
maatschappelijke organisaties. Gezamenlijk dienen zij zich te richten op
het versterken van de creatie van maatschappelijke en langetermijn
economische meerwaarde, een faire verdeling van de lusten en lasten van
economische groei en een inclusieve besluitvorming waarin de beoogde
begunstigden van deze groei een stem hebben. Pas dan is sprake van een
echte Compact.
Te citeren als
Harry Hummels, “Bedrijfsleven zet zich in voor verantwoord leiderschap: een les uit Davos”,
Me Judice,
25 januari 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘world-economic-forum’ van Ministério da Indústria, (CC BY-SA 2.0).