De eerste divisie: seizoen 2013/14
In Tabel 1 wordt een overzicht gegeven van de eindklassering, de begroting en het aantal behaalde punten. De begrotingen lopen nogal uiteen. Waar Willem II
en Sparta in totaal ruim 5,5 miljoen euro te besteden hadden, moest Achilles ‘29 – gepromoveerd uit de topklasse – het met ruim één miljoen euro doen. In
onze terugblik op het eredivisieseizoen 2013/14 hebben we laten zien dat er een duidelijk verband is tussen eindklassering en begroting (Van Ours en Van
Tuijl, 2014). Ook voor de eerste divisie bestaat een dergelijk verband, zoals weergegeven in figuur 1.
Figuur 1: Relatie tussen begroting eerste divisie clubs en aantal punten, seizoen 2013/2014

Noot In deze figuur zijn Jong-Ajax, Jong-Twente en Jong-PSV buiten beschouwing gelaten. Leeswijzer: Sparta Rotterdam heeft de hoogste begroting en is op de 16e plaats geëindigd. FC Dordrecht heeft de 13e begroting en is op de tweede plaats geëindigd.
De clubs onder de diagonaal doen het beter dan op grond van hun begroting mocht worden verwacht, de clubs erboven slechter. FC Dordrecht, Excelsior en FC
Eindhoven doen het duidelijk beter dan op basis van hun budget mocht worden verwacht. Sparta Rotterdam heeft het zeer slecht gedaan in de reguliere
competitie. Gegeven de begroting had deze club veel meer punten moeten halen.
Met de hoogste begroting is Sparta Rotterdam op de zestiende plaats geëindigd (zie tabel 1). Ook via de nacompetitie is de ploeg niet gepromoveerd. Gegeven het budget is dit een fikse tegenvaller. In de finales van de nacompetitie stuitte Sparta Rotterdam op FC Dordrecht. De begroting van deze laatste club bedraagt minder dan de helft van het budget van Sparta Rotterdam. Verrassend was ook Excelsior. Met een begroting van minder dan drie miljoen euro wist deze club toch RKC Waalwijk te verslaan. De Brabanders hebben een veel hoger budget, namelijk circa vijf miljoen euro.
Tabel 1: Resultaten eerste divisie, seizoen 2013-2014

Bron: wikipedia (Nederlandse versie; geraadpleegd 13 mei 2014)
Kweekvijver
Uiteraard is de eerste divisie onderdeel van de promotie-degradatie piramide, zoals die door de mondiale voetbalbond FIFA verplicht is gesteld. De eerste
divisie vervult echter ook de functie van kweekvijver voor de eredivisie. Deze functie vormt een belangrijke prikkel voor de rijkere eredivisieclubs om de
armere clubs uit de eerste divisie te subsidiëren, vooral uit de opbrengst van de televisierechten. Deze inkomensoverdracht is cruciaal voor de toch al
beperkte financiële mogelijkheden in de eerste divisie. Maakt de eerste divisie deze rol van kweekvijver waar? Om deze vraag te beantwoorden, hebben we de
herkomst onderzocht van de voetballers die in het seizoen 2013-14 in de eredivisie daadwerkelijk speelminuten hebben gemaakt. Hierbij hebben we een
onderscheid gemaakt tussen de volgende categorieën van herkomst, waarbij het criterium de laatste ‘werkgever’ was voordat men bij de huidige eredivisieclub
‘in dienst’ trad:
- een andere club uit de eredivisie;
- een club uit de eerste divisie;
- de ‘eigen’ jeugd;
- een club uit het buitenland;
- overig: een andere Nederlandse of een buitenlandse jeugdopleiding, huur, transfervrij of zonder club.
Vijftien spelers zijn in alle wedstrijden van de partij geweest, onder wie de doellieden Esteban (AZ), Kurto (Roda JC), Marsman (FC Twente), Ten Rouwelaar
(NAC Breda) en Velthuizen (Vitesse). Maar er zijn ook 19 spelers die slechts één wedstrijd hebben gespeeld, onder wie doelman Graafland (Feyenoord).
[1]
Het overzicht van de herkomst geven we in tabel 2.
Tabel 2: Herkomst eredivisiespelers

Bron: www.vi.nl (geraadpleegd 13 mei 2014)
Van de 420 spelers die het afgelopen seizoen actief waren, waren er 117 afkomstig van een andere club
uit de eredivisie, 38 van een club uit de eerste divisie, 80 uit de eigen jeugdopleiding, 98 uit het buitenland en 87 uit de categorie ‘overig’. Tussen
clubs zijn er tamelijk grote verschillen. Heracles Almelo en Roda JC hebben beide 11 spelers van andere eredivisieclubs overgenomen, tegenover SC Cambuur
slechts drie. Geen enkele club uit de top-drie (Ajax, Feyenoord, FC Twente) heeft een speler aangetrokken uit de eerste divisie, terwijl PEC Zwolle zeven
spelers uit de eerste divisie overnam. Eigen jeugdspelers waren belangrijk voor Ajax (9), Feyenoord (8) en FC Utrecht (9), maar onbelangrijk voor Go Ahead
Eagles (0). NEC stelde het hoogste aantal uit het buitenland aangetrokken spelers op (11), tegenover Go Ahead Eagles het geringste aantal (0). In de
categorie ‘overig’ vallen FC Utrecht en Go Ahead Eagles op, beide met 11 spelers. Bij Go Ahead Eagles ging het vooral om gehuurde spelers (6), bij FC
Utrecht om spelers uit andere jeugdopleidingen (6).
Zo op het eerste gezicht is de eerste divisie met 38 spelers – minder dan tien procent! – onbelangrijk. Kijken we echter naar eredivisiespelers met een
verleden in de eerste divisie dan verandert dit beeld. Het blijkt dat 139 eredivisiespelers een verleden in de eerste divisie hebben: nagenoeg één op de
drie spelers! De selecties van PEC Zwolle en SC Cambuur (18) bestaan hoofdzakelijk uit spelers met een verleden in de eerste divisie, maar ook in de
top-drie speelt een dozijn spelers dat ooit een niveau lager speelde. Al met al een mooie kweekvijver.
Kikkerbad
Jong Ajax, Jong PSV en Jong FC Twente hebben voor het afgelopen seizoen voor het eerst meegedraaid in de eerste divisie. Qua eindklassering maakten ze geen
sterke indruk met achtereenvolgens een veertiende, een tiende en een zeventiende positie. Het motief voor deze uitbreiding van de eerste divisie was
drieledig. Allereerst wilden de clubs uit de eerste divisie het aantal thuiswedstrijden op een adequaat niveau brengen, nadat AGOVV en Veendam in 2013 door
faillissementen waren weggevallen. De onderneming die de uitzendrechten exploiteert wilde een aantrekkelijkere competitie voor de kijkers. Ten slotte
wilden de topclubs een betere ontwikkeling van hun talenten mogelijk maken dan in de lusteloze competitie voor beloften op maandagavond. De evaluatie is
voorlopig wisselend. Het aantal thuiswedstrijden per eerste divisie club is uiteraard toegenomen, en de ontwikkeling van talenten wordt vooralsnog positief
beoordeeld door bijv. Marcel Brands, de technisch directeur van PSV. Feyenoord heeft daarom ondertussen ook interesse getoond. Het aantal televisiekijkers
was echter – achter de decoder – vaak schrikbarend laag. Ook de belangstelling voor de thuiswedstrijden van beloftenteams in de stadions was niet al te
groot. Invloed op de competitie hadden de ‘jongeren’ wel degelijk. Het zou ook vreemd zijn als een groep van drie clubs geen invloed zou hebben, ook al
kunnen deze teams niet promoveren of degraderen. Sommige tegenstanders van Jong Ajax werden bijvoorbeeld met uit de junioren (tot 19 jaar) opgeroepen
spelers geconfronteerd. Andere clubs moesten het onder anderen tegen Davy Klaassen (ondertussen 21 jaar) opnemen, later uitgeroepen tot het talent van het
jaar in de eredivisie. De KNVB heeft merkwaardigerwijs geconcludeerd dat de sportieve invloed verwaarloosbaar was. In het wat-als scenario van de bond laat
men de wedstrijden van de beloftenteams buiten beschouwing, net als trouwens die van Achilles ’29. Volgens de KNVB zouden dan dezelfde teams “als in de
realiteit” zich hebben geplaatst voor de play-offs. Wij twijfelen aan de juistheid van dit criterium. De voetbalbond is overigens van plan de regels voor
wat betreft het uitkomen in beloftenteams in de eerste divisie aan te passen. Zo zal er een maximum komen voor het aantal spelers dat in één seizoen voor
een beloftenteam uitkomt.
De waarde van de eerste divisie
De eerste divisie speelt een belangrijke rol als kweekvijver en als tussenstation voor spelers die op weg zijn naar de eredivisie. Eén op de drie spelers
die in het seizoen 2013-14 actief waren in de eredivisie heeft een verleden bij een club in de eerste divisie. De ervaringen met de beloftenteams zijn in
het eerste seizoen nogal gemengd. De ontwikkeling van talent werd weliswaar verbeterd, maar de televisiekijker liep er niet warm voor. Het sportieve
verloop van de competitie wel degelijk werd beïnvloed, maar het enthousiasme voor bijvoorbeeld Jong Ajax – FC Eindhoven was zeer gering.
Voetnoot:
[1]
We hebben ook bekeken of het beeld verandert, indien we alleen spelers meenemen die minstens 18 wedstrijden (meer dan de helft) hebben meegespeeld.
Dit heeft geen grote effecten. In dat geval spelen er bijvoorbeeld bij Feyenoord vijf, bij Ajax vier en bij SC Heerenveen vier spelers uit de eigen
jeugd mee. Kijken we naar de 11 spelers die het vaakst hebben meegedaan, dan is voor de top-vier, relatief gezien, voor Ajax en Feyenoord de eigen
jeugd het belangrijkst en voor FC Twente (6) en PSV (4) de buitenlandse spelers.
Referenties
Ours, J. van, en M. van Tuijl, 2014. “Een economische blik op de winnaars en verliezers van de eredivisie”, Me Judice, 8 mei 2014.
Te citeren als
Jan van Ours, Martin van Tuijl, “De eerste divisie als kweekvijver voor de eredivisie”,
Me Judice,
21 mei 2014.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Bron: Voetbal_foto, Flickr