Begroting en eindklassering
Dat er een relatie bestaat tussen sportieve resultaten en financiële middelen zal niemand verbazen. Hoe meer geld een club te besteden heeft, des te beter
zijn de sportieve resultaten (zie ook Van Ours en Van Tuijl 2010). De eerste kolom van tabel 1 geeft een overzicht van de begrotingen van de
eredivisieclubs. Daarbij zijn de verschillen enorm, met aan de top Ajax met een begroting van 65 miljoen euro, en onderaan SC Cambuur met een budget van vier miljoen euro.
Tabel 1: Resultaten eredivisie seizoen 2013/2014
Noot: begroting in miljoenen euro’s; bron: plazilla.com/page/4295058378/ (geraadpleegd 30 april 2014). Voorspelling op basis van een lineaire relatie tussen begroting en puntenaantal (zie tekst).
In Figuur 1 laten we zien dat er in het afgelopen seizoenen een duidelijk positief verband bestond tussen begroting en de
eindklassering: meer geld betekent een hogere klassering. Linksonder in de figuur staat landskampioen Ajax, op de eerste plaats qua begroting en ook
sportief gezien de beste. Het verband wordt weergegeven door de stippellijn. Figuur 1 laat ook duidelijk zien dat het verband tussen begroting en
eindrangschikking verre van perfect is. De clubs boven de stippellijn doen het slechter dan verwacht, de clubs onder de stippellijn doen het beter dan
verwacht. SC Cambuur, de club met de laagste begroting, finishte uiteindelijk op de twaalfde plaats. Roda JC daarentegen, de club met het dertiende budget,
eindigde op de laatste plaats en degradeert daarom rechtstreeks. Andere clubs die het, zo op het eerste gezicht, slecht doen, gegeven hun begroting, zijn
NAC Breda en NEC. ADO Den Haag, Feyenoord, SC Heerenveen en PEC Zwolle presteren evenwel, gegeven hun beperkte budget, juist erg goed.
Figuur 1: Relatie tussen begroting club en eindklassering
Het aantal behaalde punten is een andere indicator van de prestaties van een club. Deze indicator is weergegeven in de tweede kolom van Tabel 1. Kampioen
Ajax behaalde uiteindelijk 71 punten, SC Cambuur bijvoorbeeld 39. Om de prestatie van een club in relatie tot hun begroting te kwantificeren hebben we een
lineaire regressie uitgevoerd op de 18 waarnemingen van begroting en het aantal punten. De uitkomsten hiervan komt neer op de volgende vergelijking: Aantal punten = 33,2 + 0,59*Begroting.1 Deze vergelijking laat met andere woorden zien dat een club met een begroting van 10 miljoen euro naar verwachting 33,2 + 5,9 = 39,1 punten zou moeten hebben behaald. In de
derde kolom geven we het voorspelde aantal punten op basis van deze regressie-resultaten. De vierde kolom geeft het verschil weer tussen het aantal
behaalde punten en het aantal voorspelde punten en is daarmee een indicator van de prestaties van een club in verhouding tot hun begroting. De best
presterende club is dan Feyenoord, dat 13 punten meer heeft behaald dan men op grond van hun begroting had mogen worden verwacht. Ook SC Heerenveen en FC
Groningen hebben het goed gedaan, met positieve saldi van achtereenvolgens 11 en 8 punten. PSV en Roda JC hebben het afgelopen seizoen het slechtst
gepresteerd. Ze behaalden 11 punten minder dan op grond van hun begroting mocht worden verwacht. Ook NEC heeft het met een negatief saldo van 10 punten
slecht gedaan.
Ontslag trainers
Een aantal clubs heeft in het afgelopen seizoen de trainer-coach ontslagen. Eén trainer-coach heeft zelf ontslag genomen. Al in augustus verving NEC, toen
deze club na drie wedstrijden met nul punten roemloos onderaan stond, Alex Pastoor door Anton Janssen. In september ontsloeg AZ, dat toen de achtste
positie innam, Gert-Jan Verbeek. Dick Advocaat werd zijn opvolger. De laatste gedwongen trainerswissel van 2013 vond plaats in december. Roda JC verving
Ruud Brood door Jon Dahl Tomasson. De club stond toen op de veertiende plaats. In februari 2014 besloot ADO Den Haag om Maurice Steijn door assistent Henk
Fräser te vervangen. ADO Den Haag stond op dat moment onderaan. De laatste trainerswissel vond plaats in april toen Dwight Lodeweges ontslag nam bij SC
Cambuur, vanwege bedreigingen geuit door de supporters van deze club. Zij waren boos omdat Lodeweges komende zomer de overstap gaat maken naar aartsrivaal
SC Heerenveen, in Leeuwarden steevast aangeduid als DKV (dertig kilometer verderop). SC Cambuur stond op dat moment op de elfde plaats. Heeft het zin voor
een club om een trainer te ontstaan, met andere woorden verbeteren de prestaties van een club hierdoor? Het korte antwoord is ‘neen’ (zie bijvoorbeeld Van Ours en Van
Tuijl 2014).
Figuur 2: rangschikking ten tijde van ontslag coach en eindrangschikking
Figuur 2 laat zien wat de rangschikking van een club was op het moment van de trainerswissel en aan het einde van het seizoen. Conclusie: het
kan alle kanten op. Jon Dahl Tomasson kon niet voorkomen dat Roda JC degradeerde. Onder Henk Fräser stoomde ADO Den Haag op van de achttiende naar de
negende plaats.
Waarde topscorers
Het scoren van veel doelpunten is mooi voor – althans een deel van – het publiek. Niet iedere goal is echter evenveel waard. De spits die, bij een 1–0
achterstand, er met twee doelpunten voor zorgt dat de ‘bordjes worden verhangen’, is vaak zijn gewicht in goud waard. Dat geldt doorgaans minder voor de
aanvaller die met twee doelpunten de score van 2–0 naar 4–0 tilt. In Van Ours en Van Tuijl (2013) hebben we een simpel systeem toegepast om de
effectiviteit van een spits te bepalen waarbij de wat-als vraag relevant is. Hoeveel punten zou de club van de topschutter minder hebben vergaard als de
speler in kwestie niet zou hebben gescoord? Bij een 2–1 nederlaag levert dat ene doelpunt voor de verliezende ploeg géén punten op, bij een 1-0 overwinning
levert die ene goal twee punten op, althans in het systeem waarbij een overwinning drie punten oplevert.
Tabel 2: Topscorers en hun bijdrage aan de teamprestatie
Bron: www.transfermarkt.de (geraadpleegd 5 mei 2014)
Tabel 2 geeft een overzicht van de topscorers en
de wat-als punten die ze met hun doelpunten hebben behaald. Alfred Finnbogason werd topscorer met 29 doelpunten en was ook het meest effectief. Hij
behaalde voor Heerenveen 18 wat-als punten. Graziano Pellè en Aron Jóhansson zijn tweede en derde, zowel wat betreft doelpunten als wat betreft wat-als
punten. Dušan Tadić daarentegen heeft wel veel doelpunten gemaakt, maar had als scorende speler nauwelijks rendement. Hij scoorde slechts vier wat-als
doelpunten. Op de vijfde plaats in de topscorerslijst staan Luc Castaignos en Michael Higdon die beiden 14 doelpunten maakten en daar toevallig beiden
negen wat-als punten mee verzamelden. Het is duidelijk dat het ene doelpunt niet gelijk is aan het andere. Bryan Ruiz bijvoorbeeld speelde slechts een half
seizoen mee met PSV, scoorde daarin vijf keer maar dat leverde zijn club wel zes wat-als punten op.
Lessen voor het volgende seizoen
Uit onze reflectie over het afgelopen seizoen kunnen een aantal eenvoudige conclusies worden getrokken. Het aantal doelpunten dat een spits scoort zegt
veel over zijn productiviteit maar niet alles over zijn effectiviteit. De koopjes deden het best, want voor Finnbogason, Pellè en Aron Jóhansson samen was
men qua transfersom voordeliger uit dan voor Matavž, de niet bijster succesvolle spits van PSV (zie www.transfermarkt.de).
Het ontslaan van een trainer vanwege slechte prestaties heeft over het algemeen weinig zin. Sinds begin februari fungeerde Guus Hiddink als klankbord voor
de technische staf van PSV. Minstens één keer per week kwam Hiddink koffie met hen drinken op trainingscomplex De Herdgang. Deze kopjes leverden
klaarblijkelijk meer rendement op dan alle trainerswisselingen, op één uitzondering na. Hiddink wordt na de zomer bondscoach, maar naar verluidt is de rol
van koffiedrinker binnenkort weggelegd voor Adriaanse (FC Utrecht) en Van Hanegem (Feyenoord).
Wie veel punten wil behalen heeft een groot budget nodig. Zo heeft Feyenoord het gegeven zijn begroting uitstekend gedaan in het afgelopen seizoen. De club
kan de kans op een kampioenschap echter alleen substantieel vergroten door meer geld binnen te halen (en op slimme wijze uit te geven). De aanstaande
renovatie van De Kuip is dus bittere noodzaak gegeven de kampioenaspiraties van de Rotterdammers.
Voetnoot:
1 De constante en de begrotingscoëfficiënt zijn beide statistisch significant (t-waarde 14,6, resp. 6,5) met betrouwbaarheid van 1 % en de verklaarde variantie van deze eenvoudige regressie bedraagt 72%.
Referenties
Ours, J. van, en M.van Tuijl, 2010, “Geld is belangrijk, maar niet alles bepalend: hoop voor Feyenoord”, Me Judice, 7 mei 2010.
Ours, J. van, en M. van Tuijl, 2013, “Zijn PSV-spitsen wel hun geld waard?”, Me Judice, 30 augustus 2013.
Ours, J. van, en M. van Tuijl, 2013, “In-season trainer-coach changes and the performance of professional football teams”, mimeo.
Te citeren als
Jan van Ours, Martin van Tuijl, “Een economische blik op de winnaars en verliezers van de eredivisie”,
Me Judice,
8 mei 2014.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘
2010_02_27_210448_4154’ van voetbal_foto (
CC BY-NC-ND 2.0)