Financiële marktbenadering niet geschikt voor maatschappelijk verantwoorde banken

Financiële marktbenadering niet geschikt voor maatschappelijk verantwoorde banken image
Triodos bank in Zeist, Nederland. Foto door Wouter Hagens.
23 mei 2023

Het conflict tussen de Triodos Bank en een groep certificaathouders is een testcase voor duurzaam en maatschappelijk verantwoord bankieren. Het maakt duidelijk hoe het denken over banken vastzit in een marktbenadering. Aandacht ontbreekt voor ethiek, maar ook voor schaalproblemen en maatschappelijk verdienvermogen. Daardoor komt niet alleen een duurzame bank als Triodos in de problemen, maar ook de financiering van hun mkb-klanten. Triodos laat zien dat banken geen reguliere bedrijven zijn. Ze vragen een bestuursstructuur die hun maatschappelijke rol borgt.

Het probleem van aandeelhouders bij banken

De vraag naar het aandeelhouderschap van banken - het eigen vermogen - kent een lange en roerige geschiedenis. Bijna twintig jaar geleden sprak ik een oud-topman van een bekende Nederlandse bank die stelde dat commerciële banken eigenlijk elke 25 jaar in de problemen komen, omdat de hebzucht van aandeelhouders het wint van de risicomijdende houding die een bank past. Veelal moet de overheid de banken redden. Hij refereerde aan begin jaren tachtig toen verschillende Nederlandse banken in de financiële problemen kwamen.

De vraag naar het eigen vermogen lijkt iets technisch, maar kent grote maatschappelijke gevolgen. Als het eigen vermogen bijvoorbeeld wordt ingebracht door winstgedreven aandeelhouders, zal een bank anders functioneren dan wanneer het eigen vermogen wordt ingebracht door klanten. Coöperatieve banken zoals de Rabobank zijn een voorbeeld waarbij niet aandeelhouders maar leden het kapitaal inbrachten die ook klant waren bij de bank. Rabobanken konden lang geld uitlenen aan kleine boeren tegen lage rente, omdat ze geen winst aan aandeelhouders hoefden uit te keren. Naast coöperatieve banken hebben vaak overheden een rol in een bank, zoal in Duitsland de ‘Landesbanken’.

Banken komen eigenlijk elke 25 jaar in de problemen, omdat de hebzucht van aandeelhouders het wint van de risicomijdende houding die een bank past.

De oud-topman uit bovenstaand voorbeeld sprak over commerciële beursgenoteerde banken. Dit zijn organisaties waarbij het eigen vermogen afkomstig is van aandeelhouders die een goed rendement nastreven. Daardoor keren beursgenoteerde banken snel teveel winst aan hun aandeelhouders uit. Bij een economische crisis hebben ze dan te weinig reserves. Ook proberen zij een bank zo efficiënt mogelijk te laten functioneren. Dit wil zeggen dat een bank weinig kosten aan leningen en andere dienstverlening moet hebben. Veel markten zijn voor commerciële banken niet interessant. Zo kenden kleine dorpen heel lang geen banken, totdat de Rabobank ruim 120 jaar geleden ontstond, een bank van particulieren zelf. Doordat de bank het geld van spaarders in een dorp uitleende aan ondernemers in hetzelfde dorp, kon de bank tegen lage kosten bankieren.

Inmiddels bestaat Nederland uit een paar grootbanken die in weinig van elkaar verschillen. De Rabobank is steeds meer op ABN AMRO en ING gaan lijken. Over de precieze positie en toekomst van De Volksbank is nog steeds weinig duidelijk. De financiële crisis heeft verder een aantal andere kleine banken de kop gekost, met name DSB Bank en Friesland Bank. Triodos Bank is nog de enige zelfstandige kleine bank in Nederland met een breed productenpalet.

De discussie over de structuur van banken is na de financiële crisis aan de orde geweest in de commissie Structuur Nederlandse Banken (commissie Wijffels). Tot ingrijpende beleidswijzigingen heeft deze commissie niet geleid, een dynamiek die eigenlijk in elk westers land speelt. De paradox van de crisis is dat duidelijk is geworden dat grote banken het financiële systeem van een land kwetsbaar maken, maar het resultaat van de crisis is dat er meer grote banken zijn gekomen.

Momenteel zien we de gevolgen. De Verenigde Staten worstelen met problemen bij regionale banken, terwijl in Zwitserland een megabank is gecreëerd waarvan het de vraag is of een klein land die verantwoordelijkheid aan kan. In Nederland lijkt het probleem kleiner. Momenteel zijn alleen bij Triodos Bank vragen over de financiering van het eigen vermogen, maar dit kan ook bij andere banken op gaan spelen.

Triodos Bank als voorbeeld

Triodos heeft het eigen vermogen altijd opgehaald uit een groep sympathisanten, een tijdlang aangevuld met pensioenfondsen die duurzaamheid belangrijk vonden. Om de duurzame bedrijfsvoering niet te laten leiden onder strubbelingen tussen aandeelhouders, is het eigendom van de bank in handen van een stichting. De financiers kunnen alleen certificaten van aandelen kopen.

Certificaten van aandelen
Momenteel doet dit bestuursmodel opgang onder de modieuze term ‘stewardship’. Heel veel maatschappelijke organisaties kennen een stichtingsstructuur, maar ook grote Duitse ondernemingen als Bosch en Bertelsman en het Deense Maersk. De aandelen van de onderneming zijn in het bezit van een overkoepelende stichting met een maatschappelijke doelstelling. Ook bij dergelijke grote ondernemingen hebben kleine aandeelhouders, als ze al certificaten kunnen kopen, een zeer beperkte invloed en kan er sprake zijn van grote prijsschommelingen, omdat er weinig handel is.
 

Sinds een paar jaar is er protest tegen Triodos Bank, omdat de prijs van certificaten van aandelen onder druk staat en de handel tijdelijk is gestopt. Het heeft geleid tot rechtszaken en onrust. Vorige maand namen zowel Arnoud Boot, prominent lid van het Sustainable Finance Lab (SFL)[1], als de PvdA en toezichthouders DNB als AFM in mijn ogen afstand van de duurzame bank. In het televisieprogramma Radar waren hoogleraar Boot en politicus Henk Nijboer zeer kritisch over de aandelenstructuur van de bank. In het programma wordt onder meer gesteld dat “43.000 beleggers niet bij hun geld kunnen”. DNB en AFM kwamen niet met geruststellende woorden, maar hulden zich in vage beleidstaal. De grote pensioenfondsen geven al langer niet thuis.

Het lijkt erop dat niemand de duurzame bank steunt. Veel idealistische beleggers zijn verworden tot consumenten die hun geld terug willen bij tegenwind.  Ik wil het leed van individuen niet bagatelliseren. Toch is het relatief. Heel veel bezit kun je niet zomaar opeisen. Een huis of levensverzekering is bijvoorbeeld moeilijk zomaar te verkopen. Ook kan worden gesteld dat ‘miljoenen’ Nederlanders niet bij hun pensioengeld kunnen.

De paradox van de crisis is dat duidelijk is geworden dat grote banken het financiële systeem van een land kwetsbaar maken, maar het resultaat van de crisis is dat er meer grote banken zijn gekomen.

De zaak over de certificaten van aandelen van Triodos Bank laat de achilleshiel van de duurzame transitie zien. De denkfout die duurzame transitie in de weg staat is dat banken als bedrijf op basis van aandelen gefinancierd moeten worden op een publieke markt (waar aandelen makkelijk te verkopen zijn). De financiële markt is niet geschikt om een duurzame bank te financieren.

Triodos Bank worstelt al haar hele bestaan met financiering en eigendom. Het is lastig lange termijn financiering voor duurzaamheid te vinden. Het gaat eigenlijk altijd om pionieren in nieuwe sectoren, iets dat erg arbeids- en daarmee kostenintensief is.

Verkeerde juridische structuur?

Critici stellen dat de Triodos Bank een verkeerde juridische structuur heeft met een stichting die aandelen aan particulieren uitgeeft op een besloten markt. Hoogleraar Boot stelt dat dit niet had mogen gebeuren. Hij suggereert dat er een soort bankrun kan ontstaan, omdat steeds meer mensen hun geld terugtrekken uit angst uiteindelijk helemaal met lege handen achter te blijven. Hierbij wordt Triodos met Rodamco vergeleken, een regulier vastgoedfonds dat in de jaren negentig in de problemen kwam. Triodos had dit probleem al voor de financiële crisis moeten oplossen.

Een stichting die de aandelen van een onderneming bezit is in Nederland - maar ook daarbuiten - een veelvoorkomende vorm van eigendom. Dit is vaak erg zinvol. Bij Triodos Bank heeft het 40 jaar goed gefunctioneerd en ook andere organisaties waaronder veel beursgenoteerde bedrijven gebruiken een dergelijke vorm om hun onderneming te beschermen tegen de waan van de dag die op de beurs heerst. Ook het moeilijk verkopen van aandelenbezit is een veelvoorkomend probleem, denk aan kleine familieondernemingen. Cruciaal in alle gevallen is de doelstelling van de onderneming – tegenwoordig wordt gesproken over ‘purpose’. Bij elke onderneming is dit belangrijk. Als hier in het geval van Triodos Bank geen aandacht aan wordt gegeven, dan doe je daarmee de organisatie tekort, maar de maatschappelijke consequenties kunnen verder gaan.

Bankbezit historisch gezien divers

We hoeven het recente nieuws maar te volgen om te weten dat internationaal meer banken worstelen met hun aandeelhouders. De problemen van regionale banken in de Verenigde Staten en de twee grootbanken in Zwitserland verschillen enorm van de worsteling van Triodos Bank, maar ze kennen een belangrijke overeenkomst: ze maken duidelijk dat de financiering van banken en de risico’s die de organisaties daardoor nemen, grote maatschappelijke consequenties hebben.

Dit probleem is een constante in de geschiedenis van banken. Historisch gezien zijn Nederlandse banken de laatste honderd jaar een groot deel van de tijd niet gefinancierd geweest door open financiële markten. Zodra banken te veel gefinancierd worden door open markten kunnen problemen ontstaan, zoals bijvoorbeeld een bankrun. Een groep klanten verliest hun vertrouwen in de financiële instelling, ze halen hun geld weg, waarna meer mensen zich genoodzaakt voelen hun geld van de bank te halen en de bank uiteindelijk te weinig vermogen heeft in relatie met de leningen die ze heeft uitstaan.

Om deze redenen zijn in Nederland banken lange tijd – bijna honderd jaar – gefinancierd geweest door de staat (Postbank, deel van NMB), door elkaar (ook NMB, ABN en AMRO), door leden van lokale coöperaties (Rabobank) en door een groep sympathisanten (Triodos). Na 1990 is dit denken in Nederland losgelaten. Dit heeft in ieder geval de problemen in de financiële crisis vanaf 2007 verergerd. ABN AMRO is het verst gegaan op de financiële markten - ze hebben op een zeker moment zelfs hun bescherming tegen korte termijn aandeelhouders laten vallen - en is het diepst gevallen. De Rabobank en Triodos Bank hadden lange tijd geen last van de financiële crisis, omdat zij niet door de open financiële markten waren gefinancierd.

Een gevolg van de financiële crisis is niet geweest dat toezichthouders en overheden meer diversiteit op de financiële markten hebben gestimuleerd. Integendeel, de regelgeving is strenger geworden waardoor ook banken als Triodos Bank en Rabobank aan de regelgeving moeten voldoen die is ontworpen voor commerciële banken. De regelgeving focust zich op de belangen van aandeelhouders. De afgelopen jaren is daardoor bijvoorbeeld de ledenfinanciering van de Rabobank steeds problematischer geworden. Veel van het vermogen moet de bank nu ophalen op de commerciële markt. Dit maakt het voor de bank lastiger een maatschappelijke rol te vervullen. De Rabobank was altijd vooral een mkb-bank en had als zodanig een belangrijke rol, maar moet zich steeds meer terugtrekken uit die markt, net als eerder ING en ABN AMRO al hebben gedaan.

Een gevolg van de financiële crisis is niet geweest dat toezichthouders en overheden meer diversiteit op de financiële markten hebben gestimuleerd. Integendeel, de regelgeving is strenger geworden waardoor ook banken als Triodos Bank en Rabobank aan de regelgeving moeten voldoen die is ontworpen voor commerciële banken.

Zo zijn de IFRS-boekhoudregels zodanig ingericht dat de waardering van het eigen vermogen – aandelen – op ‘dagbasis’ moet worden gewaardeerd. Dit kan zorgen voor grote schommelingen in het vermogen van de bank en maakt hun mogelijkheden om geld uit te lenen lastiger. Heel lang werd een dergelijke marktbenadering niet toegepast, omdat het grote consequenties kent voor het goed functioneren van een bank, maar onder druk van een financiële marktideologie - de aandeelhouders moeten elke dag kunnen beoordelen wat zijn bezit waard is - zijn deze regels inmiddels wel ingevoerd. Hier leidt lange termijn financiering onder, en daarmee de lange termijn economische ontwikkeling van ondernemingen en een land.

Op de mkb-markt zijn wel aanzetten tot een nieuwe marktordening. Qredits, een organisatie die kleine kredieten aan kleine ondernemers versterkt, maar ook allerlei commerciële bedrijven zoals crowdfundingplatforms, zorgen voor nieuw aanbod voor kleine en middelgrote bedrijven. Qredits is een stichting die werkt met vermogen dat banken beschikbaar stellen, aangevuld met verschillende garanties vanuit de overheid. Een speciale middenstandbank vanuit de overheid komt vooralsnog niet van de grond, terwijl in veel landen dit soort banken wel bestaan en Nederland wel banken heeft gehad met dit profiel (NMB).

‘Purpose’ heeft maatschappelijke én economische consequenties

De geschiedenis van banken laat zien dat hun maatschappelijke rol, tegenwoordig zou het woord ‘purpose’ worden gebruikt, veelal vraagt om een andere bestuursstructuur waarin het eigen vermogen - veelal aandelen - niet afkomstig is van een open financiële markt. Financiële markten zijn primair rendementgedreven en daarbij is het belangrijk dat aandelen makkelijk overdraagbaar zijn. De tucht van rendement zorgt ervoor dat banken met een maatschappelijke doelstelling niet gefinancierd worden, omdat aandacht voor andere dan financiële belangen tijd en dus geld kost. De snelle overdraagbaarheid van aandelen leidt nog tot een ander probleem. Als de prijs van bankaandelen te snel daalt, kan een bank niet meer aan reserve verplichtingen voldoen en moet de toezichthouder ingrijpen. Dit speelt ook bij Triodos, en bij heel veel andere banken, en is een belangrijke reden voor een beschermingsconstructie waarin aandeelhouders kunnen worden gedwongen hun aandelen vast te houden.  

In de Nederlandse ondernemingsrecht zijn dergelijke beschermingsconstructies verbonden aan de doelstelling van de onderneming, oftewel de purpose. Dit is een bepaald ‘ideaal’ dat tot uiting komt in het functioneren van de organisatie. Bij Triodos Bank is dat heel lang heel helder geweest. De bank staat voor het principe dat spaarders en leners aan elkaar zijn verbonden. Spaarders weten dat hun geld terechtkomt bij mkb-ondernemingen die dezelfde waarden delen. Dit kost geld, omdat het vaak kleine en innovatieve ondernemingen zijn. Een bank moet veel tijd en aandacht aan dit soort ondernemingen besteden om ervoor te zorgen dat ze goed omgaat met het geld van spaarders – en van de houders van certificaten van aandelen op de achtergrond. Om deze reden heeft Triodos richting spaarders en houders van certificaten altijd benadrukt dat er geen hoge rendementen moeten worden verwacht.

In de enorme groei van Triodos Bank de afgelopen vijftien jaar en de enorme opgang van duurzaamheid is deze boodschap misschien minder prominent naar voren gekomen. Ook kan een snelle groei tot minder secure procedures leiden. De problemen van Triodos Bank hebben niet alleen met duurzaamheid te maken, maar ook met het soort bedrijven waarin wordt geïnvesteerd, namelijk het mkb. Kleinere bedrijven zijn vaak lastiger te financieren, omdat ze maar een beperkte hoeveelheid geld nodig hebben - waardoor er weinig rente-inkomsten zijn. Ditzelfde probleem was reden voor het ontstaan van de Rabobank ruim 120 jaar geleden. In de dorpen waar de organisatie actief was, was voor commerciële banken geen geld te verdienen. Het coöperatieve model waarin dorpelingen zelf geld inbrachten en het uitleenden via de bank aan dorpelingen die konden investeren is belangrijk geweest voor de economische én maatschappelijke ontwikkeling van het platteland in Nederland.

De problemen van Triodos Bank hebben niet alleen met duurzaamheid te maken, maar ook met het soort bedrijven waarin wordt geïnvesteerd, namelijk het mkb. Kleinere bedrijven zijn vaak lastiger te financieren.

Bovenstaande voorbeelden van Triodos Bank en Rabobank maken duidelijk hoe maatschappelijke waarden, oftewel ethiek, heel belangrijk zijn in de ontwikkeling van een organisatie, in dit geval een bank. De sector kent meer van dit soort voorbeelden. Zo waren de voorlopers van de Postbank – later opgegaan in ING – opgericht om ervoor te zorgen dat iedere Nederlander een bankrekening kon krijgen en daarmee kon sparen. Deze maatschappelijke doelstelling was niet interessant voor commerciële partijen maar cruciaal om arme mensen in staat te stellen een toekomst op te bouwen.

De weg vooruit

Hierboven heb ik de maatschappelijke rol van banken in relatie tot de financiële markten uitgewerkt. Het laat zien dat Triodos Bank een testcase is voor de toekomst van duurzaam bankieren in ons land. Hiermee wil ik geenszins het probleem van de certificaathouders van Triodos Bank bagatelliseren. Integendeel, ik denk dat een andere manier van denken over financiële markten de huidige certificaathouders kan helpen. Zij moeten niet gezien worden als slachtoffers, maar als individuen die hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Ze hebben een bank mogelijk gemaakt die – ondanks organisatorische uitdagingen – duurzaamheid in het mkb op de kaart heeft gezet. Het zou goed zijn als andere investeerders deze ambitie gingen delen en dat er meer aanbod van kapitaal voor de Triodos Bank komt – en daarmee een betere prijs voor aandeelhouders die na een zekere termijn van hun aandeel af willen.

Als we een financieel systeem willen waarin duurzaamheid de leidende waarde is, dan moeten we afscheid nemen van de mores van financiële markten. Natuurlijk moeten er commerciële banken blijven, maar duurzaamheid vraagt andere bankvormen. De Triodos case laat zien dat duurzaamheid haaks staat op de reguliere aandelenmarkt. Dit geldt overigens voor veel meer onderdelen van het economische verkeer zoals boeren, andere mkb-bedrijven, zorginstellingen en onderwijs. Maatschappelijke waarden staan meestal haaks op de wensen van commerciële bankiers, winstgedreven aandeelhouders en consumenten die hun pensioengeld beleggen.

De financiering van duurzaamheid - of wat voor ander maatschappelijk belang dan ook - is geen zaak van het snelle geld. Triodos heeft de financiering altijd van de financiële markten afgehouden. De handel in certificaten is letterlijk een afgeschermde markt. Dit kent vervelende nadelen, maar is op dit moment schijnbaar de enige manier. Het is belangrijk dat er initiatieven ontstaan en daar moeten wetenschap en beleidsmakers aan werken. Ethisch en duurzaam bankieren vraagt betrokkenheid van spaarders en andere financiers. Zij moeten zich niet opstellen als consumenten.

Triodos Bank is een belangrijke case. Er gaat veel mis momenteel bij de bank, en niet alleen met certificaten, maar het is wel het enige voorbeeld van een alternatief bankmodel dat we in Nederland hebben. We hebben er met z’n allen belang bij dat soort modellen verder te ontwikkelen.

Ik hoop dat de discussie over een grotere diversiteit in het bankenlandschap en alternatieve vormen van bankinrichting de komende tijd meer aandacht krijgt. Triodos Bank is daarbij een belangrijke case. Er gaat veel mis momenteel bij de bank, en niet alleen met certificaten, maar het is wel het enige voorbeeld van een alternatief bankmodel dat we in Nederland hebben. We hebben er met z’n allen belang bij dat soort modellen verder te ontwikkelen.

Voor een maatschappelijk verantwoorde bankensector is een veel grotere diversiteit aan bedrijven nodig. Naast aandeelhouders hebben overheden, individuen en coöperaties een rol. Ondanks de financiële crisis van vijftien jaar geleden is er nog veel te weinig veranderd. Het wordt tijd dat wetenschappers, politici, pensioenfondsen en toezichthouders hun obsessie met financiële markten loslaten. Als verantwoorde burgers moeten we streven naar een banksysteem dat duurzame maatschappelijke ontwikkeling versterkt.

Ondernemingsbestuur bestaat uit twee elementen, (1.) de structuur van de onderneming - het geheel aan regels, procedures en processen - en (2.) het gedrag van de mensen daarin, oftewel hoe gaan mensen met elkaar om een bepaald doel te bereiken. Dit doel valt uiteen in een economisch doel en een maatschappelijk doel (mensen moeten er wat aan hebben). Als centrale spelers in de maatschappij, zoals banken, zich alleen richten op een economisch doel, zal op zeker moment het maatschappelijk draagvlak verdwijnen.

Dit artikel is een verder uitgewerkte versie van mijn opinieartikel in Trouw van 26 april jongstleden en gebaseerd op mijn proefschrift uit 2005 en artikelen die later over de maatschappelijke verantwoordelijkheid van banken zijn verschenen.

Voetnoten


[1] Hierbij moet overigens wel worden aangetekend dat het Sustainable Finance Lab, waaronder Arnoud Boot, zich al jaren inzet voor diversiteit in het bankenlandschap, zie bijvoorbeeld het opinie artikel in NRC Handelsblad van 23 maart jongstleden. Mijn verbazing zit hem er in dat Boot en SFL het niet voor een bank opnemen nu het er echt toe doet, als de duurzame oriëntatie echt in gevaar lijkt te komen.

Te citeren als

Frank Jan de Graaf, “Financiële marktbenadering niet geschikt voor maatschappelijk verantwoorde banken”, Me Judice, 23 mei 2023.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Triodos bank in Zeist, Nederland. Foto door Wouter Hagens.

Ontvang updates via e-mail