Transitie vraagt samenwerking hogeschool en universiteit

14 nov 2022

Vandaag begint de week van het economie onderwijs. Een week waarin goede bedoelingen het onderwijs overvleugelen. Volgens lector Frank Jan de Graaf is er te weinig aandacht voor de sterkten en zwakten van het huidige onderwijs. Hogescholen en universiteiten kunnen elkaar goed aanvullen door samenwerking.

Twee manieren van onderwijs

Grofweg zijn er twee opvattingen over leren die elkaars tegenpool zijn. In de ene opvatting leert een student gedisciplineerd kennis toepassen volgens vaste principes, denk hierbij aan wiskunde onderwijs. Door stugge oefening krijgt de student inzicht in cijfers en door oefening in methoden leert hij met cijfers om te gaan. In de tweede opvatting leert de student zichzelf te ontwikkelen door na te denken over een vraag en zelf antwoorden te formuleren door het gebruik van kennis. Dialoog met de omgeving – medestudenten, werkveld en docenten – is hierbij belangrijk.

Zonder goede samenwerking in het hoger onderwijs komt duurzame economische ontwikkeling niet op gang.

Belangrijke delen van het onderwijs worstelen tussen deze twee polen. Terwijl lang op de PABO de individuele ontwikkeling van kinderen veel aandacht kreeg (tweede opvatting), blijkt nu dat spelling en rekenen meer aandacht moeten krijgen.

Onderwijs aan de universiteiten

Op universiteiten wordt economie net zo onderwezen als rekenen en wiskunde. Deze manier van lesgeven staat onder veel kritiek, omdat het zeer theoretisch is en de aannames geen ruimte geven voor duurzame maatschappelijke ontwikkeling en waarden, zo blijkt bijvoorbeeld uit het boek Thinking like an economist. De auteurs zijn onderdeel van de denktank Rethinking Economics, die het onderwijs willen hervormen. Deze verandering verloopt echter moeizaam aangezien vakgroepen een sterke positie hebben die ze danken aan publicaties in traditionele tijdschriften.

Onderwijs aan de hogescholen

Veel minder aandacht hebben de methoden in het hoger beroepsonderwijs. Hogescholen hebben al decennia geleden de tweede vorm van onderwijs omarmd. Zij proberen studenten te ontwikkelen tot professionals door ze na te laten denken over praktijkvragen en ze daar zelf antwoorden op te laten formuleren. Als zodanig past het onderwijs bij een maatschappelijke veranderagenda. De student repeteert niet kennis, maar probeert zelf kennis te ontwikkelen over een praktijkvraag. Op kennisterrein blijven hogescholen vaak achter. Zij hebben maar weinig vakgroepen met een unieke wereldwijd erkende kennis, al werken lectoren er hard aan dit te veranderen.

Samenwerking tussen hogescholen en universiteiten

De sterkten en zwakten van hogescholen en universiteiten vullen elkaar goed aan. Werkelijke verandering van het hoger economie onderwijs vraagt samenwerking. Het HBO weet als geen ander hoe je verandergerichte professionals opleidt, terwijl de universiteiten een traditie hebben om kennis te ontwikkelen en vast te houden. Zonder goede samenwerking in het hoger onderwijs komt duurzame economische ontwikkeling niet op gang.

Te citeren als

Frank Jan de Graaf, “Transitie vraagt samenwerking hogeschool en universiteit”, Me Judice, 14 november 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Door 'Ministerie van Buitenlandse Zaken'

Ontvang updates via e-mail