Inleiding
Het was decennialang vloeken in kerk, de economie aan de praat krijgen (of houden) door het stimuleren van de binnenlandse bestedingen. Het leek te veel op het denken uit de jaren zeventig toen vakbonden looneisen stelden die boven de productiviteitsstijgingen uitstegen en de overheid zonder succes poogde de werkloosheid te bestrijden met expansief begrotingsbeleid. Die aanpak was mede schuldig aan de diepe economische crisis begin jaren tachtig, zo luidde de consensus destijds.
Nederland en België ongeschikt
Binnen die consensus paste ook de gedachte dat, vanwege de structuur van de Nederlandse en Belgische economie, deze landen überhaupt niet geschikt waren voor bestedingsstimulansen. Positieve bestedingseffecten van hogere overheidsuitgaven of lastenverlichtingen kwamen in een kleine open economie veel te weinig ten goede van de binnenlandse productie, omdat een groot deel van de producten en diensten die Nederland consumeert worden geïmporteerd. Een significant deel van het positieve bestedingseffect zou dus weglekken naar het buitenland. Ook in België werd dit gedachtengoed op den duur leidend onder economen en beleidsmakers.
De verslechtering van de concurrentiepositie van Belgische bedrijven op de wereldmarkt pakt inderdaad slecht uit voor de export [...] Maar de recessie? Die kwam er niet.
Kleine open economieën zoals de Nederlandse en Belgische deden er goed aan vooral hun concurrentiepositie op de wereldmarkten in de gaten te houden. Daar bevinden zich de meeste kopers van onze producten en diensten, zo was de dominante gedachte. Dat het in werkelijkheid voor zowel Nederland als België weliswaar om een groot deel van de afzet ging, maar het met een kleine 40% toch duidelijk minder dan de helft bedroeg, kreeg nauwelijks aandacht. Sterker nog, er ontstond in sociaal economische kringen een beeld dat het overgrote deel van he BBP met exporten verdiend.
Loon-prijsspiraal
Veel economen, niet in de laatste plaats centrale bankiers, waren bij het uitbreken van de energiecrisis bijna drie jaar geleden, in lijn met dit gedachtengoed vooral bang dat de inflatieschok via een loon-prijsspiraal de concurrentiepositie en daarmee de export zou schaden[1]. Vooral de Belgische economie zou in een stevige recessie terecht kunnen komen, omdat bij onze zuiderburen de lonen automatisch aangepast worden aan de inflatie. Hierdoor komt een loon-prijsspiraal daar gemakkelijker op gang.
En ja, de Belgische loonkosten zijn sinds het ontstaan van de energiecrisis door de Russische inval in Oekraïne harder opgelopen dan bij de belangrijkste handelspartners. Vakbonden in andere landen slaagden er de afgelopen jaren niet altijd in om loonstijgingen binnen te slepen die de inflatie volledig compenseerden. De verslechtering van de concurrentiepositie van Belgische bedrijven op de wereldmarkt pakt inderdaad slecht uit voor de Belgische export. Die kromp sinds medio 2022 in twee jaar met 6%, een grotere terugval dan in andere eurolanden.
De toename van de particuliere consumptie met 1,3% in 2023 heeft vorig jaar het meeste bijgedragen aan de economische groei in België.
En de recessie? Die kwam er niet. De Belgische economie heeft het juist verrassend goed gedaan. Met een groei van 1,5% in 2023 was het een van de best presterende landen in de eurozone, terwijl Nederland door een recessie ging. In de eerste drie kwartalen van dit jaar is België niet meer boven het gemiddelde van de eurozone uitgekomen, maar van een recessie is geen sprake.
Op eigen benen staan
De drijvende kracht achter de goed draaiende economie is vooral de particuliere binnenlandse consumptie. De relatief hoge Belgische loonstijgingen hebben, in combinatie met de koopkracht ondersteunende maatregelen, ervoor gezorgd dat de koopkracht van huishoudens in België beter op peil is gebleven dan in andere eurolanden, zoals Nederland. Daardoor namen de bestedingen van huishoudens in België niet alleen in 2022, maar ook in 2023 aanzienlijk toe, terwijl de consumptiegroei in Nederland vorig jaar juist stagneerde.
De toename van de particuliere consumptie met 1,3% in 2023 heeft vorig jaar het meeste bijgedragen aan de economische groei in België. Met het weglekken van de positieve effecten van extra bestedingen door koopkrachtstijging viel het dus wel mee. En de winstmarges van het Belgische bedrijfsleven waren bij de start van de energiecrisis hoog genoeg om wat op in te teren zonder dat investeren onrendabel werd, getuige het feit dat de particuliere investeringen in België een gezonde toename laten zien.
Zou het zo kunnen zijn dat de groei van de consumptie de afzetverwachtingen bij ondernemers in België positief heeft beïnvloed? Het klinkt erg als Keynesiaans- jaren zeventig- denken. Maar nu blijkt dat bestedingsimpulsen, via hogere lonen en fiscale steunmaatregelen, zelfs een kleine open economie als die van België per saldo goed doen, is het tijd om het denken over de effecten van bestedingsstimulansen bij te stellen. Landen die de naam hebben een kleine open economie te hebben, zijn niet volledig overgeleverd aan het wel en wee van de wereldhandel en hun concurrentiepositie. Ze kunnen dus wel degelijk met hun binnenlandse bestedingen aardig op eigen benen staan, zo laat de ervaring van België gedurende de afgelopen jaren zien.
Raoul Leering schrijft deze column op persoonlijke titel. De columns zijn op geen enkele wijze bedoeld als beleggingsadvies. Deze bijdrage verscheen reeds in De Financiële Telegraaf.
Voetnoten
[1] Bij zo’n spiraal jagen de inflatie en lonen elkaar op, waardoor de inflatie gedurende langere tijd steeds verder oploopt. Dat kan voor een verslechtering van de concurrentiepositie zorgen waardoor de export schade oploopt.
Te citeren als
Raoul Leering, “Column: Hoge loonstijging is niet altijd slecht voor een kleine open economie”,
Me Judice,
21 november 2024.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Brussels, Belgium. The Atomium, door '
Barnyz'.