Hoger minimumloon spekt vooral de staatskas, niet de portemonnee van de minimumloner

Hoger minimumloon spekt vooral de staatskas, niet de portemonnee van de minimumloner image
Afbeelding door Marcel Oosterwijk

Een verhoging van het minimumloon komt vooral de staatskas ten goede, maar nauwelijks de werkenden met een minimumloon. Een menswaardig minimumloon, een loon waarmee de werkende zelfstandig, zonder toeslagen, in zijn bestaan kan voorzien, lijkt een illusie. Verhoging van het minimumloon met behoud van de koppeling voor sociale uitkeringen leidt tot een herverdeling van middelen tussen werkenden en niet werkenden. Zonder fundamentele belastinghervormingen zullen veel werkenden afhankelijk blijven van toeslagen, aldus Bas van Holst.

Achtergrond

Er gaan steeds meer stemmen op om het minimumloon te verhogen. Daarbij lijkt de discussie te gaan tussen een verhoging van 10 procent (VVD, CDA, D66 en Volt) of een verhoging naar 14 euro per uur (Groenlinks, PvdA, SP, Partij voor de Dieren). Het doel is de economische draagkracht van mensen aan de onderkant van de samenleving te versterken. In de motivatie wordt vooral gewezen op het feit dat het huidige minimumloon te laag is om in de vaste lasten te kunnen voorzien. Maar of de plannen van de politici soelaas bieden om armoede te bestrijden valt te bezien. Onderzoek naar de effecten van een hoger minimumloon betreft veelal het effect op de doorwerking op de arbeidsmarkt en nauwelijks op het effect op inkomen en bestedingen. Wat nu volgt is niet meer dan een proeve om het nut van onderzoek naar laatstgenoemde effecten te tonen, resulterend in een oproep voor verder onderzoek.

Centraal Planbureau

Een recente studie van het Centraal Planbureau (CPB, 2021) laat zien dat de verhoging van het minimumjeugdloon in 2017 geen nadelig gevolg heeft gehad op de werkgelegenheid, maar wel zeer positief heeft uitgewerkt op het inkomen van de jongeren. Een analyse naar de macro economische effecten van een verhoging van het minimumloon tot wel 40 procent laat zien dat de mogelijk effecten op de werkgelegenheid en de begroting zeer gering zijn (CPB, 2020). Deze laatste effecten hangen samen met de mate waarin de uitkeringen als AOW gekoppeld blijven aan de hoogte van het minimumloon. Wat ontbrak in de analyse van het CPB is de eventuele besparing op de toeslagen bij een hoger minimumloon. Ook de effecten op inkomens en besteedbare middelen voor verschillende huishoudens zijn niet belicht.

Van brutoloon naar besteedbare middelen

Om een eerste beeld te krijgen van de mogelijke effecten van een hoger minimumloon op de besteedbare middelen kijken we naar een willekeurig bedachte werkende met een partner en een schoolgaand kind van 10 jaar. Deze burger heeft het huidige minimumloon van 22.045 euro bruto en een huurwoning van 650 euro per maand met 50 euro service kosten.

Onderzoek naar de effecten van een hoger minimumloon betreft veelal het effect op de doorwerking op de arbeidsmarkt en nauwelijks op het effect op inkomen en bestedingen.

Tabel 1 laat zien dat het nettoloon anno 2021 (cijfers 1 juli) uitkomt op 20.493 euro, 1.552 euro gaat naar de schatkist. De burger ontvangt in totaal aan toeslagen voor zorg, huur en kind gebonden budget 7.944 euro plus 1.092 aan kinderbijslag, de kosten voor de schatkist bedragen per saldo 7.484 euro.

Bij 10 procent verhoging van het minimumloon (VVD, CDA, D66 en Volt) gaat het inkomen bruto naar 24.250 euro, netto naar 21.803 euro. De te ontvangen toeslagen worden evenwel lager, van 7.944 naar in totaal 7.152 exclusief de kinderbijslag. De inkomstenbelasting gaat naar 2.447 euro. Per saldo houdt deze burger 30.047 over aan besteedbare middelen een verbetering van 518 euro per jaar. De positie voor de staatskas verbetert met 1.687 euro.

Het voorstel het minimumloon te verhogen naar 14 euro (Groenlinks, PvdA, SP, Partij voor de Dieren) komt globaal neer op een verhoging van 35 procent. Het brutoloon stijgt naar rond 29.760 euro, het nettoloon naar 25.807 euro, een plus van 4.594 euro t.o.v. het huidige minimumloon. Aan toeslagen ontvangt deze burger 4.968 plus 1.092 kinderbijslag, een achteruitgang op jaarbasis van 29.760 euro. In besteedbare middelen komt deze uit op 31.147 euro dus een verbetering van 1.618 euro. Ook hier is de staat de lachende derde, met een plus van 6.097 euro.

Tabel 1. Voorbeeld Loon & Besteedbare middelen

Deze burger heeft, bij ongewijzigd beleid in totaal 29.529 euro aan besteedbare middelen voor gangbare uitgaven. Dit mag worden gezien als een door de staat bedacht bestaansminimum. Een verhoging van het minimumloon met 10% verhoogt de bestaansmiddelen met 518 euro op jaarbasis, rond 43 euro per maand. Een stijging van 1,8 procent. Een verhoging met naar 14 euro per uur, een verhoging van rond de 35 procent van het huidige brutoloon, geeft een verbetering van de bestaansmiddelen te zien van 5,5 procent. De progressie in de inkomstenbelasting en de regressie bij de toeslagen is hier debet aan. Een aspect dat meer aandacht verdient bij het formuleren van beleid.

Een verhoging van het minimumloon met 10% verhoogt de bestaansmiddelen met 518 euro op jaarbasis, rond 43 euro per maand. Een stijging van 1,8 procent.

Met een verhoging van het minimumloon met 35 procent komt het nettoloon uit op 25.087 euro, een bedrag dat nog altijd te laag is om zonder toelagen in het bestaansminimum te voorzien. De werknemer blijft dus afhankelijk van toelagen.

Sommige auteurs, waaronder Gerritsen en Jacobs (2014) pleiten voor lastenverlichting om de armen te verhelpen. Onder de huidige omstandigheden bedragen de belastingen in de het voorbeeld 1.552 euro. Geen bedrag om met afschaffing het gat tussen nettoloon en het bestaansminimum te dichten. Armoede wordt niet bestreden met lastenverlichting.

Feitelijk zouden we naar een economie moeten waarin werkenden, ook iemand met het minimumloon, een waardig inkomen verdienen, een bestaan verdient met werken, een bestaan zonder kinder-, zorg- of huurtoeslag. Laten we het een menswaardig loon noemen. De rekensom leert dat dat voor velen een utopie zal zijn. Zonder fundamentele stelselwijzigingen in de breedste zin gaat het voordeel van een hoger minimumloon vooral naar de staatskas, meer inkomstenbelasting minder geld aan toelagen.

Het is vanzelfsprekend dat op basis van een voorbeeldberekening geen algemene conclusie kan worden getrokken. Toch ligt in het in de rede te veronderstellen dat de staat beduidend meer voordeel heeft van een verhoging van het minimumloon dan de werknemer met minimumloon. Dit voordeel voor de staat wordt evenwel bij handhaving van de koppeling van het minimumloon aan de sociale uitkeringen als AOW deels tenietgedaan door hogere uitkeringen. Het CPB bracht in beeld dat de budgettaire effecten voor de staat van een verhoging van het brutominimumloon ook bij 40 procent verhoging marginaal zijn. De conclusie dringt zich op dat alsdan een verhoging van het minimumloon tot een forse herverdeling van middelen leidt tussen werkenden en niet werkenden.

Tot slot, een menswaardig bestaan

De toeslagenaffaire en berichten over fraude bij de bijstand doen geen goed aan het imago van ons stelsel van sociale voorzieningen - en zeker niet aan dat van de gebruikers van deze voorzieningen. Ons stelsel roept veel weerstand op en vaak worden uitkeringsgerechtigden weggezet als klaploper, werkschuw - of zelfs fraudeur. Dergelijke kwalificaties - en in de rij staan bij de voedselbank, UWV of Sociale Dienst - dragen niet bij aan de beleving van een burger van een menswaardig bestaan als bedoeld in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (1984). Het recht van eenieder die arbeid verricht op “een rechtvaardige en gunstige beloning welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld”. De oefening hierboven laat zien dat er zonder toeslagen geen sprake is van een menswaardig bestaan op basis van de beloning uit werken. Het minimumloon kan de toets aan rechtvaardigheid en gunstig niet doorstaan. De uitkeringsgerechten verdienen meer respect.

Dit alles als bron voor debat en verder onderzoek. Een onderzoek dat vooral vraagt om een benadering op microniveau. Een bezinning op beleidsdoelen lijkt ook niet overbodig.

Referenties

Centraal Planbureau, The young bunch, young minimum wages and labor markets outcome, Den Haag, april 2021

Centraal Planbureau, Effecten verhogen minimumloon, Den Haag, december 2020

Gerritsen, A en Bas Jacobs (2014) Armen geholpen met lastenverlichting en lager minimumloon, Me Judice

Verenigde Naties (1984) Universele verklaring van de Rechten van de Mens.

Te citeren als

Bas van Holst, “Hoger minimumloon spekt vooral de staatskas, niet de portemonnee van de minimumloner”, Me Judice, 15 november 2021.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding door Marcel Oosterwijk

Ontvang updates via e-mail