MKBA en MIRT
De minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen, zond
onlangs een bief aan de Tweede Kamer inzake de werkwijze bij
MIRT-verkenningen
[1] (minIenW, 2018). Hierin erkent zij, net als vele van haar voorgangers, dat
voor het in kaart brengen van de gevolgen op de welvaart van voorgenomen
beleid, de MKBA een nuttig hulpmiddel is. “De analyse draagt bij aan de
keuze tussen verschillende oplossingsrichtingen voor het in de MKBA
geanalyseerde probleem. Bij de voorbereiding van infrastructuurprojecten
die zijn opgenomen in het MIRT is het uitvoeren van een MKBA een verplicht
onderdeel in de verkenning voor de onderbouwing van de
voorkeursbeslissing”. Bij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) lijkt
men er anders over te denken. Het debat over de voorkeurslocatie van een
nieuwe oeververbinding Rotterdam wordt gevoerd zonder MKBA.
Afweging oeververbinding Rotterdam zonder oog voor de maatschappelijke
baten
Al decennialang wordt een MKBA aanbevolen of verplicht gesteld voor
beleidsanalyses ex ante (Ministerie van Financiën, 1986) voor de
onderbouwing van een uitgave van de overheid en/of een keuze tussen
verschillende oplossingsrichtingen. Gewenst of verplicht, in de praktijk
wordt daar vaak van afgeweken (van Holst, 2014), actualisaties van
werkwijzers ten spijt. Een bevinding die ook van toepassing lijkt op het
vraagstuk van de Oeververbinding regio Rotterdam. In de zogenoemde
Bestuurlijke Overleggen MIRT (2018) is besloten dat medio 2019 de
startbeslissing zal worden gepubliceerd voor een éénduidige locatie
van een nieuwe oeververbinding aan de oostkant van Rotterdam. Een
alternatief in het westen is in de pre-verkenning al afgevallen op basis
van een multi-criteria-analyse, al werd deze zo niet genoemd (Gemeente Rotterdam e.a., 2018). De alternatieve locaties zijn beoordeeld op aspecten
als:
- Oplossen van knelpunt van Brienenoord- en Algeracorridor (A16/A15).
- Oplossen van knelpunten stedelijk OV: metro en tram.
- Verstedelijking (wonen en economische toplocaties) in relatie tot
agglomeratiekracht.
- Verbeteren van stedelijke leefkwaliteit.
- Vergroten van kansen voor mensen.
Brede gedifferentieerde doelstellingen die moeten worden bereikt met vooral
een nieuwe brug over de Maas, beter openbaar vervoer en betere fietsroutes.
Doelstellingen die niet zijn vertaald in concrete
beleidsdoelstellingsvariabelen in de zin van bij voorbeeld terugdringen
CO2. Nut en noodzaak worden niet genoemd.
Keuze tussen in de stad of buiten de stad op proces
Het debat in de regio (MRDH) gaat nu verder over een locatie aan de
oostkant van de stad. Hierbij worden twee alternatieve locaties voor een
nieuwe oeververbinding bezien. De keuze gaat de komende maanden tussen een
verbinding in het verlengde van de Kralingse Zoom naar Feyenoord, de
Oostelijke Stadsbrug genoemd en een Oost-oostelijke brug van de
Krimpenerwaard naar Ridderkerk. Verbaal niet direct te zien als een
stadsbrug voor Rotterdam, maar dat ter zake. Voor iedere locatie zijn
verschillende capaciteiten voor de bruggen bezien daarnaast onderscheidende
maatregelen voor de verbeteringen in kwaliteiten voor het openbaar vervoer
en fiets.
Bewoners worden geïnformeerd en de verschillende gemeenteraden in de regio
buigen zich over de vraag naar welk alternatief hun voorkeur moet uitgaan.
Ridderkerk lijkt tegen een brug van en naar de Krimpenerwaard te zijn,
Capelle aan den IJssel en Krimpen aan den IJssel hebben vooralsnog juist
een voorkeur voor deze brug. Bewoners langs de voorziene route voor de
Oostelijke Stadsbrug in Rotterdam pleiten voor een tunnel in plaats van een
brug. Een prachtig vraagstuk dus voor een maatschappelijke
kosten-batenanalyse.
De keuze staat al vast
Maar de keuze lijkt al gemaakt, want in de Bestuurlijk Overleggen MIRT 2018
is al besloten voor een variant met een pakket van maatregelen met een
kostenplaatje van € 640 miljoen (excl. BTW). De gemeente Rotterdam, de
provincie Zuid Hollland en MRDH reserveren daar een bedrag voor van € 280
miljoen (excl. BTW) en het Rijk € 200 miljoen (incl. BTW).[2] De rest ziet men later wel weer. Het gereserveerde budget is bestemd
voor:
- Een multimodale oeververbinding aan de oostzijde van Rotterdam;
- Met aanvullend daarop onder meer een HOV-verbinding
(Zuidplein-KralingseZoom), station Stadionpark;
- En een pakket van maatregelen ter ontlasting van de Van Brienenoord- en
Algeracorridor.
Hiermee lijkt te zijn gekozen voor een pakket van maatregelen dat als
pakket niet één op één is terug te vinden in het verkeersonderzoek van de
pre-verkenning (Goudappel Coffeng, 2018). De bestuurders hebben gevist in
de pakketten. Hiermee komen we op een andere bemerking bij het dossier. Het
verkeersonderzoek heeft pakketten van maatregelen voor weginfrastructuur,
openbaar en fietsverkeer als één geheel verkend en niet, zoals de voorkeur
heeft, opgebouwd uit een analyse van de verschillende zelfstandig uit te
voeren onderdelen. Hierdoor ontbreekt het zich op het effect van de
afzonderlijke maatregelen. Daarbij komt dat de pakketten niet gelijkwaardig
zijn. Zo is alleen in één van de twee varianten van de Oost-oostelijke
verbinding naast de brug naar Ridderkerk ook een nieuwe Algerabrug
opgenomen, een brug tussen Krimpen aan den IJssel en Capelle . De
Algerabrug is het knelpunt waar bewoners van Krimpen aan den IJssel en
Capelle het hardst over klagen. Deze laatste variant telt dus twee bruggen,
de andere één.
Maatschappelijk nut discutabel
Geen van de pakketten lijkt goed te scoren op een voor een MKBA belangrijke
baat, de voertuigverliesuren. De hoogste vermindering ten opzichte van de
referentiesituatie valt te verwachten van een westelijk alternatief, in
2030 met 538 uren over beide spitsen gesommeerd. Bij een waardering van 10
euro per uur over 300 dagen een baat van 1,6 miljoen euro in 2030, nog geen
half procent van de investeringskosten. De andere alternatieven scoren
slechter. Er zijn zelf varianten met meer verliesuren bij uitvoering van
het maatregelenpakket dan zonder het pakket. Er zullen nog flink wat baten
moeten worden bedacht wil een MKBA van een pakket positief zijn. Men kan
denken aan een bijzondere stadsbrug met iconische waarde.
De verkeersanalyse van de pakketten laat verder zien dat er grote
verschillen in effecten zijn per wegvak of deelgebied. Zo zal bij de
Oost-oostelijk locatie in 2030 in de Krimpenerwaard 24 tot 26 % procent
meer voertuigkilometers gereden worden dan zonder deze verbinding. Het
aantal verliesuren in de spits voor bewoners in de Krimpenerwaard kan met
de nieuwe verbinding naar Ridderkerk fors oplopen ten opzichte van de
referentiesituatie, zelfs meer dan verdubbelen. Een of twee nieuwe bruggen
om langer in de file te staan. Met het pakket aan maatregelen wordt het
probleem van files dus erger en verplaatst in plaats van opgelost, de baten
zullen negatief zijn. Voor verder inzicht wreekt het zich dat pakketten
zijn beoordeeld en niet de onderliggende deelbesluiten.
Bestuurders kiezen
Bestuurders in de Krimpenerwaard hebben blijkbaar deze getallen niet gezien
bij het uitspreken van hun voorkeur voor een brug naar Ridderkerk. Mogelijk
voor het verdere proces niet van belang, want wie betaalt bepaalt dus zal
het, gelet op de financiële inbreng van Rotterdam, de Oostelijke Stadsbrug
wel worden. Imago gaat voor de baten, óók in Rotterdam.
Conclusie
Samenvattend, op proces en op inhoud een bedenkelijk voorbeeld voor hoe het
niet moet met beleidsanalyses ex ante. De vraag rijst of hier een bron
inzit om het dossier te laten stranden bij de Raad van Staten. Maar ook dat
is, net als de bekostiging, van latere zorg. Het wachten is op de een
bestuurder die naar de kosten-batenanalyse vraagt ter ondersteuning van
zijn of haar voorkeur.
Voetnoten:
[1] Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport.
[2] De reservering van het Rijk betreft een budget inclusief BTW van de
andere partijen een bedrag exclusief BTW. Vreemd, want als beide
bedragen waren opgevoerd exclusief BTW dan had het beoogde pakket
in deze fase niet voldoen aan het criterium dat er zicht moet zijn
op bekostiging van 75 % van de geraamde kosten. De niet aandachtige
lezer zal denken 200 plus 280 is 480 is 75 % van 640, dus het
klopt. Mogelijk kost voor later, voor de Rekenkamer.
Referenties
Bestuurlijk Overleggen MIRT (2018), Afsprakenlijst Overleggen MIRT, 21 en 22
november 2018.
Gemeente Rotterdam, Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat,
Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Provincie Zuid Holland (2018), Resultatennota pre-verkenningsfase MIRT, Oeververbindingen regio Rotterdam, Rotterdam.
Goudappel Coffeng (2018), Pre-verkenning Oeververbindingen Rotterdam,
Verkeersonderzoek, Deventer.
Holst, B. van (2014), Weerbarstige praktijken bij gebruik MKBA,
www.mkba-infomatie.nl.
Ministerie van Infrastructuur en Verkeer (2018), Kamerbrief over actualisering Werkwijzer MKBA bij MIRT-verkenningen, Den Haag.
Ministerie van Financiën (1986), Beleidsonderzoek, het ontwikkelen en beoordelen van beleidsmaatregelen en – projecten, Den Haag.
Te citeren als
Bas van Holst, “Oostelijke Stadsbrug Rotterdam is luxe, geen noodzaak”,
Me Judice,
4 april 2019.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding '
Erasmusbrug Rotterdam' door '
Maarten Takens'