Pierson Penning voor een 'excellente lastpak': Sweder van Wijnbergen

Pierson Penning voor een 'excellente lastpak': Sweder van Wijnbergen image
afbeelding: still uit interview Van Wijnbergen met MJ
18 dec 2020

Sweder van Wijnbergen heeft  de Pierson Penning 2020 ontvangen voor zijn onvermoeibare werk om op scherpzinnige wijze economische theorie en beleid te combineren. Door de coronacrisis moest helaas de uitreiking van de Penning online geschieden. De laudatio die uitgesproken werd door Klaas Knot, president van De Nederlandsche Bank, wordt hier in zijn volledigheid gepubliceerd. En om alvast Knots concluderende woorden over Sweder van Wijnbergen aan te halen: "Jouw werk heeft de frontlijn van de economische wetenschap op een groot aantal terreinen een flink eind doen opschuiven."

De Pierson Penning oeuvreprijs

De Pierson Penning is een oeuvreprijs die traditiegetrouw wordt uitgereikt aan een econoom met een grote wetenschappelijke staat van dienst op een breed terrein. En die tevens een onderscheidende rol heeft gespeeld in het economisch beleid. Ik hoef denk ik niemand ervan te overtuigen dat onze laureaat met glans aan dit profiel voldoet. Sweder is een econoom van een grote statuur. Zijn academische werk is terug te vinden in alle economische toptijdschriften. En de verscheidenheid aan onderwerpen waar hij zich in zijn carrière op heeft toegelegd is bijna buitensporig. Ook bekleedde hij als econoom verschillende topfuncties bij de Wereldbank. Daarnaast was hij een aantal jaren Secretaris-Generaal op het ministerie van Economische zaken.

Politici die daadkracht willen uitstralen, maar geen idee hebben wat ze moeten doen, richten een investeringsfonds op.

Hoewel het geen vereiste is voor het verkrijgen van deze prijs, is Sweder iemand die geen enkel blad voor de mond neemt. Hij schuwt de media niet om het beleid van overheden, centrale banken en toezichthouders grondig te fileren. Zo opende hij vorig jaar in een opiniestuk in het Financieele Dagblad nog met de onverbiddelijke woorden: “Politici die daadkracht willen uitstralen, maar geen idee hebben wat ze moeten doen, richten een investeringsfonds op.”[1]

In dit artikel wil ik u meenemen langs de hoogtepunten in Sweders carrière. Daarin zien we duidelijk zijn veld van onderzoekinteresses en wetenschappelijke bijdrages uitdijen. En ik zal het daarbij niet kunnen laten om af en toe te putten uit de grote rijkdom aan mooie anekdotes uit zijn kleurrijke loopbaan. Daarbij zal mijn pet als voorzitter van de Pierson-stichting hier af en toe plaatsmaken voor mijn pet als president van De Nederlandsche Bank. Sweder is immers sinds 2016 als onafhankelijk adviseur aan onze instelling verbonden.

Eerste jaren – macro economie en internationale handel

Sweder wordt in 1951 geboren in Haarlem, en groeit op in Nijmegen, in een gezin met drie zussen. Zijn vader is jurist en hoogleraar, zijn moeder werkt thuis. Naar eigen zeggen is Sweder al jong tegendraads. Als kind droomt hij van sterrenkunde, en dat brengt hem uiteindelijk bij de studie natuurkunde. Gaandeweg komt hij er achter dat natuurkunde niet zijn roeping is, maar hij is te trots om te stoppen. Hij wil niet dat mensen denken dat hij er te dom voor is. Na het afronden van zijn studie natuurkunde studeert hij econometrie in Rotterdam.

Sweder is tijdens zijn studietijd zeker niet alleen in de boeken te vinden. Ook het studentenleven trekt hem aan. Naar verluidt is hij barkeeper geweest in een grote discotheek in Utrecht. Na zijn studies natuurkunde en econometrie verhuist Sweder naar Boston om daar in 1980 te promoveren aan MIT.

Na zijn promoveren ziet een onnavolgbare stroom van toppublicaties het levenslicht. Voor Albert Einstein was 1905 zijn Annus Mirabilis. Sweder laat het niet bij één jaar. Zo publiceert hij tussen 1980 en 1985 in de Quarterly Journal of Economics, Review of Economic Studies, Journal of Monetary Economics, en meerdere malen in de Economic Journal en Journal of Development Economics.  

Een spraakmakend artikel, en tevens zijn meest geciteerde werk, gaat over het fenomeen van de Hollandse ziekte, The Dutch Disease[2]. De vraag staat centraal of 'Dutch disease' daadwerkelijk een ‘ziekte’ is. Sweder concludeert dat het inderdaad om een stevige griep gaat als de inkomsten uit de productie van olie vooral terecht komen in meer beschermde, minder productieve sectoren die minder leereffecten, aanpassingsvermogen en technologische vernieuwing laten zien. Als gevolg van opwaartse druk op lonen en prijzen in deze sectoren worden arbeid en kapitaal weggetrokken uit de doorgaans meer productieve exportsector. Deze sector wordt bovendien uit de markt geprijsd door appreciatie van de reële wisselkoers. Als daarentegen olie-inkomsten bedachtzaam worden aangewend voor investeringen in buitenlands kapitaal om zo consumptieve bestedingen uit te smeren over de tijd, kan de griep beperkt blijven tot een ‘kuchje’.

Collega’s geven hem veel lof voor zijn oplossingen die uiteindelijk de Mexicaanse schuldencrisis in de jaren ’80 weten te bezweren.

In het zelfde jaar verschijnt in de Quarterly Journal of Economics[3] ook een artikel over de Dutch Disease waarin Sweder dieper ingaat op de prijs- en werkgelegenheidseffecten van hogere olie-inkomsten voor de olieproducerende landen. Op basis van een macro-economische onevenwichtigheidsanalyse geïnspireerd door het eerdere werk van Edmond Malinvaud, laat Sweder zien dat de Hollandse ziekte vooral in de Zuid-Amerikaanse olieproducerende landen zou kunnen ontaarden in een geval van ‘klassieke werkloosheid’, maar in de Golfstaten juist in een situatie van ‘onderdrukte inflatie’. Dit onderscheid hangt in grote mate af van het aandeel van de internationaal verhandelbare goederen in het mandje van de bestedingen.

Wereldbank tijd – schulden en valutacrises

Na zijn promotie gaat Sweder in 1980 aan de slag bij de Wereldbank, waar hij op grote schaal blijft publiceren. Hij start daar bij de onderzoekafdeling voor Development Economics. Zijn collega’s beschrijven hem als econoom met de voorkeur voor de meest geplaagde landen, landen waar anderen eigenlijk hun neus voor ophalen. Hij bekleedt uiteindelijk de functies van hoofdeconoom Latijns-Amerika en hoofdeconoom Oost-Europa.

Collega’s geven hem veel lof voor zijn oplossingen die uiteindelijk de Mexicaanse schuldencrisis in de jaren ’80 weten te bezweren. In een interview zegt oud-Minister van Financiën van Mexico Angel Gurria over Sweder dat – “hij de gave heeft om ergens binnen te komen en binnen twee dagen het vertrouwen te winnen.” Na de val van de muur mag Sweder een dergelijk huzarenstukje nogmaals opvoeren door het failliete Polen te begeleiden bij zijn eerste stapjes naar een markteconomie.

Sweders Wereldbank-tijd komt steevast terug in actuele economische discussies. Als je met Sweder praat over herstructureringen van bedrijven en banken dan put hij altijd rijkelijk uit zijn ervaring met het herstructureren van schulden in Mexico en Polen. En als hij de Nederlandse overheid meent te betrappen op trucs in de begroting dan valt al snel de term “Latijns Amerikaans boekhouden”.

In zijn Wereldbank-tijd weet hij een groot aantal toppublicaties te produceren waarin onder andere schulden- en valutacrises in Latijns Amerika centraal stonden. Zo laat Sweder samen met Stijn Claessens in 1993 in de Quarterly Journal of Economics zien dat de zogenaamde Brady Deal, die in 1989 als eerste werd toegepast tijdens de Mexicaanse schuldencrisis, een efficiënte vorm van schuldverlichting bood waarvan de baten vooral terechtkwamen bij Mexico zelf[4]. Hij concludeerde dit door te laten zien dat de marktwaarde van de Mexicaanse schuld vanwege de deal nauwelijks opliep. Hiermee snoerde hij critici de mond die geloofden dat schuldeisers van landen vaak onevenredig profiteren van een herstructureringsdeal.

Afbeelding: impressie van de uitreiking van de Pierson Penning 2020 die door afgekondigde coronamaatregelen online moest plaatsvinden

Pierson_4305

 

In een ander prachtig artikel uit 1995 in de American Economic Review gaat Sweder samen met Santiago Levy dieper in op de gevolgen voor Mexico van het vrijhandelsakkoord NAFTA in 1992.[5] Ofschoon er grote welvaartswinsten van NAFTA verwacht konden worden, betekende dit niet dat de Mexicaanse boeren of andere arme bevolkingsgroepen er onmiddellijk van zouden profiteren. Het artikel laat zien dat er naast de efficiencywinst ook een immens verdelingsprobleem speelde, waarbij deze groepen tijdens het economische transitieproces buiten de boot dreigden te vallen. Aanpalend beleid moet er dan vooral op gericht zijn het rendement op de productiemiddelen en bezittingen van deze groepen te verhogen, bijvoorbeeld door gerichte investeringen. Denk daarbij aan irrigatieprojecten om land vruchtbaarder te maken. Directe inkomenssteun zou alleen maar de verkeerde prikkels geven.

Terug in Nederland -  Excellente lastpak

Sweder keert in 1993 terug naar Nederland om daar als professor aan de Universiteit van Amsterdam aan de slag te gaan. In 1997 wordt hij door Minister Wijers naar het ministerie van Economische Zaken gehaald als Secretaris-Generaal. Die vraagt aan hem of hij het aankan om dienaar te worden van de Minister waarbij hij ook rekening moet gaan houden met de politiek. Sweder komt met een helder antwoord. “ik vroeg Wijers hoe hij dacht dat ik de regeringen van Polen en Mexico had kunnen adviseren als ik géén rekening kan houden met politiek?''.

Ik vroeg Wijers hoe hij dacht dat ik de regeringen van Polen en Mexico had kunnen adviseren als ik géén rekening kan houden met politiek?

Niettemin weet Wijers dat hij, zoals hij het later formuleert, een ‘lastpak’ binnenhaalt, maar hij noemt dit een gecalculeerd risico. Hoe diep die calculaties gaan zullen we nooit weten. Wel weten we dat Sweder het onder Wijers’ opvolger niet heel lang volhoudt.

In 1999 keert hij terug naar de Universiteit van Amsterdam. Hij blijft publiceren over thema’s uit zijn Wereldbank-tijd zoals de vraag of olieproducent Nigeria ook misschien ten prooi is gevallen aan de Hollandse ziekte[6]. Hij publiceert daarnaast een analyse naar de schuldhoudbaarheid van Turkije[7] – een land waaraan hij in zijn wereldbanktijd ook al een aanzienlijke hoeveelheid artikelen  wijdde. Naast deze klassieke ‘Sweder’-onderwerpen zien we ook een paar in het oog springende nieuwe thema’s. Zo worden in 2013 twee artikelen uitgebracht over Islamitisch bankieren. Het ene artikel gaat in op de consequenties voor monetair beleid[8], het andere analyseert de gevolgen voor schuldherstructurering[9]. In 2013 ziet zelfs een artikel het levenslicht over hoe kennis over het HIV-virus van invloed is op het al dan niet gebruiken van condooms[10].

Na de financiële crisis van 2008 heeft Sweder forse kritiek op het bankentoezicht van De Nederlandsche Bank. Hij betwijfelt of DNB het vermogen heeft om te leren van gemaakte fouten. Ook in de jaren daarna blijft hij DNB kritisch volgen.

Dit is denk ik een goed moment voor een beknopte karakteranalyse. Waarom vinden veel mensen Sweder een lastpak? Ik denk dat dat deels komt omdat hij messcherpe intelligentie paart aan een enorme maatschappelijke gedrevenheid. Sweder is verre van een ivoren toren geleerde. Hij wil zijn kennis en intellect ten dienste stellen van de maatschappij. En hij wil resultaten boeken. Daarom heeft hij niet altijd zoveel geduld met de wat minder begaafde medemens.

Vanuit die gedrevenheid is het ook te begrijpen dat hij in 2016 besluit om in te gaan op het aanbod om als onafhankelijk adviseur voor DNB te komen werken. Het tekent zijn drang om niet aan de zijlijn te roepen maar ook zelf een verschil te willen maken. En misschien heeft hij er inmiddels ook wat meer vertrouwen in dat zijn adviezen daar in vruchtbare bodem vallen.

Sweder van Wijnbergen binnenhalen als adviseur voelde voor ons een beetje als een kaartje voor de eerste rij kopen bij Youp van ‘t Hek. U kunt gerust van mij aannemen dat Sweder ook binnen DNB nog steeds niets van zijn onafhankelijke en kritische geest heeft ingeleverd. En precies daarom zijn we ook zo blij dat hij voor ons werkt. Hij is een ongelooflijk waardevol klankbord en generator van nieuwe ideeën op uiteenlopende terreinen. Het is belangrijk dat het beleid en advies van centrale banken wetenschappelijk grondig onderbouwd is. Uitmuntende en beleidsgerichte wetenschappers als Sweder van Wijnbergen zijn daarbij van onschatbare waarde. Wat daarbij opvalt is het enthousiasme waarmee Sweder omgaat met jonge medewerkers. Het werkt voor hen enorm stimulerend om in een open wetenschappelijke discussie hun geest te scherpen aan Sweders ervaring en intellect. Ze lopen met één vraag bij hem binnen en komen er met 10 weer buiten!

Een mooi gezamenlijk DNB product betreft een recent working paper over de macro effecten van het uit de hand gelopen handelsconflict tussen de Verenigde Staten en China. Daarin wordt geconcludeerd dat de VS en China zelf de grote verliezers zijn van een onderlinge handelsoorlog, maar dat het eurogebied zou kunnen profiteren van goedkopere invoer uit China en een verbeterde concurrentiepositie in Amerika.[11] Het eurogebied is de spreekwoordelijke derde hond die er vandoor gaat met het been waar de twee andere om vechten. Ondanks deze positieve ‘trade diversion’ effecten voor het eurogebied is mondiaal gezien de uitkomst van het conflict per saldo negatief. Toenemend protectionisme in de vorm van op de spits gedreven handelsconflicten remt jarenlang de mondiale economische groei. Hopelijk kan in de nabije toekomst weer een lans gebroken worden voor ‘trade creation’ in plaats van ‘trade diversion’, waarvan uiteindelijk alle partijen kunnen profiteren.

Sweder is nog steeds zeer actief op het gebied van financiële economie in brede zin. Gebruikmakend van zijn financieel-economische expertise levert hij in recente jaren talloze bijdragen en artikelen aan wijd uiteenlopende onderwerpen.

Intussen is Sweder volop blijven publiceren en promovendi blijven begeleiden. Zijn interesse is door de jaren heen wat meer verschoven naar Banking en Finance. Zo heeft hij, samen met Markus Kirchner, in 2016 een mooie publicatie in de Journal of Monetary Economics met een artikel over de verwevenheid tussen banken en overheden.[12] Daarin concludeert hij dat fiscale stimuli in tijden van een recessie lang niet zo effectief zijn wanneer banken overheidsschuld aanhouden in hun portfolio’s. Als het wanbetalingsrisico van een land toeneemt, worden deze portfolio’s als vanzelf minder waard. Banken kunnen daardoor minder uitlenen wat een drukkende werking heeft op de investeringen en daarmee de groei van de economie. De analyse laat zien dat deze negatieve bestedingseffecten de positieve effecten van het fiscaal stimuleren zelfs volledig teniet kunnen doen.

Sweder is nog steeds zeer actief op het gebied van financiële economie in brede zin. Gebruikmakend van zijn financieel-economische expertise levert hij in recente jaren talloze bijdragen en artikelen aan wijd uiteenlopende onderwerpen. Denk daarbij aan het debat over klimaatverandering[13], CO2-beprijzing[14], monetair beleid[15] en pensioenhervormingen[16], alsook de invloed van herkapitalisatie van banken op het economisch herstel na een financiële crisis[17].

Beste Sweder, het was meen ik een Amerikaanse natuurkundige die bij het winnen van een belangrijke wetenschappelijk prijs, in een variant op de beroemde uitspraak van Sir Isaac Newton, het volgende zei: “Als ik verder heb kunnen zien dan anderen, komt dat omdat ik omringd werd door dwergen.” Ik weet niet precies hoe het komt, maar als om een of andere reden deze uitspraak aan jou was toegeschreven had ik het onmiddellijk geloofd. Maar jij hebt geen dwergen nodig. Je bent van jezelf al een academische reus, niet alleen in overdrachtelijke zin overigens. Jouw werk heeft de frontlijn van de economische wetenschap op een groot aantal terreinen een flink eind doen opschuiven. Samen met jouw maatschappelijke betrokkenheid en ongeduldige gedrevenheid heb je daarmee een belangrijke bijdrage geleverd aan het economisch beleid. Hier en elders in de wereld. Je bent zo nu en dan een lastpak, maar wel een excellente lastpak. En de Pierson Penning komt je met recht toe.

Voetnoten:


[1] Van Wijnbergen, S. (2019). Plan Wopke Hoekstra voor investeringsfonds komt neer op Latijns-Amerikaans boekhouden. Het Financieele Dagblad, 31-08-2019, p. 30.

[2] Van Wijnbergen, S. (1984). The ‘Dutch Disease': A disease after all? The Economic Journal, 94(373), 41-55.

[3] Van Wijnbergen, S. (1984). Inflation, employment, and the Dutch Disease in oil-exporting countries: A short-run disequilibrium analysis. The Quarterly Journal of Economics, 99(2), 233-250.

[4] Claessens, S., & Van Wijnbergen, S. (1993). Secondary market prices and Mexico's Brady deal. The Quarterly Journal of Economics, 108(4), 965-982.

[5] Levy, S. & Van Wijnbergen, S. (1995). Transition problems in economic reform: Agriculture in the North American Free Trade Agreement. American Economic Review, 85(4), 738-754.

[6] Pang, G., Budina, N., & Van Wijnbergen, S. (2007). Nigeria's growth record: Dutch disease or debt overhang? World Bank Policy Research Working Paper, 4256.

[7] Budina, N., & Van Wijnbergen, S. (2009). Quantitative approaches to fiscal sustainability analysis: A case study of Turkey since the crisis of 2001. The World Bank Economic Review, 23(1), 119-140.

[8] Zaheer, S., Ongena, S., & Van Wijnbergen, S. (2013). The transmission of monetary policy through conventional and Islamic banks. International Journal of Central Banking, 9(4), 175-234.

[9] Van Wijnbergen, S., & Zaheer, S. (2013). Sukuk defaults: On distress resolution in Islamic Finance. Tinbergen Institute Working Paper, 2013-087.

[10] Lammers, J., Van Wijnbergen, S. J. G., & Willebrands, D. (2013). Condom use, risk perception, and HIV knowledge: A comparison across sexes in Nigeria. HIV/AIDS - Research and Palliative Care, 5, 283–293.

[11] Bolt, W., Mavromatis, K., & Van Wijnbergen, S. (2019). The global macroeconomics of a trade war: The EAGLE model on the US-China trade conflict. De Nederlandsche Bank Working Paper, 623.

[12] Kirchner, M., & S. Van Wijnbergen (2016). Fiscal deficits, financial fragility, and the effectiveness of government policies. Journal of Monetary Economics, 80, 51–68.

[13] Olijslagers, S., & Van Wijnbergen, S. (2019). Discounting the future: On climate change, ambiguity aversion and Epstein-Zin preferences. Tinbergen Institute Working Paper, 2019-030.

[14] Van Wijnbergen, S., Van der Ploeg, R., & Olijslagers, S. (2020). Commit to a Credible Path of Rising Co2 Prices. Tinbergen Institute Working Paper, 2020-028.

[15] Olijslagers, S., Petersen, A., De Vette, N., & Van Wijnbergen, S. (2019). What Option Prices tell us about the ECB’s Unconventional Monetary Policies. De Nederlandsche Bank Working Paper, 629.

[16] Van Wijnbergen e.a. (2019) Briefschrijvers moeten duidelijk en volledig zijn: jongeren slechter af bij aanpassing rekenrente. ESB Blog en FD-artikel.

[17] Homar, T., & Van Wijnbergen, S. J. G. (2017). Bank recapitalization and economic recovery after financial crises. Journal of Financial Intermediation, 16-28

Te citeren als

Klaas Knot, “Pierson Penning voor een 'excellente lastpak': Sweder van Wijnbergen”, Me Judice, 18 december 2020.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
afbeelding: still uit interview Van Wijnbergen met MJ

Links

Ontvang updates via e-mail