Van Raad naar College: de opkomst van lokale partijen in het gemeentebestuur

Onderwerp:
Van Raad naar College: de opkomst van lokale partijen in het gemeentebestuur image
Nieuwe raadsleden bij de nieuwe gemeenteraad in Nissewaard, 2018. Door Peter van der Sluijs.
Lokale partijen verwerven steeds meer zetels in gemeenteraden en ook weten zij deze raadszetels steeds vaker 'om te zetten' naar wethouderszetels. Raymond Gradus, Tjerk Budding, Bram Faber en Stijn Klarenbeek laten de opkomst van lokale partijen zien aan de hand van verkiezingsdata van alle verkiezingsjaren tussen 1998 en 2022. Het kengetal dat het aantal wethouders in verhouding tot het aantal raadszetels aangeeft, is voor deze groep in 2022 gestegen naar bijna één.

Inleiding

In maart 2022 vonden verkiezingen plaats in 333 gemeenten, en tot en met oktober zijn de colleges van burgemeester en wethouders (B&W) gevormd. De grote winnaar zijn de lokale partijen: met in totaal 525 wethouders hebben zij hun positie in de colleges van B&W aanzienlijk weten te versterken. In dit artikel laten we de opkomst van lokale partijen zien aan de hand van verkiezingsdata van alle verkiezingsjaren tussen 1998 en 2022. We kijken hierbij naar het aantal zetels in gemeenteraden en het aantal wethouders in colleges van B&W. Ook berekenen we een kengetal dat het aantal wethouders in verhouding tot het aantal raadszetels aangeeft. Wat onze data laat zien is dat dit kengetal voor lokale partijen in de loop van de tijd stijgt naar bijna één, waarmee ze langzaam maar zeker doordringen tot de macht van de lokale politiek. Van de landelijke partijen hebben in 2022 PvdA en DENK het grootste kengetal.

De opkomst van lokale partijen in de Raad en College

Om de opkomst van lokale partijen te meten kijken we in de eerste plaats naar het aantal gemeenteraadszetels dat ze innemen. Hoeveel zetels een gemeenteraad heeft varieert tussen de 9 (voor gemeenten met minder dan 3.001 inwoners) en 45 (voor gemeenten met meer dan 200.000 inwoners). Vanwege de herindelingen die hebben plaatsgevonden is het totaal aantal raadszetels in de periode 1998-2022 gedaald van 10.129 naar 8.531. Tijdens de verkiezing in maart van dit jaar waren 8.237 verkiesbaar. Al deze zetels verdelen we onder in lokale partijen en per nationale partij. Hierbij definiëren we nationale partijen als partijen die ook vertegenwoordigd zijn in de Tweede Kamer, terwijl lokale partijen dat niet zijn. Momenteel zijn er 17 nationale partijen met raadszetels in 2022: PvdA, VVD, CDA, D66, GroenLinks, SP, CU, SGP, PVV, PvdD, 50PLUS, DENK, FvD, Volt, BIJ1, JA21 en BVNL. In figuur 1 zien we het gemiddeld percentage gemeenteraadszetels zoals deze bezet worden door de nationale en lokale partijen, gebaseerd op de gemeenteraadsverkiezingen in 1998, 2002, 2006, 2010, 2014, 2018 en 2022.

Figuur 1. Verdeling raadszetels 1998-2022.

Uit de figuur kunnen we opmaken dat CDA, VVD en PvdA de afgelopen vijfentwintig jaar een aanzienlijk aantal raadszetels hebben moeten inleveren. Waar zij in 1998 nog gemiddeld 59% van de raadszetels innamen, is dit gedaald tot 32% in 2022. Als we kijken naar de andere landelijke partijen zien we – afgezien van een verdubbeling van het relatieve aantal zetels van D66 – weinig fundamentele veranderingen. Het grote verlies van de drie klassieke bestuurderspartijen moet dan ook vooral verklaard worden aan de hand van de aanzienlijke stijging van lokale partijen: hun aandeel steeg van 23% in 1998 naar 42% in 2022. Naast de stijging in raadszetels hebben we gekeken naar het relatief aantal wethouders per politieke partij, zoals aangegeven in figuur 2.

Figuur 2. Aantal wethouders naar politieke partij 1998-2022.

Hier zien we dezelfde trend. Het gemiddeld percentage wethouders van CDA, VVD en PvdA daalde van 73% in 1998 naar 37% in 2022 – een dieptepunt in de gepresenteerde verkiezingsjaren. Verder zien we onder landelijke partijen een grote toename bij D66 en GroenLinks, die beide van 2% in 1998 stegen naar respectievelijk 8% en 7% in 2022. Ook hier zitten de fundamentele verschuivingen echter bij de lokale partijen: zij stegen van 19% in 1998 naar 39% in 2022. Waar de klassieke bestuurderspartijen in zowel raadszetels als gemiddeld percentage wethouders halveerden, verdubbelt het aandeel lokale partijen.

Van raadszetels naar wethouderszetels

Om deze trend inzichtelijker te maken hebben we kengetallen berekend die voor ieder verkiezingsjaar per politieke partij het aandeel wethouders deelt door aandeel raadszetels. Zo’n kengetal is nuttig om ontwikkelingen in de loop van tijd te beschrijven, maar ook om de verschillen tussen partijen helder te krijgen. De verwachting is dat klassieke bestuurderspartijen als CDA, VVD en PvdA een kengetal groter dan één hebben omdat ze relatief veel wethouders leveren, terwijl populistische of anti-establishment partijen juist een kengetal kleiner dan één hebben omdat ze zich afzetten tegen het bestuur. In tabel 1 staan de kengetallen per verkiezingsjaar en per politieke partij uitgesplitst.

Tabel 1. Kengetallen politieke partijen 1998-2022.

Voor lokale partijen zien we vooral in de laatste twee verkiezingen dit kengetal oplopen en steeds dichter bij één komen. Dit is een indicatie dat lokale partijen er steeds beter in slagen om het aantal raadszetels om te zetten in wethouderszetels. Voor de PvdA zien we dat het kengetal met uitzondering van 2014 steeds groter is dan één, met opvallend hoge kengetallen van 1,27 in 2006 en 1,24 in 2022. Dit lijkt ook samen te hangen met de grote winst in raadszetels in 2006 ten opzichte van 2002, terwijl in 2014 juist gekampt werd met een groot verlies aan raadszetels ten opzichte van het verkiezingsjaar daarvoor. In 2006 ging dit ten koste van de lokale partijen. Voor VVD en CDA zijn deze verhoudingsgetallen in alle jaren groter één, wat hun positie als traditionele bestuurderspartij bevestigt.

Wat onze beschrijvende data laat zien is dat lokale partijen er steeds meer in slagen om hun positie in de gemeentelijke politiek te versterken.

Voor D66 en GroenLinks zien we dat ze hun positie in het college van B&W sinds eind jaren negentig hebben weten te versterken. Ook de SGP en de CU zijn er in die periode in geslaagd om ook wethouderszetels te bemachtigen in de gemeenten waar zij raadszetels bezetten. Het kengetal van de SP is in alle jaren duidelijk lager dan één, hetgeen erop duidt dat de SP er in de praktijk niet in slaagt om raadszetels om te zetten in posities in het college van B&W, wat hun positie als anti-establishment-partij bevestigt.

Naast de acht ‘oude’ landelijke partijen die mee zijn genomen in de bovenstaande figuren deden negen relatief ‘nieuwe’ landelijke partijen mee aan de laatste gemeenteraadsverkiezingen. Ook voor deze partijen hebben we de kengetallen berekend, die naast het aantal wethouders en raadszetels in tabel 2 staan weergegeven.

Tabel 2. Kengetallen nieuwe landelijke partijen 2022.

Het meest opvallende resultaat uit de tabel is van DENK. Op een totaal van 25 gemeenteraadszetels leverde deze partij vijf wethouders: twee in Rotterdam, twee in Almere en één in Schiedam. Met 1,22 heeft DENK een vergelijkbaar kengetal als PvdA in 2022 en zelfs een hoger kengetal dan CDA en VVD in dat jaar. Hiermee weet DENK hun relatieve positie aan raadszetels goed te ‘verzilveren’ voor wethouderszetels. Verder wist de PvdD – die overigens al sinds 2010 participeren in lokale verkiezingen – voor het eerst in 2022 drie wethouderzetels te bemachtigen. Ook Volt, dat sinds 2022 voor het eerst lokaal is vertegenwoordigd met 20 raadszetels, wist in Maastricht een wethouderszetel te bemachtigen.

Wat verder opvalt aan de tabel is dat de meeste van deze partijen geen wethouders leveren en daarmee een kengetal van 0 hebben. Voor FvD, PVV, JA21 en BVNL aan de rechterzijde en BIJ1 aan de linkerzijde is dit niet geheel onverwachts. Al deze partijen zetten zich – zij het om geheel andere redenen – af tegen het establishment en de bestuurlijke status quo. Hun positie in de gemeentelijke politiek is er daarmee een van oppositie, en niet van bestuurlijke participatie. Voor JA21 en BVNL, die een gematigdere en lokalere koers lijkt te varen dan PVV en FvD, zou dit in de toekomst kunnen gaan veranderen.

Wat onze beschrijvende data laat zien is dat lokale partijen er steeds meer in slagen om hun positie in de gemeentelijke politiek te versterken. We zien dit niet alleen in het aantal raadszetels dat ze winnen, maar ook in de vervolgslag naar het bestuur: steeds meer wethouders zijn afkomstig van lokale partijen. Tegelijkertijd zien we de positie van de klassieke bestuurderspartijen afnemen. De toenemende fragmentatie vindt dus niet alleen op nationaal, maar ook op lokaal niveau plaats.

Verantwoording

De data voor de samenstelling van gemeenteraden en colleges van B&W voor de verkiezingsjaren tussen 1998 en 2018 is verzameld aan de hand van voorhanden zijnde uitgaven van de Gids Gemeentebesturen, die jaarlijks werden uitgegeven door de VNG (zie Gradus et al., 2021). Omdat de gemeentegids niet meer beschikbaar is, zijn voor 2022 via de website van de NOS de uitslagen van de gemeenteraadsverkiezingen genomen. Door VNG zijn de recente uitkomst van de college-onderhandelingen beschikbaar gesteld. Er zit een registratieverschil tussen de data zoals die komen uit gemeentegidsen en van de NOS en de VNG. Bij een combinatie van partijen (bijv. CU/SGP) is op basis van de gemeentegids het zetel- en wethouderaantal verdeeld tussen beide partijen. Bij de NOS en VNG is dit geregistreerd onder lokale partijen. In 2022 kunnen de zetel- en wethouderaantallen van lokale partijen dus enigszins overschat worden. Voor het kengetal zal dit echter weinig verschil uitmaken.

Referenties

Raymond Gradus, Tjerk Budding en Elbert Dijkgraaf (2021), “Lokale democratie: Opkomst lokale partijen en politieke fragmentatie”, Bestuurswetenschappen 75(3), 5-17.

Raymond Gradus, Tjerk Budding, Vera van Schie, “Fragmentatie lokaal partijlandschap stokt”, Me Judice, 4 april 2022.

Te citeren als

Raymond Gradus, Tjerk Budding, Bram Faber, Stijn Klarenbeek, “Van Raad naar College: de opkomst van lokale partijen in het gemeentebestuur”, Me Judice, 28 december 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Nieuwe raadsleden bij de nieuwe gemeenteraad in Nissewaard, 2018. Door Peter van der Sluijs.

Ontvang updates via e-mail