Wat moet Europa doen, nu een pestkop de machtigste man van de wereld is geworden?

D Trump
Afbeelding ‘Donald Trump’ van Gage Skidmore (CC BY-SA 2.0).

Europa moet de kop niet laten hangen nu Trump aan de macht is, het vraagt juist om actie. In dit artikel bespreekt Arjen van Witteloostuijn wat er nodig is om de machtsstrijd aan te gaan met Amerika. Een ding is zeker: we zullen als Unie gezamenlijk grote investeringen moeten doen.  

 

Inleiding

Een wraakzuchtige pestkop is de machtigste man van de wereld geworden – een rechtsextremistische nationalist zonder empathisch en intellectueel talent. Via een tsunami aan decreten heeft hij direct laten merken dat alle gevaarlijke retoriek van voor de verkiezing in daden moet - en zal - worden omgezet. Alles is een strijd, waarbij de tegenstander in het stof moet bijten. En aan tegenstanders geen gebrek: Iedereen die niet rechts(extremistisch) is moet worden beschouwd als een “woke” socialist die moet worden uitgeschakeld. Het doet het ergste vrezen voor de toekomst van veel van zijn Amerikaanse landgenoten. Helaas houdt zijn agressieve heb- en wraakzucht niet op bij de landsgrenzen van zijn rijk met vijftig staten. Die vijftig moeten worden opgeschroefd naar ten minste 53, inclusief Canada, Groenland en Panama. Mogelijk knijpt hij daarna een oogje dicht als China Taiwan en Rusland Spitsbergen opslokken. De ene autocraat moet de andere immers ook wat gunnen.

Hoe moet Europa omgaan met deze narcistische pestkop? Om te beginnen moet van de eigen kracht worden uitgegaan. Met het huidige pessimisme over de neergang van Europa wordt bij voorbaat het hoofd in de schoot gelegd.

Ook bondgenoten zijn tegenstanders. Dat geldt zeker voor Europa. De Amerikaanse Messias voelt zich door dat vermaledijde Europa onheus bejegend. In zijn logica kan een handelstekort alleen betekenen dat de andere kant de Verenigde Staten uitbuit. Alles is een nulsomspel, ook internationale handel. Europa mag zich extra schamen omdat het intussen via het NAVO-bondgenootschap schuilt onder de Amerikaanse paraplu zonder daar financieel fatsoenlijk aan bij te dragen. Dat maakt meteen duidelijk hoe de Grote Wereldleider moeiteloos het ene dossier aan de andere kwestie koppelt: aan chantageopties bestaat geen gebrek. Europa moet als de wiedeweerga Amerikaanse producten afnemen (zeker gas en olie), via invoertarieven meer bijdragen aan de Amerikaanse schatkist, de uitgaven aan defensie opschroeven naar vijf procent van het bbp, vrij regelbaan geven aan Amerikaanse techmiljardairs, en Oekraïne offeren aan zijn collega-pestkop. Aan deze lijst gaat ongetwijfeld nog veel worden toegevoegd.

De weg voorwaarts voor Europa

Hoe moet Europa omgaan met deze narcistische pestkop? Om te beginnen moet van de eigen kracht worden uitgegaan. Met het huidige pessimisme over de neergang van Europa wordt bij voorbaat het hoofd in de schoot gelegd. En dat is volkomen onterecht. Zeker: het is hoog tijd een tandje bij te zetten en de Europese Unie verder te versterken. Maar op veel terreinen doet Europa het beter dan de Verenigde Staten. De rest van de wereld ziet dat, maar wijzelf lijken dat te vergeten. We zijn gezonder en we worden ouder. De Verenigde Staten zijn een ongezonde samenleving met een krankzinnig dure gezondheidszorg die voor de meerderheid van de tobbende bevolking ontoegankelijk is. Hoewel de Europese ongelijkheid sluipend oploopt, is het oude continent verhoudingsgewijs een paradijs van gelijke kansen en dito uitkomsten. In de Verenigde Staten heeft het roofkapitalisme een kloof tussen mega-rijk en diep-arm geslagen die zeer aan de ogen doet. Digitalisering is in Europa veel verder ontwikkeld. Achter de brede rug van de techreuzen is de Amerikaanse digitale infrastructuur nog verbazingwekkend primitief.

Daarnaast zijn de Amerikaanse energieprijzen laag omdat het milieu wordt kapotge“frackt” (fracking is een methode om schaliegas en schalieolie uit de diepe ondergrond vrij te maken, red.). De vergroening van Europa loopt mijlenver voor. De Europese groene industrie is dan ook beduidend sterker dan de Amerikaanse. Dat laatste wijst op een veelbelovende weg vooruit.

De Europese groene industrie is dan ook beduidend sterker dan de Amerikaanse. Dat laatste wijst op een veelbelovende weg vooruit [...] Juist de bedrijfstakken van de toekomst die daarin uitblinken, zouden zich in Europa moeten thuis voelen.

Terwijl de Amerikaanse industrie voor een groot deel verder wegzakt in het ouderwetse fossiele moeras vanwege “drill, baby, drill”-beleid, zou Europa voluit moeten investeren in verdere verduurzaming en vergroening. Juist de bedrijfstakken van de toekomst die daarin uitblinken, zouden zich in Europa moeten thuis voelen. Omdat de klimaatverandering met het vertrek van de Verenigde Staten uit het Parijs-akkoord een flinke impuls in de verkeerde richting krijgt, zou Europa ervoor moeten kiezen zich daarop voor te bereiden door op grote schaal te investeren in klimaatadaptatie en uitstootreductie. Niet alleen gaan vervolgens bedrijven die daarin excelleren juist in Europa floreren, maar daarnaast is Europa straks aanmerkelijk beter voorbereid op de grote bedreigingen die verdere temperatuurstijgingen en de daarbij behorende weerextremiteiten in de toekomst met zich meebrengen. Dat vergt niet alleen adequate flankerende maatregelen, bijvoorbeeld door van overheidswege te investeren in netwerkcapaciteit voor groene elektriciteit, maar ook gericht industriebeleid zodat de groene kampioenen van de toekomst Europees zullen zijn.

Tegelijkertijd moet Europa een eigen(wijze) koers varen in de moderne techwereld. Allereerst moet de zachte macht van het Europese regelbouwwerk krachtig worden ingevoerd en uitgebouwd. Toegeven aan harde Amerikaanse chantage door de Big Tech vrije toegang te bieden zal de Europese rechtsstaat ondermijnen – ook kunstmatige intelligentie zal moeten acteren binnen de bedding van de rechtsstaat. Europa moet de toon zetten door liberaal-democratische waarden (daad)krachtig te beschermen. Daarnaast moet de afhankelijkheid van de Amerikaanse digitale reuzen worden afgebouwd. Omdat het hier quasi-monopolies betreft die fluitend rijk worden achter de beschermende muur van netwerkvoordelen en twee pestkoppen, is dat geen sinecure. Maar gelukkig staat de geschiedenis vol van de (quasi-)monopolies die dermate lui en zelfgenoegzaam werden dat zij uiteindelijk door frisse nieuwkomers werden weggeconcurreerd. Voor dergelijke nieuwkomers moet Europa een warm bad zijn. Dat vergt industriebeleid in combinatie met – eindelijk – de ontwikkeling van een Europese kapitaalmarkt. Daarnaast moet Europa investeren in een eigen Internet-infrastructuur – in de sfeer van zowel hardware als software. Dat geldt zeker ook voor dataopslag- en gebruik, alsmede sociale platformen.

De reactie van Europa

Intussen moet Europa (leren) omgaan met die wraakzuchtige pestkop. Hier kan lering worden getrokken uit ervaringen op het schoolplein; wat psychologie van de koude grond kan behulpzaam zijn. Omdat ik geen geregistreerd(e) psychiater of psycholoog ben, kan en mag ik mij wat speculaties op afstand veroorloven. Een narcistische pestkop gedijt bij vleiende aandacht. Kalme en stoïcijnse reacties, of juist het uitblijven van reacties, bezorgen deze pestkop een pijnlijke kras op het opgeblazen ego. Dat lokt ongetwijfeld een agressieve pestreactie op, die op dezelfde kalme en stoïcijnse manier moet worden beantwoord.

Het is te verwachten dat in eerste instantie vooral naar het wapen van invoertarieven zal worden gegrepen. Hier zijn drie (re)acties nodig. In de eerste plaats moet Europa op basis van een gedegen analyse hetzelfde wapen als een chirurgisch mes slijpen en hanteren door telkens daar terug te slaan met nog hogere invoertarieven waar vooral het Amerikaanse bedrijfsleven pijnlijke klappen zal krijgen. In de tweede plaats moet Europa actief alternatieve exportbestemmingen aanboren via constructieve (handels)gesprekken met andere landen in de wereld, zodat met behulp van gerichte omlegging van handelsstromen de schade wordt beperkt. In de derde plaats, maar dat vergt vermoedelijk teveel moed, kan Europa na de eerste schermutselingen overwegen om zelf proactief invoermuren op te richten die de pestkop niet heeft zien aankomen.

Toch zal de machtsstrijd met de andere wereldpolen niet succesvol kunnen worden gevoerd zonder de ruimhartige uitgifte van Europese schuldpapieren. De benodigde investeringen zijn enorm.

Nog afgezien van de zo langzamerhand vermoeiende conclusie dat de 27 lidstaten van de Europese Unie keer op keer erin slagen om de eigen positie te ondermijnen vanwege onderlinge verdeeldheid, is een dergelijke daadkrachtige omgang met de Grote Pestkop problematisch vanwege Europese afhankelijkheden. Op drie terreinen zal Europa daarom snel een grote stap vooruit moeten zetten. De eerst stap heeft met kapitaal te maken. Hoewel Europe stinkend rijk is, valt de mobilisering van die rijkdom ten behoeve van broodnodige gezamenlijke investeringen niet mee in een gefragmenteerde kapitaalmarkt met 27 lidstaten - die stiekem ook een “eigen land eerst”-retoriek en bijbehorend beleid hoog in het vaandel hebben staan. De huidige rugwind voor nationalistisch-populistisch rechts komt bijzonder slecht uit. Toch zal de machtsstrijd met de andere wereldpolen niet succesvol kunnen worden gevoerd zonder de ruimhartige uitgifte van Europese schuldpapieren. De benodigde investeringen zijn enorm. Die zullen alleen langs die weg draaglijk kunnen worden opgebracht.

In de tweede plaats kan niet langer worden gewacht met de snelle ontwikkeling van een Europese defensie. Een grootmacht kan alleen overleven als deze zichzelf tegen agressie kan verdedigen, zeker ook dat van het militaire soort. Het probleem is niet dat de 27 lidstaten, samen met NAVO-buren, gezamenlijk te weinig uitgeven. Dat telt op tot een indrukwekkende miljardensom waaraan bijvoorbeeld de Russische agressor niet kan tippen. De belemmering wordt gevormd door de grote versnippering met nationalistische prioriteiten, ten gevolge waarvan alle nationale legers niet optellen tot een krachtig defensieapparaat. Het is hoog tijd het aloude voorstel van een Europees leger eindelijk een keer af te stoffen en in daden om te zetten. Alleen dan kan via gerichte samenwerking in de sfeer van aanschaf en aansturing een efficiënt en effectief defensieapparaat Europa in staat stellen om mondiaal als een grootmacht te opereren die zich niet langer kan en zal laten chanteren en koeioneren. Hierbij past ook een versnelde opbouw van een Europese defensie-industrie die in staat is autarkisch het eigen leger van het materieel te voorzien dat – helaas – in een oorlog direct in ruime mate nodig is, en die ook over lange tijd voor voortdurende aanvulling van dat materieel kan zorgen.

In de derde plaats moet de Europese rechtsstaat daadkrachtig worden gekoesterd. Daar is de afgelopen decennia flink de klad ingekomen, met de vooralsnog onstuitbare opkomst van extreem- en radicaalrechts in de ene lidstaat na de andere. De terugkeer van de Grote Roerganger aan de andere kant van de Atlantische plas zorgt voor extra rugwind. De Europese Commissie heeft enkele instrumenten ter beschikking om in te grijpen, maar dat blijft een moeizame vertoning omdat het lastig is om te interveniëren in een democratie, hoe illiberaal ook, die op papier via verkiezingen blijkbaar voor een dergelijke antirechtsstatelijke koers heeft gekozen. Ook in ons eigen kikkerlandje is het nationalistische, nativistische en antirechtsstatelijke gekwaak niet van de lucht. Over hoe dat komt en wat daaraan kan worden gedaan, zijn en worden boekenkasten vol geschreven – ook door mijzelf. Als het binnen afzienbare termijn niet lukt deze trend te keren, doet wat verder in deze korte analyse wordt gesuggereerd, mogelijk niet meer ter zake. In dat geval heeft extreem- en radicaalrechts waarschijnlijk eigenhandig gezorgd voor het gevaar waarvoor zijzelf voortdurend zo apocalyptisch waarschuwt: de ondergang van de Europese beschaving.

Slot

In een wereld die door Mercantilisme wordt gedomineerd, is machtspolitiek onvermijdelijk. Hierover zelfgenoegzaam treuren, hoe begrijpelijk ook, werkt contraproductief. Europa mag dan nog zo zeker weten dat het gelijk heeft, maar gelijk krijgen kan alleen door het machtsspel met de pestkoppen mee te spelen. De spelregels die zij voorstaan zijn verwerpelijk, en uiteindelijk slecht voor de planeet, maar de kans dat deze pestkoppen dat niet alleen inzien, maar zich vervolgens ook spontaan bekeren tot de naoorlogse spelregels van samenwerking die zoveel voorspoed hebben gebracht, is nul – afgerond naar boven. Europa zal moeten strijden voor het eigen gelijk. Dat kan succesvol aflopen, maar daarvoor is een ommekeer nodig die vermoedelijk te veel vraagt van het oude continent. Ik hoop van harte dat ik ongelijk heb. In deze concrete casus krijg ik mijn gelijk liever niet.

Te citeren als

Arjen van Witteloostuijn, “Wat moet Europa doen, nu een pestkop de machtigste man van de wereld is geworden?”, Me Judice, 31 januari 2025.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding ‘Donald Trump’ van Gage Skidmore (CC BY-SA 2.0).

Ontvang updates via e-mail