Duurzaam beleggen
Duurzaam beleggen neemt snel in belangstelling toe. Deze vorm van beleggen
is een op de lange termijn gerichte manier van beleggen, waarbij
Environmental (het milieu), Social (sociaal/maatschappelijke) en Governance
(governance/goed bestuur) factoren worden meegenomen in het
beleggingsproces. Daarom wordt vaak over ESG beleggen gesproken. Duurzame
beleggers investeren doorgaans niet in sterk vervuilende bedrijven die veel
CO2 uitstoten en dus slecht voor het klimaat zijn of bedrijven
die gebruik maken van kinderarbeid, de wapenindustrie, de tabaksindustrie
en instellingen met een onduidelijke en niet transparante aansturing van
het bestuur. Het idee in de traditionele beleggingsliteratuur is dat
beleggen in duurzame bedrijven soms ten koste van het rendement en het
risico van de belegging kan gaan en dat er daarmee een stevig prijskaartje
kan hangen aan duurzaam en verantwoord zijn. De rendementen in de wapen- en
tabaksindustrie zijn bijvoorbeeld doorgaans aan de hoge kant en dus kan een
dergelijk streven je geld kosten als je als belegger die investering
uitsluit. Omdat steeds meer pensioenfondsen kiezen voor een meer duurzaam
en verantwoord beleggingsbeleid is het raadzaam om dit streven naast de
inzichten uit de wetenschappelijke literatuur te leggen om zodoende
duidelijk te krijgen of duurzaam en goed doen altijd geld kost. Deze tak
van de financieringsliteratuur is inmiddels ongeveer 25 jaar oud en omvat
duizenden artikelen die waardevolle inzichten voor de praktijk van het
beleggingsbeleid van investeerders bevatten. In dit artikel vatten we de
belangrijkste inzichten uit de wetenschap samen om vast te stellen wat we
nu echt weten over duurzaam beleggen. Dit artikel bevat de belangrijkste
bevindingen van een uitgebreide literatuurstudie en verschillende
interviews met leidende experts. We hebben deze studie onder andere
verricht op verzoek van het ABP (Koedijk en Wetzels, 2020). Meer concreet hebben we onderzoek gedaan
naar de financiële effecten van verantwoord beleggen met als doel: ‘Kan een
belegger verantwoord beleggen en de beleggingsportefeuille verduurzamen
zonder dat dit ten koste gaat van het rendement-/risicoprofiel?’ Kost
duurzaam beleggen altijd geld of levert het soms ook juist geld op?
Om antwoord te kunnen geven op deze vraag is de meerderheid van de
duurzaamheidsliteratuur van de afgelopen twintig jaar geraadpleegd. In
totaal, in combinatie met enkele andere metastudies, gaat het om ruim
tweeduizend onderliggende studies. Ook is er gesproken met toonaangevende
academici om de relevantie van de studie te optimaliseren en de
verschillende bevindingen beter op waarde te kunnen schatten. De meeste
studies hebben betrekking op de Verenigde Staten (VS) en Europa. Er verschijnen in toenemende
mate studies over Azië, terwijl er nog relatief weinig studies verschenen
zijn over Afrika en Latijns-Amerika. De meeste duurzaam beleggen studies
gaan over aandelen. Daarnaast is er het nodige verschenen over vastgoed.
Over duurzame obligaties zijn eigenlijk pas de laatste zeven jaar studies
verschenen. Over alternatieve beleggingen en duurzaamheid is nauwelijks
onderzoek verschenen.
Rendement en risico voor ESG en aandelen, obligaties en vastgoed
Vanuit hun verantwoordelijkheid richting de deelnemers en de
pensioengerechtigden hebben Nederlandse pensioenfondsen de plicht om te
handelen in het beste belang van hun deelnemers. Uiteindelijk moet er een
goed pensioen uitgekeerd kunnen worden. Daarom hanteren veel
pensioenfondsen het uitgangspunt dat verantwoord beleggen het
rendement-/risicoprofiel van de beleggingen niet negatief mag beïnvloeden.
Het kiezen voor duurzame investeringen mag dus met andere woorden gemiddeld
genomen niet ten koste van het rendement gaan als we ook rekening houden
met het risico. In de afgelopen decennia is er veel onderzoek gedaan naar
het effect van ESG op het financieel rendement. Deze studie geeft op basis
van ruim tweeduizend wetenschappelijke studies en consultaties van
verschillende experts voor aandelen, obligaties en vastgoed antwoord op de
vraag of duurzaamheid een positief, negatief of neutraal effect heeft op
dit rendement-/risicoprofiel.
Aandelen: positief of neutraal effect
Het onderzoek naar het effect van ESG factoren op aandelen is circa 20 tot
25 jaar oud. Er zijn tal van wetenschappelijke studies verschenen die
verschillende invalshoeken nemen om dit te onderzoeken. In 2015 zijn de
belangrijkste bevindingen door Friede, Busch en Bassen in een meta-studie
op basis van een paar duizend studies samengevat. Ten aanzien van aandelen
vinden zij dat de overgrote meerderheid van de studies een positief effect
(52 procent) of neutraal effect (43 procent) heeft voor wat betreft het
effect van duurzaamheid op rendement en risico. In figuur 1 zijn de
belangrijkste uitkomsten voor aandelen, obligaties en vastgoed samengevat.
Figuur 1: Effecten ESG per asset class (n=334 studies)
Bron: Friede, Busch
en Bassen (2015), bewerking Finance Ideas
Ten aanzien van aandelen kan geconcludeerd worden dat de overgrote
meerderheid van de onderzoeken een positief of neutraal effect vindt voor
de relatie tussen ESG factoren en risico/rendement. Met andere woorden,
fondsen die ESG-criteria voor duurzaamheid meenemen in hun
investeringsbeslissingen, bijvoorbeeld door middel van uitsluiten of
selecteren van bedrijven, behalen over het algemeen geen lager rendement
dan conventionele beleggingsfondsen. Duurzaamheid hoeft dus geen geld te
kosten bij het beleggen in aandelen. Voor een keuze voor een meer
maatschappelijk verantwoord beleggingsbeleid door pensioenfondsen en
institutionele beleggers is dit een belangrijke conclusie. In figuur 2
hebben we de effecten van een keuze voor het meenemen van de bekende duurzaamheidsfactoren samengevat.
Figuur 2: Effecten E, S en G (n=644 studies)
Bron: Friede, Busch en Bassen
(2015), bewerking Finance Ideas
Obligaties: lagere credit spread en lagere kosten van schuld
De literatuur over het effect van ESG en duurzaamheid op het rendement en
risico is een stuk kleiner dan de omvang van de aandelenliteratuur. Het
grootste deel van de markt voor obligaties bestaat uit overheidsobligaties
en daar is de ESG-methode niet direct toepasbaar aangezien de
overheidsactiviteiten per definitie verschillende aspecten omvatten. De
literatuur over ESG en obligaties gaat voornamelijk over
bedrijfsobligaties. Bij dit soort obligaties vinden we over het algemeen
dat een betere ESG-prestatie van het bedrijf over het algemeen tot een
lagere credit spread en een lagere cost of debt voor de uitgever leidt. Dit
komt voornamelijk door het feit dat een betere ESG-prestatie samengaat met
een lager risico, met name met betrekking tot het milieu- en
klimaat-aspect. We sluiten te vervuilende bedrijven en bedrijven die slecht
zijn voor het klimaatrisico eerder uit. Bij staatsobligaties is een
vergelijkbaar effect waarneembaar, al laat onderzoek ook zien dat het
effect van ESG factoren op kredietrisico vooral complementair is aan
financieel risico. Kijkend naar specifiek duurzame obligaties, zogenaamde
‘groene obligaties’ of ‘green bonds’ is er zowel in de primaire markt als
in de secundaire markt steeds meer onderzoek dat laat zien dat duurzame
obligaties worden verhandeld tegen lagere credit spreads. De markt voor
groene obligaties groeit wereldwijd hard; in de VS, Europa en China.
Interessant is dat de Nederlandse overheid afgelopen jaar ook met veel
succes een eerste groene staatsobligatie heeft uitgegeven. Deze lening
heeft een looptijd en was gecertificeerd door het Climate Bond Initiative.
De groene Nederlandse staatsobligatie heeft 6 miljard euro opgehaald.
Vastgoed: positief effect op waardeontwikkeling en huur
De meerderheid van de gepubliceerde onderzoeken is toegespitst op aandelen
en obligaties, maar ook voor de beleggingscategorie vastgoed vallen
duidelijke conclusies te trekken. Vastgoed is wereldwijd voor een groot
deel verantwoordelijk voor (a) het totale energieverbruik (32 procent), (b)
de totale consumptie van elektriciteit (51 procent) en (c) de totale
uitstoot van CO2 (ten minste 20 procent). Ondanks de relatief lage
allocatie binnen de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen (doorgaans
10 tot 15 procent) is het belang van duurzaamheid ten aanzien van de impact
op het milieu en de maatschappij dus groot. De internationale
wetenschappelijke literatuur heeft geleid tot een opvallende en duidelijke
consensus met betrekking tot duurzaamheid en vastgoed: energie-efficiëntie
(bijvoorbeeld als gevolg van isoleren) bij woningen en kantoren leidt tot
een flink hogere waarde van het onderpand, een hogere huurprijs en meer
liquiditeit. Gezien de omvang van de literatuur en het feit dat deze
betrekking heeft op verschillende tijdsperioden en een ruime verzameling
landen, is de betrouwbaarheid van deze uitkomsten groot. De uitkomsten met
betrekking tot vastgoed zijn het meest positief als we ze vergelijken met
de uitkomsten voor aandelen en obligaties. Een belangrijk voordeel bij
vastgoed is dat de investeringen in duurzaamheid meteen per project aan te
tonen zijn en uit te rekenen zijn.
Hoe robuust zijn de resultaten?
Ondanks de brede algemene wetenschappelijke consensus dat verantwoord
beleggen in aandelen, obligatie en vastgoed een positief of neutraal effect
heeft op het rendement-/risicoprofiel, zijn ook zeker studies die het
tegengestelde aantonen. Dit is gedeeltelijk te wijten aan twee effecten,
namelijk het ‘leereffect’ en het ‘materialiteitseffect’.
Volgens het leereffect geven ESG-datainformatie over toekomstige
‘risk-adjusted’ bedrijfsresultaten. Aangezien in de oorsprong niet veel
beleggers hier rekening mee hielden was ESG-data een bron van additionele
en materiële informatie en daarmee een bron van mogelijke goede
rendementen. Dit potentieel verdwijnt echter als de kapitaalmarkt meer
aandacht gaat besteden aan ESG. Dit kan de mogelijkheid om additioneel
beleggingsrendement te genereren met behulp van ESG factoren negatief
beïnvloeden.
Het financiële belang kan het beste worden omschreven als de relevantie van
een duurzaamheidsfactor voor de financiële performance van een onderneming.
ESG-factoren die financieel relevant zijn kunnen een significante impact
hebben op het bedrijfsmodel en de waarde drijvers van een onderneming,
zoals omzet, risico en kapitaalbehoefte. Deze impact kan zowel positief als
negatief zijn. Of bepaalde factoren materieel zijn, kan per sector
verschillen.
Instrumenten ter verduurzaming
Het integreren van duurzaamheid in de beleggingsstrategie heeft dus
overwegend een niet-negatief of zelfs positief effect op het
rendement-/risicoprofiel van een belegging. Als belegger kun je dan ook
zeker de overtuiging hebben dat je duurzaamheidskenmerken ook meeneemt in
je beleggingsstrategie zonder dat dit ten koste gaat van het rendement en
risico. De vervolgvraag is hoe je dit het beste aanpakt. Hiervoor focussen
we op drie instrumenten en hun effecten die veelbesproken zijn in een
wetenschappelijke context, namelijk uitsluiting, best-in-class en
engagement/proxy voting. Waar je bij uitsluiting bijvoorbeeld niet meer in
een bedrijf investeert, concentreer je bij best-in-class op de beste
selectie uit het universum (bijvoorbeeld de beste 10 procent bedrijven op
sociaal vlak). Het nadeel van best-in-class is dat je daarmee mogelijk ook
‘minder goede’ bedrijven vanuit het oogpunt van duurzaamheid in de
portefeuille houdt. Tenslotte is er nog het instrument van engagement. Hier
ga je met een bedrijf in gesprek met als doel het bedrijf van koers te
laten veranderen en daarmee een meer duurzame en winstgevende koers te gaan
varen. Uitsluiten van bepaalde bedrijven of sectoren is het meest populaire
instrument, gevolgd door best-in class en engagement.
Op basis van de literatuur over uitsluiting kan geconcludeerd worden dat
het systematisch uitsluiten van gehele sectoren kan leiden tot een afname
van het financiële rendement-/risicoprofiel van de portefeuille. Terwijl
het uitsluiten van specifieke bedrijven, organisaties of landen geen
negatieve impact heeft. Met betrekking tot de best-in-class aanpak blijkt
dat deze aanpak over het algemeen een positief of een neutraal effect heeft
op het voor risico gecorrigeerd financiële rendement. De algemene consensus
rondom engagement is dat succesvolle engagementactiviteiten een positieve
invloed hebben op zowel het immateriële als financiële rendement. Het
succes van engagement is onder meer afhankelijk van de materialiteit van
het engagement thema. Ook hier vinden we dus dat het integreren van ESG en
duurzaamheid in de beleggingen niet ten koste van het rendement en risico
hoeft te gaan maar soms ook juist een positief effect heeft. Een belangrijk
aandachtspunt is uiteraard een goede uitvoering van deze instrumenten.
Conclusie
Duurzaam beleggen beleeft een stevige opmars. Steeds meer pensioenfondsen
willen maatschappelijk verantwoord beleggen en daarmee rekening houden met
de gevolgen van hun investeringen voor de omgeving, het bedrijf en het
klimaat. We hebben daarom onderzocht wat de effecten op rendement en risico
zijn van de overstap van traditionele beleggingen naar duurzamere
beleggingen. We hebben daarvoor de wetenschappelijke nationale en
internationale literatuur geraadpleegd. Sinds het jaar 2000 zijn er meer
dan tweeduizend wetenschappelijke artikelen gepubliceerd over duurzaam
beleggen. Daarbij hebben we onderscheid gemaakt naar de effecten op
aandelen, obligaties en op vastgoed. Voor alle categorieën vinden we dat
duurzaam beleggen over het algemeen een positief of neutraal effect heeft
op rendement en risico. De transitie naar meer duurzaamheid hoeft dus niet
per definitie geld te kosten. In veel gevallen hebben duurzame beleggingen
een lager risico. Steeds vaker is dat een lager klimaatrisico. De effecten
van het meenemen van duurzaamheidsfactoren in de beleggingsbeslissing zijn
het meest uitgesproken bij vastgoed. Daar zien we dat duurzamer vastgoed
een sterkere waardeontwikkeling heeft en meer huuropbrengsten genereert. Al
met al is er dus voldoende bewijs om te stellen dat verantwoord beleggen
geen afbreuk doet aan het rendement-/risicoprofiel van een portefeuille.
Echter, het blijft een belangrijk gegeven dat er niet met hagel moet worden
geschoten. Beleggers moeten vaststellen welke beleggingscategorieën ze
willen gebruiken, welke instrumenten daar het meest geschikt voor zijn en
welke data en informatie ze willen gebruiken om het verantwoord
beleggingsproces zo optimaal mogelijk in te richten.
Referenties:
Friede, G., Busch, T., en Bassen, A. (2015). ESG and financial performance: aggregated evidence of more than 2000 empirical studies, Journal of Sustainable Finance & Investment, 5(4), 210-233.
Koedijk, K., en Wetzels S. (2020). Wat weten we nu echt over verantwoord beleggen, Finance Ideas, Utrecht.
Te citeren als
Kees Koedijk, Stan Wetzels, “Wat weten we echt over duurzaam beleggen?”,
Me Judice,
16 januari 2020.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding,
Solar Panels,van James Moran (CC BY-NC-ND 2.0)