Trage vooruitgang genderdiversiteit
Sinds 2008 is de Dutch Female Board Index het toonaangevende onderzoek in
Nederland naar genderdiversiteit in de Raden van Bestuur en Raden van
Commissarissen van Nederlandse beursgenoteerde ondernemingen. Onlangs is de
Female Board Index 2019 gepubliceerd en ondanks dat dit jaar een kwart van
de nieuwbenoemde bestuurders een vrouw was, blijven de percentages
vrouwelijk bestuurders en vrouwelijke commissarissen (respectievelijk 8,5%
en 26,8%) nog achter bij het wettelijke streefgetal van 30 procent. Het
achterblijven van de vertegenwoordiging van vrouwen op het hoogste
bestuursniveau intrigeert en dit onderzoek tracht meer kennis te genereren
over waarom dit inhaalproces zo traag verloopt. Daarbij willen wij ons
licht doen schijnen over hoe de top binnen beursgenoteerde bedrijven omgaat
met genderdiversiteit, over de positie die vrouwelijke bestuurders en
commissarissen zelf innemen ten opzichte van dit onderwerp, en over de
psychologische mechanismen die samenhangen met een optimale benuttig van
diversiteit
Opzet onderzoek
Om meer inzicht te krijgen is een enquête gehouden, specifiek gericht op
alle vrouwelijke commissarissen bij deze Nederlandse beursgenoteerde
bedrijven uit de Female Board Index 2018. In het voorjaar van 2019 is een
vragenlijst verstuurd naar 64 vrouwen, dit resulteerde in een response van
50 procent. Het merendeel (78%) heeft een economische of juridische
achtergrond, de meeste (68%) zijn beroepscommissarissen, in de zin dat zij
naast hun commissariaten geen andere betaalde functie vervullen. De
antwoorden van deelnemers werden anoniem verwerkt en geaggregeerd tot een
algemene indruk die wij hier presenteren.
Competenties en motieven
Als gronden voor hun benoeming verwijzen zij naar hun vakkennis (87%),
bestuurlijke ervaring (73%), en sectorkennis (63%) als enigszins of zeer
relevante overwegingen. Hun persoonskenmerken (karakter) ziet 62 procent
als ‘enigszins relevant’ en 31 procent als ‘zeer relevant’ voor hun
benoeming. Het feit dat zij vrouw zijn ziet 48 procent als ‘enigszins
relevant’ en 31 procent als ‘zeer relevant’. De belangrijkste kanalen
waardoor deze vrouwen hun functie konden verkrijgen waren hun persoonlijke
netwerk (80%) of een wervingsbureau (71%). Het solliciteren op een vacature
in de RvC speelde voor de onderzochte groep geen rol van betekenis.
De taken van een commissaris omvatten uiteraard niet alleen formele
bestuursvergaderingen (gemiddeld 6 per jaar) maar ook vergaderingen van
deelcommissies, informele bijeenkomsten, educatiesessies, en werkbezoeken.
In totaal nemen deze commissarissen deel aan ongeveer 20 bijeenkomsten per
jaar. De tijdsbesteding is gemiddeld 24 uur per maand, bijna een dag per
week.
Figuur 1: Motieven om lid van raad van commissaris te worden

Over de redenen om lid van een RvC te worden is ook informatie verzameld en deze is weergegeven in figuur 1. De respondenten zijn zeer inhoudelijk gedreven en plaatsen het inzetten van kennis en ervaring bovenaan, terwijl zij zaken als geld of het kunnen indelen van je eigen tijd relatief minder belangrijk vinden. Als redenen voor het aangaan van een nieuw commissariaat geven ze eveneens persoonlijke ontwikkeling en groei, niet de financiële vergoeding.
Rol van genderdiversiteit in het bestuur
De kernvraag uiteraard hoe deze vrouwen vinden dat bestuurders en
commissarissen omgaan met genderdiversiteit. Hier zijn zij redelijk
positief over. De meeste raden hechten enig belang aan diversiteit, en
ongeveer de helft van de vrouwen geeft aan dat de voorzitter dan wel hun
collega-commissarissen dit een belangrijk thema vinden. Het is echter niet
altijd duidelijk hoe dit vorm krijgt in de praktijk. In theorie zou meer
genderdiversiteit tot meer verschillende meningen en standpunten kunnen
leiden, en zo een bijdrage kunnen leveren aan het besluitvormingsproces.
Maar slechts een minderheid van deze vrouwen ervaart daadwerkelijk dat
anderen in hun raad geneigd zijn goed te luisteren naar standpunten van
anderen, dan wel bereid zijn hun eigen visie bij te stellen, of het belang
inzien van verschillende ideeën.
Vrouwen hebben niet het gevoel dat ze veel invloed kunnen uitoefenen op de gang van zaken binnen een raad.
Wat betreft hun eigen bijdrage en invloed is het beeld ook enigszins
gemengd. Aan de ene kant ervaren de vrouwen een positieve samenwerking met
de collega-commissarissen en voelen zij zich door hen gewaardeerd en
gerespecteerd binnen de raad. Aan de andere kant hebben de vrouwen niet het
gevoel dat ze veel invloed kunnen uitoefenen op de gang van zaken binnen
een raad. Als belangrijke bijdrage aan de besluitvorming noemen ze vooral
het feit dat zij het belang van diversiteit benadrukken waarbij iets meer
dan de helft bovendien aangeeft vaak tot zelfs zeer vaak een afwijkende
mening te verkondigen. Het komt alleen minder vaak voor dat deze vrouwen
vinden dat ze kritisch zijn over beslissingen en aannames van anderen
(ongeveer een derde). Ook ongeveer den derde van de respondenten geeft aan
bij te dragen aan het bewaken van taakproces binnen de RvC zoals structuur
en effectiviteit; het bijdragen aan sociale processen zoals het oplossen
van conflicten is minder vaak aan de orde.
Toename van vrouwen in bestuursfuncties
Bovenstaande resultaten geven dus aan dat de potentie van gender
diversiteit binnen RvC’s nog niet optimaal benut wordt. Op persoonlijk vlak
blijkt echter wel dat twee derde van de vrouwen zich door hun eigen
leidinggevenden gesteund hebben gevoeld in het bereiken van hun ambities.
Interessant is ook dat de vrouwen hard hebben gewerkt voor hun positie
(vier op de vijf vrouwen werkte regelmatig op avonden en in weekenden
door), maar daarnaast nemen ze ook hun verantwoordelijkheden voor anderen
in het gezin. Er is slechts een kleine groep die de eigen loopbaan voorrang
heeft gegeven boven die van de partner of het krijgen van kinderen.
De vrouwen hebben bijna allemaal veel zelfvertrouwen en zijn overtuigd van
hun eigen leiderschapskwaliteiten. Twee derde zegt ambitieus te zijn ten
aanzien van hun loopbaan. Zij herkennen dit ook in andere vrouwelijke
commissarissen, zij het in iets minder sterke mate dan bij henzelf.
[Vrouwen] zien in dat harde maatregelingen nodig zijn om verandering te bewerkstelligen.
Wat betreft maatregelen om het aandeel vrouwen in bestuursfuncties te
vergroten, zien de respondenten het als weinig zinvol dat bedrijven
hiervoor hun eigen doelen stellen om zo de eigen aandeelhouders en
werknemers tevreden te houden. Er is vooral steun voor meer dwingende
maatregelen zoals de huidige ‘comply or explain’-regeling die erop gericht
is een vertegenwoordiging van minimaal 30 procent vrouwen te bereiken. De
vrouwen staan ook positief tegenover juridisch bindende quota waaraan
formele consequenties of sancties verbonden zijn, of het bewegen van
institutionele aandeelhouders om hun macht gebruiken om bij organisaties
diversiteitsdoelstellingen af te dwingen. Een meerderheid van de vrouwen is
ook niet bang om als ‘excuustruus’ te worden gezien door dergelijke
maatregelingen. Ze zien in dat harde maatregelingen nodig zijn om
verandering te bewerkstelligen.
Conclusies
Deze vrouwelijke commissarissen van beursgenoteerde bedrijven zijn serieuze
professionals met relevante ervaring, die bereid zijn veel tijd en energie
te investeren in hun loopbaan en werk als commissaris, en gemotiveerd om
hun kennis en vaardigheden verder te ontwikkelen. Tegelijkertijd zien we
dat deze groep vrouwen redelijk homogeen is wat betreft vakinhoudelijke
achtergrond en werkervaring, en dat werving vooral via de traditionele
netwerken plaatsvindt. Het is de vraag in hoeverre deze keuzes en werkwijze
bij het aanzoeken van vrouwelijke commissarissen daadwerkelijk toegang
geven tot een bredere waaier van inzichten en ervaringen in raden van
commissarissen.
Hoewel deze vrouwen zich door hun collega-commissarissen gewaardeerd
voelen, en ervaren dat de omgeving de meerwaarde van genderdiversiteit
erkent, is het minder duidelijk of en in hoeverre er nu werkelijk
belangstelling is voor de kritische geluiden en andere perspectieven die
zij kunnen inbrengen. Mede gezien hun vakinhoudelijke kennis en
bestuurlijke ervaring zou het een gemiste kans zijn als hun belangrijkste
bijdrage eruit bestaat dat er meer aandacht wordt gegeven aan het onderwerp diversiteit. Deze vrouwen weten wat ervoor nodig is om succesvol te zijn,
en zien genoeg talent en ambitie bij andere vrouwen om zich heen. Echter,
zij zijn van mening dat externe druk wenselijk is om meer genderdiversiteit
in bestuursfuncties te realiseren.
Te citeren als
Naomi Ellemers, Mijntje Lückerath-Rovers, Floor Rink, “Zonder externe druk komt genderdiversiteit niet van de grond”,
Me Judice,
13 september 2019.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘MVO Nederland’ van Sebastiaan ter Burg (CC BY 2.0).