Inrichting economie onderwijs vraagt onderbouwde discussie

Inrichting economie onderwijs vraagt onderbouwde discussie image
Door 'Richard Lee'
9 nov 2022

Sam de Muijnck bepleit dat het economie onderwijs teveel gericht is op neoklassieke theorieën en modellen. Volgens hem is het om maatschappelijke problemen op te lossen broodnodig dat economen breder worden opgeleid. In het kader van de week van het economie onderwijs, welke volgende week plaats zal vinden, roept hij op tot een inhoudelijke en empirische discussie hierover.

De week van het economie onderwijs

In 2016 gingen de KVS Preadviezen over economie onderwijs - en hierbij werd ook de week van het economie onderwijs georganiseerd. Komende week, 6 jaar later, vindt de week van het economie onderwijs weer plaats, waar onderwijsprofessionals uit VO, MBO, HBO en WO samenkomen om het economie onderwijs te verbeteren en vernieuwen.

Om het onderwerp op de publieke agenda te zetten publiceerde een diverse groep, waaronder ikzelf, een FD-opiniestuk waarin werd beargumenteerd dat het economie onderwijs de klimaattransitie momenteel afremt, omdat het nog teveel neoklassieke theorieën en financiële winst maximalisatie centraal zet.

ING-hoofdeconome Sandra Phlippen reageerde op het opiniestuk door het ''goedbedoelde onwetendheid'' te noemen. Haar inziens is het economie onderwijs ‘'de laatste 30 jaar doorspekt met psychologie, sociologie en biologie'' en ''zijn wiskundige speltheorie en econometrie nodig'' in het economie onderwijs. Deze reactie verraste mij, aangezien er verschillende onderzoeken zijn uitgevoerd de afgelopen jaren waarop het FD-artikel is gebaseerd. Ik zou daarom een oproep willen doen om de discussie inhoudelijk en empirisch onderbouwd te voeren, ongeacht of men vindt dat het economie onderwijs dient te veranderen of niet.

Neoklassieke theorieën en ideeën nog altijd dominant

Sinds ik economie ben gaan studeren ben ik betrokken bij debatten rondom economie onderwijs in Nederland. Aan het eind van mijn eerste studiejaar sloot ik mij aan bij de internationale studentenbeweging Rethinking Economics, omdat ik dacht dat mijn onderwijs beter zou kunnen. Veel economen en hoogleraren dachten daar echter anders over. Om niet te blijven hangen in “welles nietes”, besloten we om statistisch onderzoek te doen naar stellingen. Een empirisch onderbouwde discussie leek ons productiever dan op basis van gevoelens en anekdotes elkaar verwijten maken.

Wij deden onderzoek naar alle economie vakken aangeboden in de negen bachelor economie opleidingen aan de verschillende Nederlandse universiteiten. De eerste resultaten werden gepresenteerd in de KVS Preadviezen en de definitieve bevinden in een rapport. Een korte samenvatting:

  • Economen leren enkel te denken in getallen: 98% van de ‘’methodevakken’’ zijn kwantitatief (statistiek, wiskunde en econometrie) en slechts 2% kwalitatief (studenten leren dus bijvoorbeeld niet hoe interviews uit te voeren).
  • Een theoretische aanpak is dominant: 86% van de vakken richt zich op modellen gebaseerd op aannames over rationaliteit, individuele nutsmaximalisatie, perfecte markten met optimale evenwichten, markt- en overheidsfalen, en efficiënte allocatie (ook wel neoklassieke economie genoemd). Gedragseconomie, de hierna meest behandelde aanpak, komt slechts in 4% aan bod.
  • De focus ligt op abstracte - niet praktische - kennis: 75% van de vakken gaat over pure theorie en methoden, zonder daarbij kennis over de echte wereld over te brengen op studenten (of dit nou gaat over economische sectoren, instituties, problemen of geschiedenis).
  • Naast economie wordt ook veel bedrijfskunde gegeven, verder is de multidisciplinariteit beperkt met 2% aandacht voor sociologie en psychologie.

Hierna heb ik ook onderzoek gedaan, gepubliceerd in de ESB, naar Nederlandse economische proefschriften om erachter te komen of er een verschil zit tussen wat de gemiddelde student leert - en wat de piepkleine minderheid die promoveert meekrijgt. Hier bleek uit dat in 2005 neoklassieke theorie nog een sterke monopolie had, maar dat gedragseconomie sindsdien erg populair is geworden binnen onderzoek van promovendi. Andere invalshoeken vanuit bijvoorbeeld post-Keynesiaanse, complexiteits, Oostenrijkse, ecologische, feministische, evolutionaire, en institutionele economie worden echter nog altijd zelden onderzocht.

We pleiten voor diversiteit waarbij economen beter leren om flexibel te kunnen wisselen van de perspectieven en modellen waar vanuit ze problemen en systemen analyseren. Om helder met elkaar te communiceren helpt het om een gedeelde taal te hebben, ideeën te kunnen duiden en elkaars termen te begrijpen.

Ook is het belangrijk om de descriptieve en normatieve discussies van elkaar te onderscheiden. Met het descriptieve aspect hierboven besproken is er antwoord gevonden op de vraag ‘’zijn neoklassieke theorieën en ideeën dominant binnen economie onderwijs?’’. De normatieve kant, ‘’zou neoklassieke economie dominant moeten zijn in economie onderwijs?‘’, is besproken in ons boek Economy Studies. De stellingname van Phlippen dat neoklassieke economie niet de kern vormt van het huidige economie onderwijs - én het tegelijkertijd goed is dat deze ideeën dominant zijn, is inconsistent.

Klimaattransitie vraagt bredere blik

Dan over de klimaattransitie. Economen zien klimaatverandering over het algemeen als belangrijk maatschappelijk probleem en roepen consistent vanuit de traditionele theorie over ‘externaliteiten’ op voor (hogere) CO-2 belastingen (zie bijvoorbeeld deze oproep uit 2019, ook ondertekent door Phlippen). Toch laat data zien dat economen zich in hun eigen werk zelden richten op klimaatverandering en dat veel economische toptijdschriften zelfs bijna nooit een artikel over klimaatverandering gepubliceerd hebben. Een van de weinige economen die wel onderzoek doet naar klimaatverandering, William D. Nordhaus, en vier jaar geleden hiervoor de Nobelprijs won, betoogt (ook tijdens het ontvangen van de Nobelprijs) voor 4 graden opwarming van de aarde - aangezien dit door hem is berekend als optimaal.

Termen en labels niet interessant

De semantische discussie over welke termen en labels te gebruiken is niet interessant of relevant. Ons doel is niet om in een stammenstrijd op basis van labels te komen. We pleiten juist voor diversiteit waarbij economen beter leren om flexibel te kunnen wisselen van de perspectieven en modellen waar vanuit ze problemen en systemen analyseren. Om helder met elkaar te communiceren helpt het om een gedeelde taal te hebben, ideeën te kunnen duiden en elkaars termen te begrijpen. Dus als de gebruikelijke wetenschapsfilosofische term ‘neoklassiek’, die gebruikt wordt om bepaalde theorieën en modellen te identificeren - voortbouwend op onder andere Jevons, Walras, Marshall, Samuelson, en Hickel - niet bevalt, welke term zouden we dan moeten gebruiken om deze ideeën en modellen te duiden?

Maatschappelijke uitdagingen

Tot slot, twee weken geleden was ik bij de bijeenkomst Impact Forum georganiseerd door de decanen van de Nederlandse economie en bedrijfskunde faculteiten. Hier was een brede consensus dat de discipline zich zou kunnen verbeteren en momenteel een te sterke focus heeft op het publiceren in internationale (Amerikaans gedomineerde) toptijdschriften. Dit leidt tot een gebrek aan waardering voor en focus op de praktijk, Nederlandse situatie, en maatschappelijke uitdagingen. Ook onderwijs lijd hieronder en wordt te weinig als belangrijk voor carrières voor academici gezien. De discipline kent helaas vaak een onveilige cultuur dat in het bijzonder vrouwen en minderheden benadeeld. Voor de week van het economie onderwijs van start gaat wil ik iedereen dus oproepen om betogen te onderbouwen.

Te citeren als

Sam de Muijnck, “Inrichting economie onderwijs vraagt onderbouwde discussie”, Me Judice, 9 november 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Door 'Richard Lee'

Ontvang updates via e-mail