Vertraging productiviteit
De wereldwijde economische groei vertraagt. Niet alleen recent, maar al
zeker twee decennia. Naast een minder snel groeiende (beroeps-)bevolking is
deze ontwikkeling vooral het gevolg van een lagere productiviteitsgroei.
Vooral de Verenigde Staten valt hier in negatieve zin op. De groei van de
arbeidsproductiviteit is daar gedaald van gemiddeld 1,8 procent per jaar
tussen 1970 en 2010 tot een schamele 0,4 procent per jaar in het afgelopen
decennium (zie figuur 1).
De sterke vertraging van de arbeidsproductiviteitsgroei kan wellicht worden
verklaard door het afkalvende technologisch leiderschap van de VS.
Onderwijs en Research & Development (R&D) zijn namelijk belangrijke pijlers onder de potentiële
groei, blijkt uit de endogene groeitheorie van de kersverse
Nobelprijswinnaar Paul Romer (Romer, 1990). Na de Tweede Wereldoorlog heeft de VS zich in toenemende mate
gemanifesteerd als wereldleider op technologisch gebied. Zo had de VS een
voortrekkersrol op het gebied van onderwijs en investeringen in R&D. De laatste decennia is het land echter
ingehaald door veel andere OESO-landen.
Figuur 1: Arbeidsproductiviteitsgroei in de VS is het afgelopen
decennium sterk gedaald
Bron: Penn World Tables 9.0, Conference Board, Rabobank, BEA
De vertraging van de arbeidsproductiviteit is dus geen autonoom proces,
maar is deels te herleiden naar het feit dat Amerikaanse beleidsmakers in
de afgelopen twee decennia te weinig aandacht hebben besteed aan
investeringen in wetenschap, innovatie en onderwijs. Terwijl vorige
regeringen stimulering van deze groeidrijvers al grotendeels links lieten
liggen, gaat de regering Trump nog een stap verder, door fors te snijden in
de budgetten voor wetenschap, innovatie en onderwijs. Deze en andere
bezuinigingen op diverse terreinen worden gebruikt om een gedeelte van de
Tax Cuts & Jobs Act (TCJA) te dekken. Deze enorme belastingherziening
van Trump, die begin 2017 is geïmplementeerd, blijkt een dure investering,
waarbij de Amerikaanse schuld met 1.500 miljard dollar zal stijgen over een
periode van tien jaar. Daarmee grijpt Trump grotendeels terug op de
traditie van supply-side economics van Ronald Reagan: deregulering
en verlaging van belastingtarieven is de beste manier om economische groei
op korte en lange termijn te stimuleren. De vraag is of dit beleid de beste
keuze is om de Amerikaanse economie ook in de toekomst succesvol te laten
zijn.
We proberen het antwoord op deze vraag te vinden in drie stappen. Eerst
bepalen we de Amerikaanse potentiële groei via een endogeen raamwerk waarin
we de aanbodzijde van de Amerikaanse economie modelleren. Daarna voeren we
met behulp van dit raamwerk een scenario-analyse uit, waarbij we de impact
op de Amerikaanse economie berekenen van een alternatief beleidsplan
gericht op het stimuleren van innovatie, wetenschap en onderwijs. Tot slot
onderzoeken we in hoeverre die alternatieve beleidsagenda de door ons
verwachte aankomende Amerikaanse recessie kan voorkomen of verzachten.
Stap 1: het groeipotentieel van de VS
De potentiële productie van een economie wordt bepaald door de aanbodzijde
van de economie, die op haar beurt wordt bepaald door de inzet van arbeid
en de arbeidsproductiviteit per uur. De bijdrage van de factor arbeid is
het product van het aantal werkzame personen en het aantal uren dat elke
werkende werkt. De arbeidsproductiviteit per uur wordt bepaald door de
hoeveelheid kapitaal per gewerkt uur (bijvoorbeeld software en computers,
maar ook gebouwen, infrastructuur en machines) en een restfactor: de totale
factorproductiviteit (TFP). Er is een uitgebreide literatuur die de
determinanten van TFP onderzoekt (zie voor een overzicht
Erken, Donselaar en Thurik, 2016). Belangrijke determinanten zijn investeringen in bedrijfs-R&D,
menselijk kapitaal, binnenlandse concurrentie, technologische ‘ catching-up’, buitenlandse concurrentie door handel en
ondernemerschap.
Om het groeipotentieel van de VS te voorspellen, extrapoleren we die
determinanten, waarbij we onder andere een endogeen TFP-raamwerk gebruiken,
zodat we een volledig geëndogeniseerd potentieel groeipad van de
Amerikaanse economie kunnen produceren. De berekeningen hierachter worden
uitgebreid toegelicht in Erken, Van Es en Marey (2019).
We komen voor de periode 2019-2030 uit op een gemiddelde Amerikaanse
potentiële groei van 2,0 procent per jaar, gegeven het huidige beleid (zie
tabel 1). Bemoedigend is dat dit sterk overeenkomt met de voorspelling van
het Congressional Budget Office (CBO), het begrotingsbureau van het
Amerikaanse Congres. Er zit echter wel een verschil in hoe die groei is
opgebouwd. Wij verwachten dat 0,3 procentpunt uit werkgelegenheidsgroei
komt en 1,7 procentpunt uit productiviteitsgroei. Het CBO verwacht een iets
hogere bijdrage van arbeid. Omdat wij een volledig endogeen
arbeidsproductiviteitsmodel hanteren, kunnen we de
arbeidsproductiviteitsgroei opsplitsen in een kapitaalbijdrage van 0,9
procentpunt en een TFP-bijdrage van 0,8 procentpunt.
Tabel 1: Potentiële groei VS tot 2028
Bron: CBO, Rabobank
Stap 2: De impact van verschillende beleidsopties
Nu we een goed referentiepunt hebben van de potentiële Amerikaanse
economische groei, kunnen we scenario's uitvoeren die de impact van
verschillende beleidsopties op de Amerikaanse economie laten zien. In ons
eerste scenario berekenen we de impact van een R&D-stimuleringspakket
ter vervanging van de Tax Cuts and Jobs Act. Het gaat hier om een
gedachtenexperiment waarbij we de huidige TCJA vervangen door een
alternatief beleidsscenario dat tot een even grote stijging in de federale
overheidsschuld leidt. In een tweede scenario beoordelen we de impact van
een beleidsagenda die zich richt op het actief stimuleren van menselijk
kapitaal tot niveaus van de wereldwijde koploper Duitsland. Om een zuivere
vergelijking te kunnen maken met ons benchmark-scenario, verwijderen we in
onze twee scenariopaden het positieve effect van de TCJA (zie voor
toelichting Erken, Van Es en Marey 2019).
De overheid kan R&D-uitgaven rechtstreeks stimuleren door subsidies aan
publieke onderzoeksinstituten en universiteiten te verhogen, of door
financiële prikkels te geven aan de private sector om meer geld uit te
geven aan R&D via bijvoorbeeld de fiscaliteit. Een uitgebreide
literatuur laat zien dat dergelijke fiscale maatregelen leiden tot hogere
private R&D-uitgaven. Over de omvang van het effect is echter geen
consensus, maar een elasticiteit van 0,5 lijkt een betrouwbaar uitgangspunt
(zie bijvoorbeeld
Europese Commissie (2014) en
Thomson (2017)). In deze studie gaan we er daarom van uit dat een verhoging van 1.000
miljard dollar aan belastingkredieten 500 miljard dollar extra private
R&D-uitgaven genereert. Daarnaast verhogen we de publieke
R&D-uitgaven met 500 miljard dollar, zodat we de gehele 1.500 miljard
dollar van de TCJA gebruiken. Beide impulsen verdelen we over dertien jaar
(2018-2030).
In het tweede scenario nemen we aan dat de VS bovenop bovenstaande
beleidswijziging de kloof met de wereldwijde koploper op het gebied van
onderwijs (Duitsland) in acht jaar (2018-2026) dicht. Dit heeft een extra
opwaarts effect op de TFP-groei.
Figuur 2 illustreert de economische bbp-effecten in deze twee scenario’s
ten opzichte van het benchmark-scenario. In scenario 1 ligt de totale
potentiële groei in de VS 6¼ procentpunt hoger tussen 2018 en 2030 dan in
het huidige pad inclusief de TCJA. In scenario 2 is dit effect zelfs 14
procentpunt. Omgerekend hebben we het dan over 3.400 miljard dollar extra toegevoegde waarde voor de Amerikaanse economie.
Figuur 2: Alternatieve beleidskeuzes kunnen potentiële groei in de VS met 14 procentpunt verhogen
Bron: Rabobank, Macrobond, BEA, Conference Board, Penn World Tables, CBO
Stap 3: Impact van het alternatieve beleid op een toekomstige recessie
Een van de voordelen van een hogere potentiële groei is dat deze de impact
van negatieve cyclische schommelingen verzacht. In onze meest recente
prognoses voorzien we eind 2020 een recessie in de VS. We kunnen nu laten
zien wat de impact is van een hogere potentiële groei op deze voorspelde
recessie (figuur 3). Het blijkt lastig om een recessie in de VS te
voorkomen, zelfs als de overheid scenario 2 had gevolgd. De neergang is dan
echter aanzienlijk minder diep: -0,8 procent cumulatief in onze huidige
raming, -0,3 procent in scenario 1 en -0,1 procent in scenario 2. En
misschien wel belangrijker, het herstel erna is in beide scenario's veel
sterker.
Figuur 3: Dempende werking op de verwachte Amerikaanse recessie
Bron: Rabobank, BEA, Macrobond
Meer dan alleen hogere economische groei
De voordelen van een alternatieve beleidsagenda gericht op innovatie,
onderwijs en wetenschap beperken zich niet tot alleen een hogere potentiële
groei en verzachting van een mogelijke Amerikaanse recessie. Het versterkt
namelijk ook het concurrentievermogen van de Amerikaanse bedrijfssector,
wat op de lange termijn gunstig is voor de Amerikaanse werkgelegenheid.
Daarnaast kan een innovatie- en wetenschapsbeleidsagenda ook een oplossing
bieden voor (mondiale) maatschappelijke uitdagingen op het gebied van
bijvoorbeeld klimaatverandering, voeding en gezondheid, voedsel- en
waterzekerheid en duurzame landbouw, schone en efficiënte energie, slim
groen en geïntegreerd transport, cyberbeveiliging en terrorismebestrijding.
Ten slotte zou de positieve impact veel verder reiken dan de Amerikaanse
grenzen. Het is bekend dat andere landen profiteren van technologische
leiders (Fagerberg, 1987;
Camaron et al., 2005). De impact van deze ‘technologische catching-up’ is behoorlijk
groot (zie figuur 4): in het geval van Nederland was tussen 1993 en 2002 de
helft van de TFP-groei toe te schrijven aan technologische catching-up ten opzichte van de VS. Dit is dus eigenlijk gratis
economische groei geweest.
Figuur 4: Gratis groei vanuit de VS!
Bron: Erken (2008)
In de afgelopen decennia hebben Amerikaanse technologieën en innovaties het
dagelijks leven in de hele wereld veranderd, variërend van de introductie
van de laser, het internet, smartphones, personal computers tot en met
chemotherapie. Het feit dat de VS niet meer de technologische leider is die
het ooit was, is mogelijk een van de redenen van de huidige trage
wereldwijde productiviteitsgroei. Vanuit deze context is de
Amerikaanse presidentsverkiezingscampagne, die volgend jaar van start gaat,
niet alleen belangrijk voor de toekomst van de VS, maar ook voor die van de
gehele wereldeconomie.
Referenties:
Cameron, G., Proudman, J. and S. Redding (2005). Technological convergence,
R&D, trade and productivity growth. European Economic Review, 49(3),
775-807.
Erken (2008). R&D, Productivity and Entrepreneurship. ERIM, Erasmus
University Rotterdam.
Erken, H.P.G., Donselaar, P., and A.R. Thurik (2016). Total factor
productivity and the role of entrepreneurship. Journal of Technology
Transfer, 1-29.
Erken, H.P.G., P. Marey en F. van Es (2019). Making US productivity great again, Rabobank Special, Utrecht.
European Commission (2014). A study on R&D tax incentives. European
Commission Taxation papers No. 52.
Fagerberg, J. (1987). A technology gap approach to why growth rates differ.
Research Policy, 16(2–4), 87–99.
Romer, P.M. (1990). Endogenous technological change. Journal of Political
Economy, 98(5), S71–S102.
Thomson, R. (2017). The effectiveness of R&D tax credits. Review of
Economics and Statistics, 99(3), 544-549.
Te citeren als
Hugo Erken, Frank van Es, Philip Marey, “Make American Productivity Great Again”,
Me Judice,
2 mei 2019.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding '
Trump' door '
Matt Johnson'