De Amerikaanse economie loopt op rolletjes…
Sinds de verkiezingen van vorig jaar november is de Amerikaanse economie
nog steeds flink op stoom. Het derde kwartaal was met 0,7 procent
kwartaal-op-kwartaalgroei opmerkelijk hoog (figuur 1), zeker gegeven de
economische schade die is veroorzaakt door de orkanen Harvey and Irma.
Uiteindelijk verwachten we dat de groei dit jaar op 2,2 procent zal
uitkomen en volgend jaar op 2,0 procent, waarbij met name de particuliere
consumptie en de bedrijfsinvesteringen de belangrijkste groeibijdragen
zullen leveren.
Figuur 1: Amerikaanse economische groei blijft hoog
Bron: Rabobank, Macrobond
Ook de Amerikaanse aandelenbeurzen breken nog steeds het ene record na het
andere (figuur 2), terwijl de dollar weer wat is teruggekrabbeld van de
zwakke periode die het gevolg was van de ontwikkelingen rond Russia-gate
(zie
Marey, 2017
). Daarnaast is de situatie op de arbeidsmarkt gunstig: de werkloosheid is
met 4,1 procent laag en ligt ruim onder de evenwichtswerkloosheid van 4,6
procent. Als de VS tot in de tweede helft van 2019 door blijft groeien, zou
het de langste periode van aaneengesloten economische expansie zijn in de
geschiedenis van het land.
[1]
Figuur 2: Optimisme op de aandelenbeurzen blijft onveranderd hoog
Bron: Rabobank, Macrobond
… maar de beleidsagenda van Trump loopt iets minder lekker
De Amerikaanse economie toont zich dus veerkrachtig, ondanks of in sommige
gevallen juist dankzij de beperkte voortgang die Donald Trump tot nu toe
heeft weten te boeken op twee belangrijke pijlers onder zijn plannen. Dat
zijn populariteit een dieptepunt heeft bereikt (figuur 3) kan
waarschijnlijk niet los gezien worden van de beperkte progressie bij het
inlossen van zijn verkiezingsbeloftes.
Figuur 3: Populariteit van Trump op dieptepunt
Bron: The American Presidency Project/Gallup Daily: dagelijks telefonische
enquête onder 1500 respondenten, Rabobank.
Toelichting: De approval rate geeft het percentage respondenten
weer dat vindt dat de president zijn werk goed doet. Het beeld dat
hierboven geschetst wordt komt nauwgezet overeen met een gewogen index van
diverse peilingen door
FiveThirtyEight
De eerste pijler is zijn binnenlandse stimuleringspakket, waarvan drie
zaken vooral het vermelden waard zijn. Trump heeft zijn kiezers beloofd dat
hij een flinke belastingverlaging zou doorvoeren. Deze verlaging zou met
name de middeninkomens moeten ondersteunen. Ook heeft hij tijdens zijn
verkiezingscampagne beloofd dat hij de komende tien jaar 1000 miljard
dollar zou investeren in infrastructuur. Verder zou hij de Affordable Care
Act, in de volksmond beter bekend als Obamacare, terugdraaien: “My first
day in office, I am going to ask Congress to put a bill on my desk getting
rid of this disastrous law [Obamacare, red.] and replacing it with reforms
that expand choice, freedom, affordability.”
De tweede pijler van de beleidsagenda van president Trump is een
protectionistische handelsagenda. De wens voor meer protectionistisme is
ingegeven door de enorme handelstekorten die de VS heeft met China (USD
-350mrd), Duitsland (USD -80 miljard), Japan (USD -70 miljard) en Mexico
(USD -60 miljard). Deze tekorten zijn voor president Trump het bewijs van
oneerlijke handelspraktijken, die ervoor hebben gezorgd dat de Amerikaanse
industriële basis op losse schroeven is komen te staan. Trump heeft
herhaaldelijk gedreigd om handelstarieven in te voeren, zoals 45 procent op
alle Chinese import, 35 procent op import uit Mexico en hetzelfde
percentage op Duitse auto’s. Ook heeft Trump tijdens de verkiezingscampagne
beloofd het vrijhandelsverdrag NAFTA naar de prullenbak te verwijzen.
Figuur 4: Voortgang van Trump op belangrijke beleidsdossiers
Bron: Rabobank
Pijler 1: Trump’s binnenlandse stimuleringspakket
Op het gebied van begrotingsbeleid beloofde Donald Trump de kiezer
grootschalige investeringen in de Amerikaanse infrastructuur, flinke
belastingverlagingen en het afschaffen en vervangen van de
gezondheidszorgwet van de vorige president, Barack Obama. In de Verenigde
Staten is de president echter afhankelijk van het Congres om zijn beloftes
over begrotingsbeleid waar te maken. Daar worden immers de wetsvoorstellen
gemaakt. De president kan die slechts ondertekenen of zijn veto uitspreken.
De eerste taak die het Congres na het aantreden van Trump op zich nam was
het afschaffen en vervangen van Obamacare. Al snel werd duidelijk dat de
Republikeinse partij na acht jaar oppositie voeren tegen president Obama
het regeren verleerd was. Ondanks dat de Republikeinen zowel in het Huis
van Afgevaardigden als in de Senaat de meerderheid hebben, lukte het ze
niet om een wetsvoorstel goed te keuren dat Obamacare gaat afschaffen en
vervangen. De verdeeldheid binnen de partij was groot, waardoor een
meerderheid voor een wetsvoorstel niet te vinden was. Uiteraard wilden de
Democraten sowieso niet meewerken.
Na het debacle inzake de nieuwe Zorgwet (Trumpcare) hebben de Republikeinen
hun aandacht verlegd naar de belastingplannen van Trump. De kans op een
akkoord is toegenomen nu de ‘border adjustment tax’ (BAT) van tafel is. Dit
plan van de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden combineerde een
belastingverlaging met een verschuiving van de belastingdruk van exporteurs
naar importeurs. Omdat de Amerikanen meer importeren dan exporteren, zou
dit extra belastinginkomsten genereren die de belastingverlagingen zouden
moeten compenseren. Een origineel idee dat bovendien rekening houdt met de
houdbaarheid van de overheidsfinanciën. Echter, de politieke haalbaarheid
was gering. De maatregel verdeelde het Amerikaanse bedrijfsleven, een
belangrijke steunpilaar van de Republikeinse partij. De BAT zou positief
uitpakken voor exporteurs en negatief voor importeurs. In feite komt het
neer op een combinatie van een exportsubsidie en een invoertarief.
Bovendien is Trump geen voorstander van de BAT, die hij te ingewikkeld
vindt. Hij voelt ook meer voor het verhogen van invoertarieven voor
specifieke landen die niet mee willen werken met aanpassingen van
handelsakkoorden dan voor een invoertariefverhoging voor alle landen.
Hoewel het belastingplan van de Republikeinen gepresenteerd werd als een belastingverlaging voor de middenklasse, lijken vooral hogere inkomens en bedrijven te profiteren van de belastingverlagingen.
Met het verdwijnen van de BAT ligt de weg open naar belastingverlagingen.
Hierover zijn tenslotte alle Republikeinen het eens: de belastingdruk is te
hoog en dit remt volgens hen de economische groei. Het is de Republikeinen
zelfs gelukt om een budgetresolutie aan te nemen die het mogelijk maakt om
met een eenvoudige meerderheid een belastingplan in de senaat aan te nemen.
Omdat de Republikeinen 52 van de 100 senaatszetels in handen hebben zouden
ze zonder de Democraten een belastingwet kunnen aannemen. Zonder
budgetresolutie zouden ze 60 stemmen in de senaat nodig hebben. Vorige week
hebben de Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden een belastingplan
gelanceerd. Op het moment van schrijven wordt het plan nog bijgesteld in
het begrotingscomité van het Huis van Afgevaardigden (‘House Ways and Means
Committee’). Ondertussen is de senaat ook een belastingplan aan het
schrijven. Mochten beide plannen goedgekeurd worden dan zal er nog een
geharmoniseerd wetsvoorstel moeten worden geformuleerd en goedgekeurd. Pas
dan gaat de definitieve versie naar het Witte Huis om als wet ondertekend
te worden. Aangezien de belastingplannen nog steeds worden bijgesteld
hebben de Amerikaanse denktanks moeite om bij te blijven met hun
doorrekeningen van de meest actuele plannen. Echter doorrekeningen van
eerdere belastingplannen van de Republikeinen en Trump roepen twijfels op
over de effecten op de inkomensverdeling en de betaalbaarheid van de
overheidsschuld van de huidige plannen. Hoewel het belastingplan van de
Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden gepresenteerd werd als een
belastingverlaging voor de middenklasse, lijken vooral hogere inkomens en
bedrijven te profiteren van de belastingverlagingen.
[2]
De ironie wil dat Trump zijn presidentschap mede te danken heeft aan
kiezers uit de middenklasse die hun reële inkomen al decennia hebben zien
stagneren terwijl hogere inkomens er flink op vooruit zijn gegaan.
Over de betaalbaarheid van het belastingplan bestaan ook grote twijfels.
Ondanks de politieke nadelen van de BAT genereerde dat plan wel extra
belastinginkomsten om de belastingverlagingen te compenseren. In het
huidige plan van de Republikeinen worden enkele belastingvoordelen
afgeschaft en wordt ingezet op het repatriëren van geld dat het Amerikaanse
bedrijfsleven in het buitenland geparkeerd heeft vanwege de hoge
belastingen in de VS. De vraag is echter of dit genoeg is om de forse
belastingverlagingen op te vangen. Daarom is ook de Laffer-curve weer van
stal gehaald door de Republikeinen: de belastingplannen zouden de
economische groei zo sterk aanjagen dat ondanks de lagere belastingvoet de
belastinginkomsten zouden toenemen. Dit lijkt in de huidige Amerikaanse
context echter ‘wishful thinking’. Een realistischer scenario is dat de
belastingverlagingen gepaard zullen gaan met een oplopend begrotingstekort.
De Republikeinen hebben zichzelf een deadline op Thanksgiving Day (23
november) opgelegd om het belastingplan door het Congres te krijgen. Dit is
bijzonder ambitieus als we bedenken dat tijdens de laatste grootschalige
belastinghervorming onder president Reagan het bijna een jaar duurde om van
belastingplan tot wet te komen. We moeten er dan ook rekening mee houden
dat de deadline niet gehaald wordt. Bovendien hebben de eerdere ervaringen
met Trumpcare laten zien dat de eenheid binnen de Republikeinse partij geen
vanzelfsprekendheid is. Het is zelfs mogelijk dat het plan in zijn huidige
vorm het helemaal niet haalt. Een alternatief plan waarbij mede gesteund
wordt op de Democraten zou er radicaal anders uitzien. De Democraten willen
vooral lagere belastingen voor middeninkomens en lagere inkomens, maar
zeker niet voor hogere inkomens. Ook willen ze lang niet zo ver gaan in het
verlagen van de belastingen voor bedrijven.
Pijler 2: Trumps protectionistische handelsagenda
Tot op heden hebben we nog geen grootschalige protectionistische
maatregelen gezien van de regering Trump. NAFTA is niet opgeheven, maar
wordt heronderhandeld, en van een verhoging van handelsbarrières is nog
evenmin sprake. Weliswaar heeft Trump de onderhandelingen rond het
vrijhandelsverdrag TPP (Trans Pacific Partnership) direct na zijn
inauguratie via een zogenoemd presidentieel decreet beëindigd, maar die
plannen waren nog verre van concreet. Er zijn wel voorbeelden van
maatregelen die specifieke productgroepen en bedrijven treffen, maar die
zijn louter kleinschalig. Denk aan een tarief op de import van Canadees
zachthout en een tarief van 219 procent op export van Canadese
vliegtuigbouwer Bombardier.
Trump zou naar verluidt wel meermalen hebben verzocht om vergaande
protectionistische beleidsopties, aangespoord door zijn in augustus
ontslagen strategisch adviseur Steven Bannon, de architect achter de
succesvolle ‘America First’-campagne. Bannon was bijvoorbeeld de drijvende
kracht achter het torpederen van de onderhandelingen over TTP, maar heeft
vervolgens de interne strijd verloren met de belangrijkste economische
adviseur in het Witte Huis, Gary Cohn. Cohn laat het geluid van de
Amerikaanse bedrijvenlobby horen, die fel gekant is tegen
handelsbelemmeringen en herhaaldelijk heeft gewezen op de negatieve
economische effecten en het banenverlies op de korte termijn.
Dat die verliezen potentieel groot kunnen zijn, blijkt alleen al uit de
mate waarin de waardeketens van Amerikaanse producenten internationaal zijn
verweven (zie
Erken en Tulen, 2017). Zo blijkt dat de Mexicaanse export van auto’s naar de VS voor 18%
bestaat uit intermediaire leveringen door Amerikaanse bedrijven (figuur 5).
Een importtarief raakt dus niet alleen Mexicaanse autofabrikanten die de
auto’s assembleren en verschepen naar de VS, maar ook Amerikaanse
toeleveranciers die de software, elektronica, motoren, airbags, autostoelen
voor die auto’s leveren. Ook de Mexicaanse exporten uit de
elektrotechnische industrie en de elektrische machine-industrie zijn sterk
verweven met Amerikaanse toeleveranciers (respectievelijk 17,2 procent en
16,7 procent is Amerikaanse toegevoegde waarde).
Figuur 5: Handelsbarrières raken ook Amerikaanse toeleveranciers
Bron: Rabobank op basis van OECD TiVA database
Toelichting: de afkorting TW staat voor toegevoegde waarde.
Daarnaast zijn veel Amerikaanse bedrijven afhankelijk van de import van
halffabricaten uit het buitenland. Handelsbarrières raken
niet alleen de bedrijven die deze buitenlandse halffabricaten gebruiken,
maar ook Amerikaanse consumenten die de prijsstijging van deze barrières
deels voor hun kiezen zullen krijgen. Bovendien zegt een analyse van
handelsstatistieken nog niks over de opbrengsten van die stromen, die vaak
weer terugvloeien naar de thuisbasis van bedrijven die hun waardeketen
internationaal hebben opgeknipt. Zo draagt iedere in China gefabriceerde
iPhone negatief bij aan de handelsbalans tussen China en de VS, maar
ontvangst China slechts 1,8 procent van de totale verkoopwaarde van deze
telefoons (Kraemer, Linden en Dedrick, 2011).
Protectionisme blijft een risico
Ondanks het vertrek van Bannon in augustus achten we de kans klein dat het
Witte Huis de protectionistische koers gaat verleggen.
Handelsvertegenwoordiger Robert Lighthizer, adviseur Peter Navarro en
minister van Handel Wilbur Ross zijn voorstander van een harde koers op het
gebied van Amerikaanse handelsbeleid. De invloed van deze handelshaviken
verklaart dan ook de vrij geharnaste positie van de VS tijdens de vierde
onderhandelingsronde over NAFTA afgelopen oktober. De VS hebben een aantal
zware eisen op tafel gelegd tijdens deze onderhandelingsronde, die door de
Amerikaanse Kamers van Koophandel zelfs ‘poison pill proposals’
werden genoemd. Het Trump-team wil onder meer een stelregel implementeren ( rules of origin) over het aandeel in producten dat van Amerikaanse
makelij moet zijn. In de praktijk betekent dit bijvoorbeeld dat Mexicaanse
auto’s die naar de VS worden geëxporteerd voor de helft uit Amerikaanse
producten zouden moeten bestaan (in plaats van de eerder genoemde 18
procent). Een ander struikelblok in de onderhandelingen is de zogenoemde sunset clausule die inhoudt dat NAFTA iedere vijf jaar zou moeten
worden heronderhandeld. Deze onzekerheid zou slecht nieuws zijn voor de
bedrijfsinvesteringen, die met name van belang zijn voor Mexico. In reactie
op de moeizame onderhandelingen hebben 85 bedrijven direct een brandbrief
geschreven aan minister Wilbur Ross, waarin zij waarschuwen dat het
opdoeken van NAFTA de VS 250.000 banen zou kunnen kosten.
Naast de moeizame onderhandelingen over NAFTA loopt momenteel ook een
Amerikaans onderzoek naar de effecten van Chinese handelspraktijken en
Chinees handelsbeleid. Onderzocht wordt of dit het Amerikaanse
intellectuele eigendom, het innovatievermogen van bedrijven of
technologische ontwikkelingen aantast. Het onderzoek wordt gedaan in het
kader van artikel 301 van de Amerikaanse handelswet uit 1974 en werd in
augustus in een
memorandum
door Trump aangevraagd. Officieel had Robert Lighthizer een jaar de tijd om
te besluiten of hij het onderzoek zou uitvoeren, maar hij hakte in dezelfde
week nog de knoop door om met het onderzoek te starten. Het zou ertoe
kunnen leiden dat in 2018 tarieven worden ingesteld op Chinese producten
die naar de VS worden geëxporteerd. Beijing liet direct na de start van het
onderzoek weten dat het er niet voor terugdeinst om tegenmaatregelen te
nemen.
Een handelsoorlog zou vervolgens alleen maar verliezers opleveren waarbij de grootste negatieve effecten op het bbp overigens neerslaan in de VS zelf.
Hoewel ons basisscenario nog steeds is dat Trump geen grootschalig
protectionistisch pakket zal lanceren, neemt de druk om protectionistisch
beleid te voeren wel toe naarmate Trumps binnenlandse agenda niet van de
grond komt. Voorlopig gaan we ervan uit dat Trump vooral op zoek is naar de ‘quick wins’ in de onderhandelingen, zoals een afgezwakte
implementatie van bijvoorbeeld rules of origin in NAFTA die hij
vervolgens aan zijn achterban kan presenteren als het ‘Made in
America’-label in handelsakkoorden. Ook het artikel 301-onderzoek is een
manier voor Trump om de druk op China op te voeren om harder op te treden
tegen Noord-Korea. China heeft belangen in Noord-Korea die de Aziatische
grootmacht er wellicht van weerhouden om voldoende druk uit te oefenen op
Pyongyang (zie
Erken en Giesbergen, 2017
). Mocht de VS toch besluiten om een forse protectionistische agenda uit te
voeren, dan zullen de getroffen landen niet aarzelen om terug te slaan. Een
handelsoorlog zou vervolgens alleen maar verliezers opleveren (zie tabel 1), waarbij de grootste negatieve effecten op het bbp overigens neerslaan
in de VS zelf.
Tabel 1: Economische effecten bij een stijging van de handelstarieven
met 20%
Bron: Erken, Marey en Wijffelaars, 2017
Toelichting: de totale cumulatieve negatieve effecten op het bbp tot 2023
bedragen 5½ procentpunt, ten opzichte van een situatie zonder
handelsoorlog.
Wat kunnen we nog verwachten?
We verwachten dat de Amerikaanse economie de komende periode veerkrachtig
zal blijven, maar de zogenoemde staartrisico’s
[3]
zijn onder het presidentschap van Trump wel toegenomen, bijvoorbeeld
wanneer de VS verwikkeld raakt in een handelsoorlog of een echte oorlog met
Noord-Korea. Voorlopig interpreteren we Trumps spierballentaal op het
buitenlandse diplomatieke vlak en die in het handelsbeleid als een
strategische manoeuvre om zichzelf een zo gunstig mogelijke
onderhandelingspositie te verschaffen. Kleine overwinningen en aanpassingen
in handelsafspraken kan hij dan vervolgens groots verkopen aan zijn
achterban. Laten we hopen dat het ook daadwerkelijk blijft bij
onconventionele communicatie van President Trump en dat zijn woorden niet
tot daden leiden.
Voetnoten:
[1]
De langste periode van economische groei in de VS bedroeg 120
maanden tussen maart 1991 en maart 2001.
[2]
Bij eerdere belastingsvoorstellen van Trump heeft het Tax Policy
Center doorgerekend dat 80% van beoogde belastingkorting van circa
$6000 miljard over tien jaar terecht zou komen bij inkomens hoger
dan $140.000.
[3]
Een staartrisico is de statistisch zeer kleine kans op extreme
gebeurtenissen.
Referenties:
Erken, H. en B. Giesbergen (2017), North Korea’s pressure point: the economy, Rabobank, Utrecht
Erken, H., P. Marey en M. Wijffelaars (2017), Empty threats: Why Trump’s protectionist policies would mean disaster for the US, VoxEU.
Erken, H. en M. Tulen (2017), US global value chain integration: a major impediment for Trump’s protectionist trade agenda , Rabobank, Utrecht.
Kraemer, K., G. Linden en L. Dedrick, (2011), Capturing value in global networks: Apple’s iPad and iPhone, UC Berkeley and Syracuse working paper.
Marey, P. (2017), Trumpgate, Rabobank, Utrecht.
Te citeren als
Hugo Erken, Philip Marey, “Eén jaar na verkiezing Donald Trump: hoe hangt de vlag erbij?”,
Me Judice,
8 november 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Trump, ceremony 9/11 victims’ van Chairman of the Joint Chiefs of Staff (CC BY 2.0).