Zorgen over uiteenvallen NAFTA
Canada, Mexico en de Verenigde Staten zijn begonnen met de zesde
heronderhandelingsronde over het Noord-Amerikaanse vrijhandelsverdrag
NAFTA, die tot 29 januari zal duren. Omdat de VS een verregaand
protectionistisch eisenpakket op tafel hebben gelegd, zijn de zorgen over
het mislukken van de onderhandelingen sterk toegenomen (zie
Reuters, 2017). De huidige spanningen kunnen uiteraard een tactiek zijn van president
Trump, die er bekend om staat zaken op scherp te zetten om zijn eigen
onderhandelingsmacht te versterken. Uit voorzorg heeft Mexico daarom al
aangegeven niet meer aan te willen schuiven bij verdere onderhandelingen
als de VS besluiten om de terugtrekkingsprocedure in gang te zetten door
het NAFTA schriftelijk op te zeggen (Reuters, 2017). Dat de VS al voor de verkiezing van Trump op de protectionistische toer
waren, blijkt alleen al uit het gestegen aantal genomen belemmerende
maatregelen tegen Mexico en Canada in de afgelopen jaren (zie figuur 1).
Figuur 1: VS waren voor Trump al op de protectionistische toer
Bron: www.globaltradealert.org
Gezien de huidige spanningen rond de onderhandeling van NAFTA hebben we een
scenarioanalyse uitgevoerd om de economische effecten in kaart te brengen
van het (gedeeltelijk) uiteenvallen van NAFTA (zie ook volledige rapport,
Erken, Lawrence, Marey en De Vreede, 2018
).
Wat gebeurt er als NAFTA geheel of gedeeltelijk wordt ontmanteld?
Het Noord-Amerikaanse handelsverdrag NAFTA is in 1992 ondertekend en in
januari 1994 van kracht geworden. Het verdrag leverde een flinke impuls op
voor de handel tussen Mexico, de VS en Canada. NAFTA bouwde de tarieven op
goederen helemaal af en verminderde veel non-tarifaire handelsbarrières op
zowel goederen als diensten sterk. Overigens verschilt NAFTA van de EU in
de zin dat er geen sprake is van een douane-unie. Goederen en personen
kunnen zich dus niet ongeregistreerd bewegen tussen de drie landen. Wel
heeft NAFTA ervoor gezorgd dat investeringsbelemmeringen tussen de
partnerlanden grotendeels zijn weggenomen.
Twee scenario’s
In onze scenariostudie gaan we uit van twee scenario’s. In het meest
ongunstige ‘harde’ NAFTA-scenario gaan we ervan uit dat de VS
besluiten om zich eenzijdig uit NAFTA terug te trekken. Het NAFTA-verdrag
heeft geregeld dat de overgebleven landen hun handelsregime kunnen
continueren en we gaan ervan uit dat Canada en Mexico dit ook zullen doen.
Als de VS aankondigen zich terug te trekken en Canada en Mexico
schriftelijk hebben verwittigd, kunnen de VS zes maanden later ook
daadwerkelijk uittreden. Het handelsregime zoals dat onder NAFTA gold zal
dan nog één jaar blijven bestaan, tenzij Donald Trump zich beroept op de
tarieven zoals deze golden in het tijdperk voordat NAFTA werd
geïntroduceerd. Voor NAFTA hadden Mexico en de VS geen handelsverdrag, dus
zij zullen in dat geval terugvallen op het handelsregime van de WTO. Dit
betekent dat er zogenoemde meest begunstigde landentarieven (Most Favored Nations tariffs)
zullen ontstaan tussen de VS (3,5 procent) en Mexico (7 procent). Canada en
de VS hadden voor NAFTA wel een handelsverdrag: de Canada-US Free Trade
Agreement (CUSFTA), waarbij de meeste producten al zonder importtarieven de
grens over gingen. Gezien de recente spanningen die er bestaan tussen de VS
en Canada over de import van Canadees zachthout en de Canadese
vliegtuigbouwer Bombardier gaan we ervan uit dat de VS ook dit verdrag niet
meer willen eerbiedigen en er ook importheffingen zullen ontstaan (VS: 3,1
procent en Canada: 4,1 procent). Behalve importtarieven kunnen ook
non-tarifaire belemmeringen weer gaan gelden, zoals importvergunningen,
quota’s of aangescherpte producteisen, zoals sanitaire en fytosanitaire
voorschriften. Uit de literatuur blijkt dat deze handelsbarrières
schadelijker zijn voor de handel dan tarifaire barrières. Ook buitenlandse
investeringsstromen tussen de drie NAFTA-partners zouden in het algemeen
negatief worden beïnvloed, omdat de mogelijkheden hiervoor afnemen en
sommige directe investeringen samenhangen met grensoverschrijdende
productieketens.
De huidige spanningen kunnen uiteraard een tactiek zijn van president Trump, die er bekend om staat zaken op scherp te zetten om zijn eigen onderhandelingsmacht te versterken.
In het tweede, ‘zachte’, NAFTA-scenario gaan we ervan uit
dat de mislukte onderhandelingen er niet toe leiden dat de VS met NAFTA
stoppen, maar de drie partijen wel besluiten om NAFTA af te slanken. Bij
dit scenario gaan we er vanuit dat importtarieven achterwege zullen
blijven, maar non-tarifaire barrières wel zullen toenemen. Zoals figuur 1
laat zien, zijn landen vrij flexibel in de implementatie van non-tarifaire
barrières buiten handelsverdragen om, zoals specifieke aangescherpte
regulering, productstandaarden of vervoerseisen. De literatuur laat ook
zien dat non-tarifaire barrières de grootste belemmering vormen voor de
handel. Naast non-tarifaire barrières zullen buitenlandse investeringen
negatief worden beïnvloed, zij het in beperktere mate dan in het harde
scenario.
Economische effecten gekwantificeerd
Om de effecten van het uiteenvallen van NAFTA in beide scenario’s te
kwantificeren, hebben we een econometrische wereldhandelsmodel, genaamd
NiGEM, gebruikt. Alle aannames, de uitleg over de methodiek en de
uitgebreide beschrijving van de resultaten zijn te vinden in Erken, Lawrence, Marey en De Vreede (2018).
In beide scenario’s zorgen meer handelsbarrières voor hogere exportprijzen
en lagere exportmarktaandelen tussen de VS en zowel Canada als Mexico. Voor
Mexico en Canada wordt het negatieve effect van hogere handelsbarrières op
de exportprijzen deels teniet gedaan door een vrij sterke depreciatie van
de Canadese dollar (CAD) en de Mexicaanse peso (MXN) ten opzichte van de
Amerikaanse dollar (USD), vooral in het harde scenario. Mexico en Canada
worden immers goedkoper voor Amerikaanse dollars en kunnen daardoor een
deel van hun marktaandeel behouden. Een nadeel van de sterke depreciatie
van de CAD en MXN is dat halffabricaten die moeten worden geïmporteerd een
stuk duurder worden. Deze importinflatie zorgt voor hogere binnenlandse
prijzen, lagere particuliere consumptie en daarmee een lagere economische
groei.
Uiteindelijk verwachten we een negatief effect op de totale Amerikaanse
bbp-groei tot 2025 van ongeveer -1,0 procent in beide scenario’s ten
opzichte van een scenario waarin NAFTA zou worden gecontinueerd (zie tabel
1). Aangezien we verwachten dat het onlangs door het Congres aangenomen
belastingplan (Tax Cuts and Jobs Act) van president Trump zal leiden tot
0,8 procentpunt extra groei in de VS tot 2025, zouden de VS met het
verlaten van NAFTA de economische baten van het belastingplan meer dan
teniet doen. In het harde scenario hebben de VS weliswaar te maken met
sterkere negatieve exporteffecten (-2,5 procent lager exportvolume in 2019
[1]
) dan in het zachte scenario (0,0 procent), maar in het zachte scenario is
de inflatie hoger. Deze hogere inflatie zorgt voor een lagere particuliere
consumptie van huishoudens en deze bestedingscomponent is voor de
Amerikaanse economie veel belangrijker dan de handel. Omgerekend komt 1
procent gederfde groei neer op ongeveer USD 1.250 per werkende Amerikaan.
[2]
Tabel 1: Totale bbp-effecten (%) in 2025
|
Zachte NAFTA-scenario
|
Hard NAFTA-scenario
|
Verenigde Staten
|
-1,0%
|
-0,9%
|
Canada
|
-1,3%
|
-2,0%
|
Mexico
|
-2,2%
|
-2,6%
|
Bron:
Erken, Lawrence, Marey en De Vreede (2018)
Canada is meer afhankelijk van de handel met de VS dan andersom, waardoor
de economische schade in Canada duidelijk groter kan zijn. In het harde
scenario zou het verlies aan economische groei tot 2025 2,0 procent
bedragen ten opzichte van het basispad en in het zachte scenario is dit
verlies 1,3 procent. In absolute termen komt dit komt neer op USD 1.800 per
werkende Canadees in het harde scenario of USD 950 in het zachte scenario.
De arbeidsmarkt in Canada krijgt zeker in het harde scenario ook een
behoorlijke klap. De werkloosheid is de afgelopen tijd rap gedaald naar 5,7
procent (was 8,3 procent in 2009), maar zou in het harde scenario weer
stijgen naar 7,2 procent in 2019.
Ook Mexico zal sterk worden getroffen door een ontmanteling van NAFTA. Van
de Mexicaanse exporten gaat 80 procent naar de VS. Uiteindelijk zou Mexico
-2,2 procent (zacht) tot -2,6 procent (hard) aan groei moeten inleveren ten
opzichte van het basispad. De Mexicaanse peso zou in het harde scenario met
maar liefst 17,5 procent kunnen depreciëren, wat grote negatieve gevolgen
zou hebben voor de Mexicaanse inflatie op korte termijn.
De één zijn dood is de ander zijn brood
Doordat de VS een minder interessante handelspartner worden voor Mexico en
Canada, zullen deze landen deels hun bakens gaan verzetten. Een
interessante kandidaat om de handelsbanden mee aan te halen is de Europese
Unie. In september 2017 werd het Comprehensive Economic and Trade Agreement
(CETA) tussen Canada en de EU van kracht. Tussen Mexico en de EU bestaat
ook een handelsverdrag dat stamt uit 2000 en dat op het punt staat te
worden vernieuwd. Deze verdragen kunnen ervoor zorgen dat de Canadese en
Mexicaanse handelsverliezen die het gevolg zijn van het wegvallen van NAFTA
voor een beperkt deel kunnen worden opgevangen door meer handel met de EU.
Omgekeerd kunnen door de sterkere oriëntatie van deze landen ook kansen
ontstaan voor ondernemers in de EU die zaken willen doen in Mexico en
Canada. De relatieve exportprijzen vanuit Europa zullen immers dalen door
de prijsopdrijvende handelsbelemmeringen in de NAFTA-landen onderling (met
uitzondering van de bilaterale handel tussen Canada en Mexico).
Uit onderzoek van
Erken en Heijmerikx (2018)
blijkt dat het handelsverdrag tussen Mexico en de EU heeft gezorgd voor 4
procent hogere bilaterale exporten. Dit effect is gebruikt om het
exportsubstitutie-effect te berekenen in het geval dat NAFTA (gedeeltelijk)
het onderspit zou moeten delven. Voor Mexico zouden de exportvolumes met de
EU met iets meer dan 13 procent toenemen, zowel in het harde als in het
zachte NAFTA-scenario. De Canadese exporten naar de EU zouden in het harde
scenario met 7,7 procent toenemen en in het zachte scenario met 5,5
procent.
..ook voor Nederland
De rol van exportsubstitutie en veranderende handelspatronen van Canada en
Mexico betekent ook dat een kleine open economie als de Nederlandse extra
zou kunnen profiteren. Momenteel is de handel met beide landen nog beperkt
(zie figuur 2), maar deze zou een impuls kunnen krijgen door het
(gedeeltelijk) wegvallen van NAFTA.
Figuur 2: Nederlandse handel met Mexico en Canada is toegenomen (maar
nog steeds klein)
Bron: IMF DOTS, Macrobond
Doordat de handelsverdragen met Canada en Mexico al van kracht zijn, zien
we de effecten vooral op korte termijn in de scenarioresultaten terug. In
het harde NAFTA-scenario zou de totale export in Nederland in 2019 1,5
miljard euro hoger uitkomen dan in het basispad en in 2020 komt er nog eens
300 miljoen euro bij (figuur 3). De totale groei in het exportvolume kan
tot en met 2025 0,9 procent hoger uitpakken, wat gelijk staat aan 1,8
miljard euro. Daar komt nog bij dat de werkloosheid door de hogere
productie harder daalt, de reële inkomens van huishoudens stijgen en de
private consumptie ook een steun in de rug krijgt. Het grootste positieve
effect zien we in 2019, wanneer het bbp 0,4 procent hoger ligt dan in een
situatie waarbij NAFTA niet zou worden ontmanteld.
Figuur 3: Nederlands bbp 3 miljard hoger in 2019 door het uiteenvallen
van NAFTA
Bron: Rabobank
Sectorale handelspatronen
De belangrijkste sectoren voor de Nederlandse export naar zowel Canada als
Mexico zijn de delfstoffenwinning, maakindustrie en financiële
dienstverlening. Door de aard van de handelsverdragen met de EU verwachten
we dat er voor handel in goederen extra kansen zullen ontstaan.
Tabel 2: Aandeel in de exportwaarde in 2016
|
Canada
|
Mexico
|
0 Voeding en levende dieren
|
3%
|
6%
|
1 Dranken en tabak
|
2%
|
0%
|
2 Grondstoffen, niet eetbaar
|
3%
|
5%
|
3 Minerale brandstoffen
|
39%
|
39%
|
4 Dierlijke en plantaardige oliën
|
0%
|
0%
|
5 Chemische producten
|
19%
|
18%
|
6 Fabricaten
|
5%
|
5%
|
7 Machines en vervoermaterieel
|
20%
|
21%
|
8 Diverse gefabriceerde goederen
|
7%
|
6%
|
9 Niet afzonderlijk genoemde goederen
|
0%
|
0%
|
Bron: CBS
De meeste export van Nederlandse goederen naar Canada en Mexico is te
vinden in minerale brandstoffen (39 procent), waarvan het merendeel bestaat
uit geraffineerde aardolieproducten. Ook de chemie en de machinebouw zijn
met ruwweg 20 procent van de totale uitvoer van goederen twee belangrijke
exportsectoren naar zowel Canada als Mexico. In het geval van Canada gaat
het bij de chemie vooral om medicatie, terwijl het bij Mexico gaat om
cyclische koolwaterstoffen en stikstofmeststoffen. Bij machinebouw gaat het
in beide gevallen om landbouwmachines. In Mexico worden daarnaast veel
machines geïmporteerd die zijn bestemd voor de
voedingsverwerkingsindustrie.
Kansen voor Nederlandse ondernemers?
De huidige sectorale handelspatronen tussen Nederland, Canada en Mexico
betekenen natuurlijk niet dat de toekomstige kansen voor ondernemers ook in
die branches zullen ontstaan. Daarbij blijft het onzeker hoe het nieuwe
handelsverdrag tussen Mexico en de EU er uiteindelijk uit gaat zien. Ook
zijn Nederlandse ondernemers afhankelijk van de handelsbarrières die de VS
implementeren wanneer NAFTA uiteenvalt, aangezien dit bepalend is voor hun
relatieve handelspositie.
Ondanks de onzekerheden over de handelsverdragen zijn Mexicaanse importeurs
al naar Nederlandse producten aan het kijken als alternatief voor producten
uit de VS. Bijvoorbeeld Nederlandse peren, pluimvee- en varkensvlees
blijken op dit moment al interessant (zie
Boerderij, 2017
). Ook de bedekte tuinbouw groeit heel hard in Mexico, niet alleen om
groente en fruit te telen voor de Mexicaanse markt van 127 miljoen
consumenten, maar ook voor de Amerikaanse markt. Nederland excelleert in
deze sector, denk aan de kassen in het Westland. Nederlandse bedrijven
kunnen hun kennis goed benutten om de Mexicaanse markt te bedienen. Dan
gaat het niet alleen om technologie, zoals kennis over efficiënt
watergebruik en het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen, maar ook om het
gebruik van zaden. Nederlandse zaadveredelaars die veel samenwerken met de
universiteit van Wageningen behoren tot de top van de wereld.
Het vrijhandelsverdrag met Canada, CETA, zal verder bijdragen aan het
substitutie-effect van producten uit de VS met producten uit de EU. CETA
maakt het voor Europese producenten aantrekkelijker om voedingsmiddelen en
landbouwproducten te exporteren. Nederland is de zesde grootste exporteur
van voedingsmiddelen naar Canada vanuit de EU, waardoor het openbreken van
deze markt voor ons land aantrekkelijk zal zijn. Op dit moment is er
bijvoorbeeld een quotum op de hoeveelheid kaas die Canada importeert uit de
EU. Boven dit quotum zit er een importheffing van 227 procent op deze
producten, waardoor ze niet meer aantrekkelijk zijn voor Canadese
consumenten. Met CETA zal er een hoger quotum op kazen worden ingevoerd.
Daarbij worden Europese producten beschermd tegen lokale Canadese
replica’s. Zo mogen producten als Goudse kaas enkel worden verkocht als
deze kaas daadwerkelijk uit Gouda komt, waardoor Nederlandse producenten
een streepje voor hebben op de concurrent (Europese Commissie, 2017).
Ook is Nederland met 99 procent de grootste exporteur van bloembollen naar
Canada vanuit de EU en de
grootste bloembollenexporteur ter wereld
. Het verlagen van de importheffingen op bloembollen en zaden in CETA zal
ook ten goede komen aan Nederlandse producenten.
Uiteraard zijn er ook neerwaartse (sectorspecifieke) risico’s, waardoor we
wel een slag om de arm moeten houden. Als bijvoorbeeld de tuinbouwsector in
Mexico door het opbreken van NAFTA in een crisis terechtkomt, ligt het niet
voor de hand dat er meer zaden uit Nederland worden geïmporteerd. Maar ook
als het opzeggen van NAFTA door de VS leidt tot een crash op de Amerikaanse
beurzen, worden Nederlandse belangen aangetast. Nederland heeft
bijvoorbeeld met zijn kapitaaldekkingsstelsel in de pensioensfeer flinke
investerings- en beleggingsbelangen in Noord-Amerika. Hoewel turbulentie op
de financiële markten deels hebben meegenomen in onze scenarioanalyse is
het lastig te voorspellen hoe deze markten precies zullen reageren. Ook
kunnen we niet inschatten hoe de sectordynamiek in Mexico en Canada zich in
een NAFTA-loze wereld precies zal ontvouwen. De negatieve gevolgen kunnen
we daarom ook slechts duiden als neerwaarts risico, zonder dat we hier een
cijfer op kunnen plakken.
Voetnoten:
[1]
In het basispad verwachten we een groei van het exportvolume van
3,6 procent, dus ten opzichte van het basispad zijn de verliezen
voor de exportsector nog groter dan de genoemde -2,5 procent.
[2]
Het aantal werkzame personen blijft in de VS in beide scenario’s
ongeveer gelijk, terwijl het aantal werkzame personen in het harde
scenario in Canada een stuk lager ligt dan in het zachte scenario.