Kappen met kunstgras
Recent is de discussie over kunstgras weer opgelaaid, toen 100
toonaangevende personen uit de vaderlandse voetballerij met het manifest
‘Kappen met Kunstgras’ kwamen (Algemeen Dagblad, zaterdag 19 augustus
2017). De 100 Voetbal-VIPs voeren een reeks van argumenten tegen kunstgras
aan. In de eerste plaats vinden zij de aanwezigheid van kunstgrasvelden in
de eredivisie erg schadelijk voor de beeldvorming van het Nederlandse
voetbal in de rest van de wereld. Bovendien leidt kunstgras tot een ander
type spel, door sommige waarnemers wel aangeduid als veredeld zaalvoetbal.
Daarnaast impliceert het competitievervalsing, omdat de omstandigheden van
wedstrijd tot wedstrijd principieel kunnen verschillen. Bovendien lijdt de
concurrentiepositie van Nederlandse clubs op de wereldwijde markt voor
voetballers hierdoor schade: veel van de betere spelers zijn huiverig om
een aantal wedstrijden op kunstgras te moeten afwerken. Door de relatief
lage salarissen hebben de eredivisieclubs het toch al moeilijk om capabele
krachten aan te trekken. Ook veel van de huidige eredivisiespelers zijn
niet bijster gecharmeerd van kunstgras, onder andere vanwege het vermeend
hogere blessurerisico. Ten slotte betogen de honderd prominenten dat in
vrijwel geen enkele topcompetitie op kunstgras wordt gespeeld.
Extra thuisvoordeel?
Afgezien van beeldvorming en voorkeuren is een belangrijke vraag of clubs
met een kunstgrasveld een extra thuisvoordeel hebben. In een recente studie
van Velema (2015) waarin o.a. eredivisiewedstrijden 2005-2006 tot en met
seizoen 2014-2015 worden geanalyseerd wordt geconcludeerd dat dit niet het
geval is. Eerder hebben wij verkennend onderzoek gedaan naar de effecten
van kunstgras waarbij we voor wat betreft de eredivisie vier clubs
(Excelsior, Volendoma, PEC Zwolle en Cambuur) hebben bekeken die tot en met
seizoen 2013-2014 tezamen zes seizoenen op kunstgras speelden en 10
seizoenen op natuurgras (Van Ours en Van Tuijl, 2015). Ook wij trokken toen
de conclusie dat er van een extra thuisvoordeel vanwege kunstgras geen
sprake is (zie ook De Hoog (2015, 2017).
De afgelopen seizoenen is het aantal eredivisieclubs met kunstgras sterk
toegenomen. Dat geeft meer onderzoeksmogelijkheden. Om het effect van
kunstgras op eredivisiewedstrijden opnieuw te onderzoeken gebruiken we
informatie over de laatste drie seizoenen eredivisie waarin in elk seizoen
zes clubs op kunstgras speelden en 12 clubs op natuurgras. We gebruiken ook
een andere methode om het effect van kunstgras te bepalen. Tabel 1 geeft
een overzicht van karakteristieken van de 918 wedstrijden die in de
afgelopen drie seizoenen zijn gespeeld.
Tabel 1: Doelpunten, punten en verwachte punten per wedstrijd onderscheiden naar
categorie in de eredivisie (seizoenen 2014-2015 tot en met 2016-2017)
type gras |
doelpunten |
punten |
verwachte punten |
aantal wedstrijden |
thuis
|
uit
|
thuis
|
uit
|
saldo
|
thuis
|
uit
|
saldo
|
thuis
|
uit
|
saldo
|
natuur |
natuur |
1,63 |
1,42 |
0,21 |
1,53 |
1,23 |
0,30 |
1,61 |
1,14 |
0,47 |
396 |
natuur |
kunst |
2,06 |
0,90 |
1,16 |
2,10 |
0,68 |
1,42 |
1,95 |
0,83 |
1,12 |
216 |
kunst |
natuur |
1,29 |
1,50 |
-0,21 |
1,27 |
1,49 |
-0,22 |
1,25 |
1,50 |
-0,25 |
216 |
kunst |
kunst |
1,69 |
1,49 |
0,20 |
1,47 |
1,23 |
0,24 |
1,60 |
1,13 |
0,47 |
90 |
gemiddeld/totaal |
1,66 |
1,32 |
0,34 |
1,60 |
1,16 |
0,43 |
1,61 |
1,15 |
0,46 |
918 |
Bron: www.football-data.co.uk.
Verwachte punten berekend met behulp van William Hill bookmaker data.
Schatting thuisvoordeel
Met behulp van deze tabel kunnen we een inschatting geven van de effecten
van kunstgras op wedstrijdresultaten. De redenering is als volgt. Indien we
alle wedstrijden bekijken tussen twee clubs die beide op natuurgras spelen dan worden er gemiddeld over de drie
seizoenen per wedstrijd 1,63 doelpunten gescoord door de thuisploeg en 1,42
door de uitspelende ploeg. Het saldo van 0,21 doelpunten kan worden
toegeschreven aan het thuisvoordeel, want gemiddeld gezien zijn
thuisspelende en uitspelende clubs even sterk. Bekijken we echter
wedstrijden tussen clubs die op kunstgras spelen en clubs die op natuurgras
spelen dan ontstaat er een ander beeld. Indien de natuurgrasclub thuis
speelt dan is het positieve saldo 1,16 doelpunt. Dit is op zich niet
verwonderlijk want gemiddeld gezien zijn de thuisspelende clubs (denk aan
Ajax, PSV, Feyenoord met hun natuurgrasmat) sterker dan de uitspelende
clubs. Wanneer de clubs met kunstgras thuisspelen is het doelsaldo -0,21.
Weer niet verwonderlijk want nu zijn de uitspelende clubs gemiddeld gezien
sterker. Kunstgras speelt echter ook een rol. Het doelsaldo van 1,16
ontstaat door het thuisvoordeel van de natuurgrasclub én door het
krachtsverschil tussen de twee type clubs. Het doelsaldo van -0,21 ontstaat
door het thuisvoordeel van de kunstgrasclub en het krachtsverschil tussen
de twee type clubs. Als beide saldo’s bij elkaar optellen vallen de
krachtsverschillen weg en blijft over het thuisvoordeel van de
natuurgrasclub plus het thuisvoordeel van de kunstgrasclub. Bij elkaar is
dit 1,16-0,21=0,95. Uit de wedstrijden van de natuurgrasclubs weten we dat
hun thuisvoordeel 0,21 bedraagt. Dus is het thuisvoordeel van de
kunstgrasclub 0,95-0,21=0,74. Als we hier het reguliere thuisvoordeel vanaf
halen blijft over het extra voordeel van het spelen op kunstgras ten
opzichte van natuurgras van 0,74-0,21=0,53.
Als we deze berekeningen in een regressiemodel [1] gieten kunnen we ook
bepalen hoe nauwkeurig de 0,53 geschat wordt. Dan blijkt dat het
kunstgrasvoordeel significant van 0 verschilt op een 5%-niveau. Tabel 2
laat ook de uitkomsten zien wanneer we de analyses per seizoen doen.
Tabel 2: Extra thuisvoordeel spelen op kunstgras in de eredivisie
criterium
|
3 seizoenen
|
2014-2015
|
2015-2016 |
2016-2017 |
saldo doelpunten |
0,53 |
(0,26)** |
0,43 |
(0,45) |
0,43 |
(0,45) |
0,73 |
(0,45) |
saldo punten |
0,60 |
(0,35)* |
0,54 |
(0,61) |
0,52 |
(0,61) |
0,75 |
(0,61) |
saldo verwachte punten |
-0,08 |
(0,12) |
-0,11 |
(0,21) |
-0,02 |
(0,20) |
-0,10 |
(0,23) |
Noot: tussen haakjes standaardfouten; ** (*) significant op 5% (10)% niveau
Dan vinden we voor de afzonderlijke seizoenen vergelijkbare effecten qua
omvang die echter niet significant van nul verschillen. Dat de resultaten
per seizoen onnauwkeuriger geschat worden verbaast ons niet omdat toeval in
het voetbal een grote rol speelt. Pas bij een groot aantal wedstrijden – in
ons voorbeeld dus drie seizoenen – kan het effect nauwkeurig worden
geschat.
In de tabellen wordt ook informatie gegeven over het extra thuisvoordeel
voor clubs met kunstgrasvelden als we kijken naar het saldo thuis-uit in
termen van het aantal punten. De resultaten veranderen hier niet sterk
door. Gemiddeld gezien is er een extra thuisvoordeel voor clubs met een
kunstgrasmat van 0,60 punt.
Bookmakers negeren thuisvoordeel
Tot slot hebben we gekeken naar het aantal verwachte punten berekend op
basis van bookmakers’ quoteringen. Om te illustreren hoe het verwachte
aantal punten wordt berekend nemen we als voorbeeld de thuiswedstrijd van
Feyenoord tegen Heracles Almelo op 14 mei 2017. Bij de bookmaker William Hill waren de noteringen: 1,18 bij winst van Feyenoord, 7 bij een
gelijkspel en 11 bij een zege van Heracles Almelo. Uit deze noteringen
resulteert een kans van 78,4 procent op een overwinning van Feyenoord, van
13,2 procent op een gelijkspel en van 8,4 procent op een zege van Heracles
Almelo. Het verwachte aantal punten voor Feyenoord is dus gelijk aan 2,48.
Voor Heracles Almelo is het verwachte aantal punten gelijk aan 0,38. Zo
hebben we voor elke wedstrijd het verwachte aantal punten voor thuisclubs
en uitclubs berekend en dezelfde methode als eerder toegepast. Bij het
verwachte aantal punten speelt extra thuisvoordeel voor clubs met kunstgras
geen rol. Kennelijk denken bookmakers dat het thuisvoordeel van kunstgras
niet bestaat.
Conclusie
Onze belangrijkste conclusie is dat anders dan we eerst dachten er wel een
extra thuisvoordeel blijkt te zijn van het spelen op kunstgras. Dit effect
is vrij groot maar statistisch gezien niet nauwkeurig te schatten over één seizoen. Daarvoor zijn meerdere seizoenen nodig. Over het thuisvoordeel van
kunstgras in de eredivisie is het laatste woord nog niet gezegd. Echter, er
zijn voldoende redenen om te concluderen dat het thuisvoordeel van
kunstgras wellicht toch geen mythe is.
Voetnoten
[1]
Het gaat hierbij om het volgende regressiemodel: Yi = b1.nat2i + b2.natkuni +
b3.kunnati + b4.kun2i.
Hierbij staat Yi voor het doelsaldo of het puntensaldo, nat2 is een
dummy variabele voor een wedstrijd tussen twee clubs die op
natuurgras spelen, natkun een dummy variabele voor een wedstrijd op
natuurgras tegen een club die zelf op kunstgras speelt, kunnat een
dummy variabele voor een wedstrijd op kunstgras tegen een club die
zelf op natuurgras speelt, en kun2 een dummyvariabele voor een
wedstrijd tussen twee club die op kunstgras spelen. Verder zijn b1, b2, b3 en b4
regressiecoefficienten en is i een indicator voor een wedstrijd (i
= 1,.., 918). Het effect van kunstgras wordt berekend als -2.b1 + b2 + b3.
Referenties
Hoog, M. de , 2015, Wat de obsessie met kunstgras zegt over de tekortkomingen van het Nederlandse voetbal, De Correspondent, 31 december 2015.
Hoog, M. de, 2017, Kappen met kunstgras? Investeer beter in jeugdtrainers, De Correspondent, 25 augustus 2017.
Ours, J.C. van, en M.A. van Tuijl, 2015, Thuisvoordeel kunstgras is een mythe, Me Judice, 1 februari 2015.
Velema, T., 2015, Voor koeien met of zonder tanden? De invloed van kunstgras op het betaald voetbal in Nederland, Onderzoek in opdracht van de KNVB, november 2015.
Te citeren als
Jan van Ours, Martin van Tuijl, “Thuisvoordeel kunstgras misschien toch geen mythe”,
Me Judice,
31 augustus 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Foto: Koos Ophorst