Opzet conjunctuurdag
Onlangs werd de 19e Conjuctuurdag online door meer dan 25 deelnemers bezocht. Inmiddels zijn verschillende instanties aangehaakt die staan te trappelen om de eerstvolgende editie te mogen organiseren. Na een aantal jaren is de vorm van het huidige programma gevormd: in de ochtend een overzicht van de stand van zaken van de Nederlandse conjunctuur door het Centraal Bureau voor de Statistiek, daarna tour d’horizons waarin het Centraal Planbureau, De Nederlandsche Bank en een drietal grote banken, ABN-AMRO, ING en RABO, en later Bert de Groot van EICIE hun vooruitzichten voor de korte termijn presenteren, met eventuele risicoscenario’s. Tijdens en na de presentaties worden aannamen, modellen en uitkomsten grondig besproken en geëvalueerd.
Er is overeenstemming over het uitgangspunt, de data van het CBS hoewel dit niet mag betekenen dat het CBS het zich kan permitteren dogmatisch te reageren in recente discussies.
De rest van het programma is bestemd voor het presenteren van de nieuwste ontwikkelingen op gebied van onderzoek en analyse door conjunctuurvorsers en academische collega’s. De eerste groep presenteert uitkomsten van onderzoek dat ze naast hun ramingswerk hebben kunnen doen, de tweede groep presenteert eerste uitkomsten van werk dat ze proberen te slijten aan internationale wetenschappelijke bladen. Ik zelf heb zeven keer op de Conjunctuurdag mogen optreden, waarvan slechts één versie niet is gepubliceerd. Voor een voorbeeld van zo’n door de Conjunctuurdag geïnspireerd artikel, zie Jacobs en Kuper (2004).
Ramingen staan als een huis
Wat hebben we bereikt in deze twee decennia? Ik denk dat ik mag zeggen: veel. Het Nederlandse ramingssysteem staat als een huis. Er is overeenstemming over het uitgangspunt, de data van het CBS hoewel dit niet mag betekenen dat het CBS het zich kan permitteren dogmatisch te reageren in recente discussies, zoals met Ewald Engelen in het NRC van 19 april 2021, of zelfs niet te reageren op het stuk van Barend Abeln en ondergetekende (Abeln en Jacobs, 2021) over seizoenscorrectie in coronatijd.
Het is duidelijk welke variabelen geraamd moeten worden, en over het algemeen is overeenstemming over de aannamen, en de eenheden van de variabelen. Soms gaat het hier fout, doordat verschillen ten opzichte van het correspondeerde kwartaal in het vorige jaar worden genomen in plaats van groeivoeten van opeenvolgende kwartalen, maar over het algemeen wordt correct aangegeven wat er in tabellen en figuren wordt afgedrukt. De modellen en denkramen zijn over de jaren goed uitgekristalliseerd, van de modellen en projecties van het CBS en DNB tot de denkramen en ramingen van de drie grote banken en het EICIE.
Gemiste kansen
Is het Nederlandse ramingssysteem bestand tegen corona? Een simpel, te simpel antwoord op deze vraag is, de tijd zal het leren. Volgend jaar zullen we zien of de voorspellingen/ramingen zijn uitgekomen op basis van welke aannamen. Echter, we zullen dan geen rekening hebben (kunnen) houden met mogelijke structurele aanpassingen in de economie, de modellen en de data waarop de voorspellingen/ramingen gebaseerd zijn. Een voorbeeld. We weten dat inflatie aan het toenemen is. We kunnen echter inflatie niet op de standaardmanier meten, uit een mandje van prijzen van verhandelde goederen, omdat gedurende sommige perioden tijdens de coronacrisis sommige producten niet verhandeld werden.
Er zijn echter wel een paar nadelen aan het Nederlandse systeem verbonden.
Bij het ramen van effecten na de coronacrisis hebben de modelleerders, voorspellers of ramers wel een duidelijke kans laten liggen. In 2007-2008 hadden we de Global Financial Crisis en een paar jaar later de eurocrisis. Met de feitelijke ontwikkelingen in die periode en de aannames en uitkomsten, hadden huidige ramers hun voordeel kunnen doen om tot betere ramingen in het coronatijdperk te komen.
Verbeterpunten
Bijna twee decennia aan Conjunctuurdagen hebben laten zien dat het Nederlandse ramingssysteem goed werkt in Nederland. Politici, pers en publiek kunnen redelijk goed met de ramingen omgaan, ook al worden ze soms nog teveel als de waarheid gezien.
Er zijn echter wel een paar nadelen aan het Nederlandse systeem verbonden. (i) Het is sterk op Nederland gericht. Publicaties zijn overwegend in het Nederlands, en ontwikkelingen op het gebied van modellering en voorspellen in het buitenland worden veronachtzaamd. (ii) De ramingen zijn puntschattingen, omdat politici, de pers en het publiek niet in staat zouden zijn onzekerheid te interpreteren. (iii) Om ramingen met onzekerheid te produceren, moeten het CPB en DNB investeren in zogenoemde Dynamic Stochastic General Equibrium (DSGE), maar deze onderzoekslijn is voor het maken van ramingen ten behoeve van den Haag en Frankfurt een paar jaar geleden bij beide instellingen gesneuveld om voor mij onbekende redenen. (iv) Het databestand bestaande uit bijna 20 jaar consistente aannames en ramingen van het CBP en DNB, de drie grootbanken en het EICIE, biedt echter een alternatief voor het berekenen van de onzekerheden gebruikmakend van Bayesiaanse technieken.
Literatuur
Abeln, B. en J. Jacobs (2021). Duiding krimp als record is voorbarig door coronacorrecties CBS. ESB 106(4796): 185.
Jacobs, J. en G.H. Kuper (2004). Voorlopende conjunctuurindices. ESB 89(4424): 52-56.
Te citeren als
Jan Jacobs, “Twee decennia Conjunctuurdag”,
Me Judice,
14 augustus 2021.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding door CBS