Het Global Competitiveness Report
Tussen 2004 en 2020 publiceerde het World Economic Forum (WEF) jaarlijks het Global Competitiveness Report. Daarin werden landen op basis van een groot aantal indicatoren gerangschikt naar hun concurrentiekracht. De 'pillars of competitiveness' waren onder meer de instituties, de infrastructuur, de gezondheidszorg, het onderwijs, het vermogen om technologie toe te passen en het innovatievermogen. Deze 'pillars' waren overigens niet geheel onafhankelijk; als bijvoorbeeld het onderwijs van hoog niveau is, dan ligt voor de hand dat het ook goed zit met het vermogen om technologie toe te passen.
Een aantal landen stond altijd aan de top, met name Singapore. Nederland stond altijd in het linkerrijtje en soms in de top 5. In 2012 had Nederland zijn 5e plaats te danken aan onder meer het innovatieklimaat en het onderwijs. In 2015 was Nederland één van de meest geavanceerde en innovatieve economieën en presteerde excellent op het gebied van onderwijs, infrastructuur en de gezondheidzorg. Ook droeg de kwaliteit van de overheid en van regulerende instanties bij aan de concurrentiekracht. Wel was het innovatievermogen laag. In 2019 stond Nederland 4e vanwege onder meer een stabiele, betrouwbare overheid, een goed opgeleide bevolking en de ruimte voor ondernemerschap.
Het Future of Growth Report
Gezien de toenemende aandacht voor duurzaamheid is een gemis aan het Global Competitiveness Report dat de gepresenteerde indicatoren geen omgevingsfactoren in beeld brengen. Gedacht kan worden aan met name energie, water, klimaat-, grondstoffen- en voedselrisico's. Daarom verlegde het WEF in 2024 de aandacht van concurrentiekracht naar duurzame economische groei. In het Future of Growth Report stelt het WEF daartoe centraal het zoeken van een balans tussen economische groei, innovatie, inclusiviteit (gelijkheid), duurzaamheid en veerkracht, waarbij gekeken wordt zowel naar de snelheid als naar de kwaliteit van aanpassingen.
Nederland scoort hoog op de meeste indicatoren [...] Wat betreft de inzet van veerkracht en innovatievermogen richting verduurzaming scoort Nederland bovengemiddeld, maar blijft wel ver achter de top 3.
Hiermee lijkt het WEF verabsolutering te willen vermijden van het nastreven van één doel, bijvoorbeeld oplossen van de klimaatproblematiek. Gezien de onzekerheden ligt diversificatie ook voor de hand. Wel veronderstelt die keuze dat voldoende tijd beschikbaar is of via innovatie gekocht kan worden om oplossingen te vinden voor de klimaatproblematiek. Maar anderzijds is centraal stellen van één doel ook niet zonder risico's. Als bijvoorbeeld het snel behalen van klimaatdoelen zou leiden tot bijvoorbeeld sociale ontwrichting, dan kan de vraag zijn of dat die prijs waard zou zijn. Dat zou alleen zo zijn als ondubbelzinnig zou vaststaan dat dat de enige no-regret optie zou zijn. Die zekerheid zou dan de uitzondering zijn op de wet van de onbedoelde gevolgen. Die wet stelt dat als wordt ingegrepen in een complex systeem (ook) onvoorziene gevolgen zullen optreden.
a. Aanpak
De werkwijze in het Future of Growth Report is vergelijkbaar met die in het Global Competitiveness Report. Ook het Future of Growth Report presenteert namelijk scores van landen op een aantal indicatoren. Met die indicatoren kunnen de aard van de economische groei van een land worden vastgesteld en verbeterpunten worden geïdentificeerd. Maar afwijkend van het Global Competitiveness Report presenteert het geen gemiddelde van die indicatoren, dus geen ranglijst van landen. Landen kunnen wel worden vergeleken op de afzonderlijke indicatoren. Het Future of Growth Report presenteert de volgende vier indicatoren:
- Inclusiviteit
De indicator inclusiviteit meet de mate waarin de economie van een land alle belanghebbenden aan hun trekken laat komen. Onderliggende factoren die hierbij een rol spelen zijn onder meer het niveau van de sociale zekerheid en de (gelijke) toegankelijkheid van het onderwijs.
- Veerkracht
De indicator veerkracht laat zien in hoeverre een economie externe schokken kan weerstaan en te boven komen. Onderliggende factoren die hierbij een rol spelen zijn onder meer de investeringen in omscholing, de omvang van de zorgsector en de mate van diversificatie in de energievoorziening.
- Duurzaamheid
De indicator duurzaamheid meet de mate waarin een economie erin slaagt de ecologische voetafdruk in overeenstemming te brengen met eindige omgevingsfactoren. Onderliggende factoren die hierbij een rol spelen zijn onder meer de uitstoot van broeikasgassen en de schade aan de omgeving van de landbouw.
- Innovatievermogen
De indicator innovatievermogen meet de mate waarin een economie technologische, sociale, institutionele en organisatorische ontwikkelingen kan absorberen teneinde de lange termijn kwaliteit van de groei te verbeteren. Een onderliggende factor die hierbij een rol speelt is onder meer het opleidingsniveau.
Uit bovenstaande kan worden afgeleid dat een aantal factoren dat een rol speelt bij het concurrentievermogen ook relevant is voor duurzame economische groei, zoals de factoren onderwijs en innovatievermogen. Landen die dankzij dergelijke factoren goed scoorden op concurrentievermogen scoren dan ook goed op duurzame groei.
b. Uitkomsten
Uit het rapport blijkt dat rijke landen hoog scoren op inclusiviteit: hun gemiddelde is 68,9 uit 100 bij een landengemiddelde van 55,9. Ze scoren ook hoog op innovatievermogen: gemiddeld 59,4 bij een landengemiddelde van 45,2. Ook op veerkracht scoren rijke landen hoog: hun gemiddelde is 61,9 bij een landengemiddelde van 52,8. Maar wat betreft het in overeenstemming brengen van hun ecologische voetafdruk met eindige omgevingsfactoren blijft de score van de rijke landen achter: hun gemiddelde is 45,8 bij een landengemiddelde van 46,8. Deze scores wekken de indruk dat rijke landen hun grote vermogen om zich aan te passen (veerkracht en innovatievermogen) nog niet toespitsen op verduurzaming.
Nederland scoort hoog op de meeste indicatoren. Wat betreft inclusiviteit zit Nederland met een score van 75,9 in de top 3 met Finland (77,7) en Canada (75,8). Dat geldt ook voor veerkracht (65,9), waar de nummers 1 en 2 Australië (69,5) en Japan (66,3) zijn. Wat betreft innovatievermogen komt Nederland met een score van 73,3 direct na de top 3: Zwitserland (80,4), Singapore (76,4) en de VS (74,1). Wat betreft de inzet van veerkracht en innovatievermogen richting verduurzaming scoort Nederland met 49,2 bovengemiddeld, maar blijft wel ver achter de top 3: Zweden (60,9), Duitsland (56,3) en het VK (54,0). Het Future of Growth Report verscheen in januari 2024, dus met het nieuwe beleid is nog geen rekening gehouden.
Te citeren als
Cees de Geest, “WEF-rapport: Rijke landen spitsen hun verandercapaciteit niet toe op duurzaamheid”,
Me Judice,
16 augustus 2024.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
(c)
Foundations World Economic Forum