Hoe populistisch is het hoofdlijnenakkoord?

Hoe populistisch is het hoofdlijnenakkoord? image
door 'Prachatai'
8 jun 2024

De nieuwe regering van PVV, VVD, NSC en BBB wordt geregeld als populistisch bestempeld. Maar wat is het theoretische kader voor populisme en in hoeverre voldoet het hoofdlijnenakkoord daaraan? Cees de Geest legt de plannen van het kersverse kabinet lang de meetlat van het populisme zoals in recent economisch onderzoek is gedefinieerd.

Het theoretisch kader voor economische onderzoek naar populisme

In hun artikel 'Populist leaders and the economy’ (American Economic Review, december 2023) inventariseren Funke, Schularick en Trebesch de economische prestaties de afgelopen eeuw van landen met een populistische regeringsleider. De auteurs definiëren een populist op de gebruikelijke wijze: een politicus die claimt de enige representant te zijn van “de gewone man” en zich tegen een “oneerlijke elite” keert. Daarbij bestrijdt een links-populist de economische elite en een rechts-populist minderheden en de politieke elites die deze beschermen. De oorzaak van problemen wordt niet bij zichzelf gezocht en evenmin de oplossing, zoals via (faciliteren van) scholing.

De verklaring van deze uitkomsten is dat populisme zich richt op de korte termijn en niet op (direct) zichtbare factoren die het land op de lange termijn draaiende houden (instituties). 

De inventarisatie betreft alleen de economische uitkomsten. Buiten beschouwing blijft de omgang met de omgeving (klimaat, milieu). Want daarover bestaat over de geanalyseerde periode geen statistisch materiaal. Evenmin zijn typisch populistische (economische) instrumenten systematisch geïnventariseerd. Al is wel duidelijk dat populisten vaak instituties en rechten van minderheden verzwakken, ze (economisch) nationalisme en protectionisme bevorderen en dat rechts-populisten vaak een liberaal economisch beleid voeren van bedrijven-vriendelijke regelingen, lage belastingen en versobering van de welvaartsstaat.

De onderzoeksuitkomsten zijn:

  • populisme kost op de lange termijn 0,7 procent economische groei per jaar per capita;
  • de inkomensverdeling wordt niet gelijker;
  • er treedt economische desintegratie (uiteenvallen, red.) op;
  • sprake is van onhoudbaar macro-economisch beleid: de nationale schuld loopt op en de inflatie stijgt;
  • instituties eroderen, zoals democratische checks and balances en de rechtsstaat, waaronder pers- en mediavrijheid.

De verklaring van deze uitkomsten is dat populisme zich richt op de korte termijn en niet op (direct) zichtbare factoren die het land op de lange termijn draaiende houden (instituties). Daarmee miskent populisme de lange termijn economische voordelen van democratische instituties: door middel van regulering van markten worden bijvoorbeeld zekerheden geboden die nodig zijn om te investeren. Uit deze verklaring kan worden afgeleid hoe populisten omgaan met problemen in de omgeving zoals klimaat en milieu: bagatelliseren. Zo kan geen buitenstaander als schuldige worden aangewezen en toekomstvoorspellingen zijn zo abstract - voor de "gewone man" - dat die vooralsnog geen gevoel van urgentie teweeg brengen.

Toepassing op het hoofdlijnenakkoord

Hoewel Nederland geen populist als regeringsleider krijgt, kan het hoofdlijnenakkoord geïnventariseerd worden op bovenstaande kenmerken van populisme.

Allereerst valt een aantal duidelijk anti-populistische passages op. Zoals het voornemen de rechtspraak, media en wetenschap en "checks and balances" in ons democratisch bestel te versterken. Zo zou de Raad van State de formateur niet meer kunnen laten adviseren over het regeringsbeleid. Zoals de Hoge Raad naar aanleiding van de toeslagenaffaire inzag te dicht bij de uitvoerende macht te staan.

Verder bevat het Hoofdlijnenakkoord een aantal kenmerken van populisme: onvoldoende economisch inzicht en het miskennen van samenhangen. Wat bijvoorbeeld te denken van de stelling dat we niet willen importeren wat we in Nederland niet mogen produceren? Een ander voorbeeld raakt aan de pensioenfondsen. Daarmee worden afspraken gemaakt om woningbouw te verhogen. Maar één van de coalitiepartijen stelt juist dat pensioenfondsen slechts het rendement voorop moeten stellen.

Afgaand op de voornemens met asielzoekers en immigranten leunt het Hoofdlijnenakkoord sterk op populisme. De focus ligt op de korte termijn en op de buitenstaander [...] Met betrekking tot veel andere onderwerpen lijkt het hoofdlijnenakkoord op een gebruikelijk coalitieakkoord.

Ook kenmerkend voor populisme is het laten oplopen van de inflatie. Bijvoorbeeld door het verlaagde BTW-tarief in te perken (over de linie verhogen van BTW opbrengsten) en het eigen risico in de zorg te halveren - leidend tot een verhoging van de zorgpremie, dus inflatie. In de inperking van het verlaagde BTW-tarief klinkt nog een ander populistisch kenmerk door. Want omdat kampeerterreinen, bioscopen en dagrecreatie onder het verlaagde BTW- tarief blijven vallen, wordt de "gewone man" ontzien, naast overigens ook bezitters van een camper en bezoekers van filmhuizen. Niet onderkend is dat ook studieboeken duurder worden, waardoor sprake is van een ombuiging op onderwijs. Dit schuurt natuurlijk met de stelling in het Hoofdlijnenakkoord dat onderwijs belangrijk is.

Maar de voornemens met asielzoekers en immigranten springen eruit. Hoewel een kernonderdeel van het Hoofdlijnenakkoord, is de kwantificering van de maatregelen mager: alleen de korte termijn gewenste effecten zijn gekwantificeerd, terwijl de lange termijn doorwerkingen op bijvoorbeeld de arbeidsmarkt (verdere verkrapping) en de woningmarkt (verruiming) alleen terloops zijn benoemd.

Slot

Afgaand op de voornemens met asielzoekers en immigranten leunt het Hoofdlijnenakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB sterk op populisme. De focus ligt op de korte termijn en de op buitenstaander. Daarnaast bevat het hoofdlijnenakkoord enkele andere populistische elementen, zoals bijvoorbeeld het overhevelen van een aantal goederen en diensten naar het normale (dus hoge) BTW-tarief en het verlagen van het eigen risico.

Met betrekking tot veel andere onderwerpen lijkt het hoofdlijnenakkoord op een gebruikelijk coalitieakkoord: een heterogene wensenlijst waarbij coherentie, respectievelijk integrale doorrekening op de tweede plaats komt. Het bevat enkele anti-populistische plannen, zoals versterken van de rechtspraak, media en wetenschap en "checks and balances" in ons democratisch bestel. Het bevat ook (andere) plannen die ook in andere regeerakkoorden zouden kunnen staan. 

Te citeren als

Cees de Geest, “Hoe populistisch is het hoofdlijnenakkoord?”, Me Judice, 8 juni 2024.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
door 'Prachatai'

Ontvang updates via e-mail