Aanhoudende inflatie in Nederland is óók een zorg voor ondernemers

Aanhoudende inflatie in Nederland is óók een zorg voor ondernemers image
door 'Rikolto'
Gisteren

De aanhoudend hoge inflatie schaadt de Nederlandse economie en is in potentie ook maatschappelijk ontwrichtend. Indamming ervan is een verantwoordelijkheid voor ons allen: sociale partners én overheid. In plaats van een toename van kostprijsverhogende belastingen of het verhogen van het wettelijke minimumloon, zou het nieuwe kabinet volgens Edward Feitsma versterking van de arbeidsproductiviteit nadrukkelijker (en terugkerend) op de politieke agenda moeten zetten.

Ontwikkeling van de inflatie in NL vs. andere eurolanden

Bovenmatige en onbeheersbare inflatie levert niet alleen economische schade op, maar creëert ook maatschappelijke onrust. Voor voorbeelden hiervan hoeven we niet naar verre landen, ook in Nederland wordt de pijn van stijgende (energie)prijzen breed gevoeld in de samenleving. Hier te lande zelfs meer het geval dan elders; de inflatie was een stuk hoger in 2022. Ook de laatste anderhalf jaar blijkt Nederland een ‘outlier’ in negatieve zin. En meerjarig is de inflatie in ons land hoger, persistenter en beweeglijker dan in andere eurolanden, zie figuur 1.

Figuur 1. Inflatie eurozone en Nederland (HICP).

afb1 

Bron: Raisin

Als verklaring voor de relatief hoge Nederlandse inflatie nu, geldt dat onze economie al langer boven zijn productieniveau opereert. Onze economie kent een zogenaamde positieve output gap, wat zich uit in een krappe arbeidsmarkt en daarmee samenhangende hogere loonstijgingen en prijzen.

Oorzaken inflatie in Nederland: toenemend belang van loonontwikkeling

Ons land maakt de omslag van een door prijzen en winst-gedreven inflatie naar een inflatie die vooral door de loonontwikkeling wordt gestuwd, zie onderstaande figuur 2.  

Figuur 2. Ontwikkeling inflatie (CPI, linkerfiguur) in relatie tot lonen (rechterfiguur).

Bron: ABN AMRO.

De rechter figuur toont het toenemende belang van ‘dienstflatie’. Dit beeld wordt bevestigd door het CPB, die ook de toegenomen inflatie in de relatief arbeidsintensieve dienstensector toont (zie linker figuur 2). Daarbij is deze ‘dienstflatie’ hardnekkig; waar de CPI in juni afzwakte naar 3,1% (in mei: 3,3%) versnelde de prijsstijging bij diensten juist van 3,8% in mei naar 4,4%[1]. Dat duidt op loon veroorzaakte inflatie.

Figuur 3. Decompositie van de inflatie, diensten vs. goederen.

Bron: Centraal Planbureau.

Een directere indicatie hiervoor zit in de ontwikkeling van de CAO-lonen. Cijfers van AWVN tonen hierbij de afgelopen jaren: de piek vorig jaar is amper afgezwakt: ook in juni dit jaar bedroeg de CAO-stijging nog 4,07%. Dit komt terug in de cijfers. Figuur 1 (linkerhelft) maakt duidelijk dat met de snelle stijging van de CAO-lonen de achterstand in reële lonen waarschijnlijk dit jaar helemaal ingelopen zal zijn. Figuur 2 (rechterhelft) legt daarbij het toenemende belang van de loonsom in de inflatie op een directe manier bloot.

De rol van beleid bij inflatie: accijnzen en WML

Belastingen en accijnzen

De overheid beïnvloedt mede de inflatie. In Nederland groeide de economie vorig jaar met 1,1 procent, waarvan 0,9 procent kwam door overheidsconsumptie. Daarmee jaagt de overheid inflatie aan. Waar de Nederlandse overheid in 2022 en 2023 de inflatie deels dempte, bijvoorbeeld met een tijdelijk energieprijsplafond en belastingverlaging op brandstof, sloeg dit in 2024 om. Naast het expansieve beleid, werden begin vorig jaar forse accijnsverhogingen ingevoerd op o.a. tabak en alcohol. DNB berekende dat in oktober 2024 ongeveer 0,5 procentpunt, van de inflatie die in Nederland 1,3 procentpunt hoger is dan in de eurozone direct toe te schrijven was aan hogere indirecte belastingen. Zonder deze belastingeffecten zou de HICP-inflatie toen rond 2,8% hebben gelegen in plaats van 3,3%. Voor heel 2024 schatte men dat fiscale maatregelen bijna 0,9 procentpunt bijdroegen aan de inflatie.  

Niet kijken naar sectoren voor een macro probleem

Kabinetsbeleid doet er ook indirect  toe. Bijvoorbeeld via de vaststelling van het Wettelijk Minimumloon (WML). Door zowel de hoge inflatie alsmede door kabinetsbeleid om het WML extra te verhogen, is het WML in afgelopen jaren in sommige sectoren met wel bijna 40% gestegen. Daarnaast heeft het kabinet recent besloten om de minimumjeugdlonen per 2027 aanzienlijk te verhogen door het aanpassen van de jeugdstaffels. Het effect daarvan op bijvoorbeeld de detailhandel is groot. Om dat te begrijpen eerst een blik op het verdienmodel in deze sector:  

Figuur 4. Gemiddeld verdienmodel filiaalbedrijf retail.

  afb4

Bron: EFMI Business school. EBIT = Earnings Before Interest and Taxes.

Buiten de inkoopwaarde van de omzet, bestaan de kosten voor deze sector bijna de helft uit personeelskosten. Een stijging daarvan zal – gelet op de smalle marges – snel moeten worden doorberekend en winkelprijzen doen verhogen. In de detailhandel werken ruim 880.000 personen (521.000 FTE), waarvan een kleine 400.000 jongeren onder de 25 jaar. In de supermarktbranche is bijna 70% jonger dan 25 jaar. Het aandeel van de loonsom van jeugdigen tot 21 jaar in de totale loonsom ligt in deze branche op ongeveer 20%. Als die loonsom, die geraakt wordt door het kabinetsbesluit, met gemiddeld 20% tot 25% stijgt, dan stijgen de totale loonkosten met ongeveer 4 tot 5 procent. Dat komt bovenop de halfjaarlijkse stijging van het minimumloon, die de afgelopen jaren al aanzienlijk was door de hoge contractloonstijgingen

Daarmee lijkt het besluit om de jeugdstaffels in één keer fors te verhogen bij te dragen aan prijsstijgingen, zeker voor lagere inkomensgroepen die een relatief groot deel van hun budget aan voedsel besteden. Dit is een ander beeld dan soms politiek resoneert, waarbij gestegen winkelprijzen van met name supermarkten juist als bron van inflatie worden aangewezen.

De eerste ramingen die de detailhandel voor verschillende branches heeft gemaakt, wijzen op mogelijke prijsstijgingen van 1 tot enkele procenten; voor het dagelijkse boodschappenmandje in de supermarkt worden 1 tot 2% prijsstijgingen verwacht. Daarmee lijkt het besluit om de jeugdstaffels in één keer fors te verhogen bij te dragen aan prijsstijgingen, zeker voor lagere inkomensgroepen die een relatief groot deel van hun budget aan voedsel besteden. Dit is een ander beeld dan soms politiek resoneert, waarbij gestegen winkelprijzen van met name supermarkten juist als bron van inflatie worden aangewezen. Dat is eenzijdig en oppervlakkig: de detailhandel kampt – zo blijkt uit deze voorbeelden – immers zelf met stijgende (loon)kosten.

Afsluitend: focus op arbeidsproductiviteit  

Naast het voeren van passende loonontwikkelingen door bedrijven, kan het (nieuwe) kabinet bijdragen om de inflatie in ons land beter te beheersen. Dit door enerzijds af te zien van inflatoire kostprijsverhogende belastingen en anderzijds door terughoudender te zijn met extra verhogingen van het (jeugd)minimumloon. Het kabinet kan beter een andere route kiezen, namelijk door in te zetten op versterking van de arbeidsproductiviteit, zoals onlangs bepleit door sociale partners in SER-verband. Niet als eenmalig agendapunt maar jaarlijks, via een versterkte National Productivity Board (NPB), wat in veel landen al gebruikelijk is. Een verhoging van de arbeidsproductiviteit verlicht druk op de arbeidsmarkt, bijvoorbeeld via arbeidsbesparende technologie. En werkt des-inflatoir, doordat het loonkosten per eenheid product verlaagt; en dat is nodig aangezien sinds de invoering van de euro zijn deze in Europa in ons land namelijk het hardst gestegen.[2]

Voetnoten


[1] Zie o.a. dit stuk waarbij Han de Jong er tevens op wijst dat de inflatie bij industriële goederen juist sterk daalde, van 1,8% in mei naar 0,6% in juni.

[2] Zie bijvoorbeeld dit artikel. ING toont hierbij aan dat dit onze concurrentie positie doet verslechteren.

Te citeren als

Edward Feitsma, “Aanhoudende inflatie in Nederland is óók een zorg voor ondernemers”, Me Judice, 21 juli 2025.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
door 'Rikolto'

Ontvang updates via e-mail