Arbeidsmarkt dwingt tot keuzes: Welke sectoren willen we laten groeien?

Onderwerp:
Arbeidsmarkt dwingt tot keuzes: Welke sectoren willen we laten groeien? image
Door 'Wytze'

Naar verwachting stijgt de vraag naar arbeid in de komende decennia, terwijl het arbeidsaanbod juist minder hard stijgt dan we gewend waren. Doordat het aanbod niet of nauwelijks meestijgt met de vraag is meer sprake van een ‘nulsomspel’ op de arbeidsmarkt: de werkgelegenheidsgroei van de ene sector betekent een verlies voor de andere sector. Dit vraagt om duidelijkere keuzes.

Inleiding

Aangewakkerd door verschillende transities krijgt de toch al krappe Nederlandse arbeidsmarkt de komende jaren te maken met grote veranderingen. Vergrijzing, klimaatverandering en digitalisering hebben gevolgen voor de sectorale samenstelling van de Nederlandse economie en hiermee voor de werkgelegenheid. De grootste uitdaging voor de arbeidsmarkt lijkt de zorgvraag als gevolg van de vergrijzing (SDO, 2024; Denkwerk, 2025). Maar ook de andere grote transities zullen hun doorwerking hebben op de arbeidsmarkt.

In een aantal sectoren wordt als gevolg van maatschappelijke transities een stijgende arbeidsvraag verwacht [...] Om te voldoen aan de extra arbeidsvraag in transitiesectoren, wordt arbeid onttrokken aan andere sectoren.

Het arbeidsaanbod stijgt in de komende decennia naar alle waarschijnlijkheid echter minder hard dan we gewend waren (SDO, 2024). Dit hangt samen met de daling van het kindertal in Nederland sinds de jaren 1970. Desondanks blijft het toekomstige arbeidsaanbod onzeker, omdat die nauw samenhangt met (lastiger te voorspellen) migratiestromen. Maar het tijdperk waarin een stijgende vraag naar arbeid vanzelfsprekend kon worden geaccommodeerd met (extra) arbeidsaanbod is voorbij. De vergrijzing heeft een forse doorwerking en bovendien zal op termijn ook migratie als bron van extra arbeidsaanbod opdrogen, aangezien de daling van het kindertal een wereldwijd verschijnsel is (SDO, 2024).

Sectorale ontwikkelingen en de maatschappelijke transities

Als de hoeveelheid beschikbare arbeid stabiliseert, dan gaat een toename van werk in de ene sector ten koste van dat in andere sectoren. Sectorale ontwikkelingen worden in analyses tot op heden echter nog vaak afzonderlijk beoordeeld. In deze bijdrage schetsen we een meer overkoepelend beeld van de toekomstige sectorale veranderingen op de arbeidsmarkt, gebaseerd op Knol et al. (2025).

In een aantal sectoren wordt als gevolg van maatschappelijke transities een stijgende arbeidsvraag verwacht. Deze transities houden verband met vergrijzing, klimaatverandering en digitalisering. Tot de zogenaamde ‘transitiesectoren’ behoren landbouw, energievoorzieningen, bouw, industrie, logistiek, en zorg en welzijn. De verwachte gevolgen van de transities voor de arbeidsmarkt zijn weergegeven in Figuur 1. Deze figuur laat zien dat de verwachte impact van de transities verschilt per sector. De gevolgen zijn naar verwachting relatief groot voor de zorg en de bouw.

Aangezien de toestroom van nieuw arbeidsaanbod eindig lijkt en arbeid slechts eenmaal kan worden ingezet, treedt er een substitutie-effect op: om te voldoen aan de extra arbeidsvraag in transitiesectoren, wordt arbeid onttrokken aan andere sectoren. De arbeidsmarkt gaat hiermee steeds meer op een nulsomspel lijken: de werkgelegenheidsgroei van de ene sector betekent een verlies voor de andere sector.

Figuur 1. Vergrijzing vraagt veel personeel in de zorg en de klimaattransitie vraagt extra personeel in de energiesector.

 

Bron: Knol et al. (2025), gebaseerd op o.a. Denkwerk (2025) en eigen berekeningen o.b.v. CBS Microdata.

Vooral sectoren die inhoudelijk of qua vaardigheden dicht bij de transitiesectoren liggen worden hierdoor geraakt. Overstappen ligt voor deze werknemers het meest voor de hand. Zo geldt voor de zorg dat de grootste instroom momenteel afkomstig is uit de sectoren handel, horeca en onderwijs (Knol et al., 2025).                      

De stijgende vraag naar arbeid in transitiesectoren zal naar verwachting niet eenvoudig kunnen worden geaccommodeerd en waarschijnlijk ten koste gaan van werkgelegenheid in andere sectoren. SDO (2024) en Denkwerk (2025) wijzen op productiviteitsgroei als voornaamste oplossing voor de toekomstige knellingen op de arbeidsmarkt. Hoewel productiviteitsgroei onderaan de streep lang niet altijd tot een ‘besparing’ op arbeid leidt, bestaat er toch hoop dat dit in de toekomst wel het geval zal zijn.

De rol van beleid voor de sectorale samenstelling van de arbeidsmarkt moet niet worden onderschat. Gunstig fiscaal beleid en regelgeving kunnen sectoren doen bloeien, terwijl een strengere houding andere sectoren kan doen verwelken.

Het prijsmechanisme kan hierbij sterkere prikkels geven dan in het verleden: wanneer arbeidsschaarste leidt tot hogere lonen dan maakt dit investeringen in arbeidsbesparende technologie aantrekkelijker. SDO (2024) en Denkwerk (2025) suggereren beide ook om meer sturend op te treden bij onderwijs en scholing, zodat maatschappelijk knellende arbeidsschaarste wordt meegewogen bij investeringen in menselijk kapitaal. Dit laatste is nu slechts zeer beperkt het geval. Het UWV (2025) wijst bovendien op het gericht inzetten van omscholingsprogramma’s op werk in specifieke sectoren en leven lang ontwikkelen, om een betere match tussen arbeidsvraag en -aanbod tot stand te brengen.

Voorts is het van belang dat beleid integraal en domeinoverstijgend wordt vormgegeven, om zo de transities te ondersteunen en arbeidsmarktschaarste te verlichten. De rol van beleid voor de sectorale samenstelling van de arbeidsmarkt moet niet worden onderschat. Gunstig fiscaal beleid en regelgeving kunnen sectoren doen bloeien, terwijl een strengere houding andere sectoren kan doen verwelken.

Thans blijkt overheidsbeleid vaak niet in overeenstemming te zijn met de sectorale transities. Zo wordt er bijvoorbeeld geïnvesteerd in verduurzaming, terwijl er tegelijkertijd regelingen bestaan die gunstig zijn voor vervuilende sectoren (Mehlbaum et al., 2025; Knol et al., 2025). Hierdoor wordt de arbeidsvraag van verschillende – vaak met elkaar concurrerende – sectoren gestimuleerd en de krapte op de arbeidsmarkt versterkt. Door meer domeinoverstijgend te kijken naar de arbeidsmarkt kan worden voorkomen dat beleid tegen doelen ingaat, dat instrumenten elkaar tegenwerken of dat minder toekomstbestendige sectoren onbedoeld groot worden gehouden.

Referenties

Denkwerk. (2025). Kiezen én Delen.

Knol, J., Van Rijn, J., Van Vuuren, D., & Ziesemer, V. (2025). Sectoren van de toekomst. SEO Economisch Onderzoek & Instituut voor Publieke Economie.

Mehlbaum, C., V. Ziesemer en J. van Rijn (2025). Vervuilende sectoren krijgen veel steun maar betalen weinig voor milieuschade, Economisch Statistische Berichten, online gepubliceerd.

SDO (2024). Gematigde Groei, rapport van de Staatscommissie demografische ontwikkelingen 2050.

UWV (2025). Regio in Beeld: Nederland, 2025-2026.

Te citeren als

Jellien Knol, Mika Vissers, Daniel van Vuuren, “Arbeidsmarkt dwingt tot keuzes: Welke sectoren willen we laten groeien?”, Me Judice, 1 december 2025.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Door 'Wytze'

Ontvang updates via e-mail