De Verenigde Staten onder Trump
Op 29 april was Donald Trump 100 dagen president van de Verenigde Staten.
De grote vraag is: wat heeft hij in deze 100 dagen bereikt en hoeveel van
zijn verkiezingsbeloftes zijn ook daadwerkelijk ingelost? En waarom kan hij
bepaalde beloftes niet waarmaken? De eerste 100 dagen hebben een reality
check opgeleverd voor de plannen van Trump. Hij had zich er ongetwijfeld
meer van voorgesteld, maar politiek bedrijven is veel stroperiger dan
zakendoen. Niet alleen gaat het allemaal langer duren, maar ook de omvang
van zijn plannen zal hij uiteindelijk naar beneden moeten bijstellen. Toch
is de richting waarin de VS zich beweegt duidelijk. Vroeg of laat kan de
economie een nieuw stimuleringspakket tegemoet zien, hoewel de vraag is hoe
effectief dit zal zijn. Tegelijkertijd is Amerika een protectionistische
koers ingeslagen die niet zonder gevolgen zal blijven voor de
wereldeconomie.
Trumps verkiezingsbeloftes
Trump heeft tijdens zijn verkiezingscampagne onconventionele beloftes
gedaan aan zijn kiezers, of het nu ging om de bouw van een muur aan de
Mexicaanse grens, het uitzetten van 11 miljoen illegale immigranten of
uitspraken om uit de NAVO stappen. Inmiddels zijn de internetsites die de
voortgang bijhouden die Trump en zijn team boeken om deze beloftes in te
lossen niet meer op één hand te tellen. Google voor de grap maar eens op Trump promise tracker en zie hoeveel hits dat oplevert met ludieke
namen als de Trump-O-Meter en Track Trump.
America first
Hoewel het best aardig is om Trump op iedere specifieke uitspraak vast te
pinnen, is het nuttiger om te zien wat de belangrijkste overkoepelende
thema´s en boodschappen zijn waar al deze beloftes onder geschaard kunnen
worden. Dan wordt het ook eenvoudiger om te bezien of hij er in de
afgelopen 100 dagen ook in is geslaagd om een daadwerkelijke koerswijziging
in het Amerikaanse beleid te bewerkstelligen. Trump’s belangrijkste
boodschap is uiteraard America First, waarmee hij de Amerikaanse
burgers op allerlei fronten wil beschermen; beschermen tegen immigranten,
beschermen tegen terreur, beschermen tegen globalisering, beschermen tegen
verdere uitholling van de Amerikaanse industrie en beschermen tegen
werkloosheid.
Boze blanke mannen
De protectionistische boodschap van Trump schoot wortel bij een groot deel
van de overwegend lager en middelbaar opgeleide blanke mannen in het
binnenland van de VS. Zij waren boos en die boosheid is niet geheel
onterecht. Met name middelbaar en lager geschoolde Amerikaanse mannen
hebben via hun loon de klappen van de Grote Recessie opgevangen. Hoewel de
lager opgeleiden het opgelopen reële inkomensverlies in 2016 bijna hebben
gedicht, ligt het reële wekelijkse inkomen van middelbaar opgeleide mannen
nog bijna 7% lager dan in 2000 (figuur 1).
Figuur 1: Cumulatief reëel loonverlies middelbaar opgeleiden nog steeds
7%
Bron: BLS, Macrobond en Rabobank
Maar ook de uitholling van middelbare banen heeft de woede opgestookt. Door
het verdwijnen van het aantal banen in het middensegment werden middelbaar
opgeleiden naar de onderste regionen van de arbeidsmarkt geduwd. Figuur 2
roept het beeld op van de middelbaar opgeleide boekhouder of automonteur
die zijn baan verliest en daarna alleen nog werk kan vinden in een
fastfoodketen om hamburgers te bakken en in de avonduren kantoren moet
schoonmaken om rond te komen.
Figuur 2: Erosie van middelbare banen blanke werknemers
Bron: BLS en Rabobank
Hadden we dit niet kunnen zien aankomen? Jazeker wel. De economen
Autor, Katz en Kearney
luidden in 2006 al de noodklok over het wegvagen van de Amerikaanse
middenklasse. Hun conclusie was dat de middenklasse zowel in termen van
loon- als werkgelegenheidsgroei het onderspit heeft moeten delven en dit
fenomeen wordt wel baanpolarisatie genoemd (zie ook Autor en Dorn, 2013
). Maar de politiek heeft onvoldoende gedaan om deze kwetsbare groepen
zekerheden te bieden. Met name in de VS met een zeer flexibele
arbeidsmarkt, weinig sociale zekerheid en een zeer lage vakbondsmacht heeft
baanpolarisatie gezorgd voor een grote groep boze blanke mannen die een
politieke aardverschuiving kon veroorzaken door Donald Trump in het zadel
te helpen. De specifieke institutionele omgeving in de VS verklaart
wellicht waarom baanpolarisatie in de VS een stuk heftiger is geweest dan
in Nederland (zie
Van den Berge en Ter Weel, 2015).
“Restrict free trade to keep jobs in US”
Trump legt de schuld van het verdwijnen van Amerikaanse banen louter bij
vrijhandel en wijst daarbij met een beschuldigende vinger naar het enorme
handelstekort van 350 mrd dollar per jaar dat de VS heeft met China (figuur 3),
gevolgd door Duitsland (-77 mrd), Japan (-72 mrd) en Mexico (-60 mrd).
Volgens Trump heeft vrijhandel heeft ervoor gezorgd dat Amerikaanse banen
in bijvoorbeeld de auto-industrie zijn verdwenen naar lagelonenlanden zoals
Mexico en China. En vanwege oneerlijke handelspraktijken, bijvoorbeeld door
het dumpen van goedkoop Chinees staal, zou de Amerikaanse exportsector om
zeep worden geholpen. Het NAFTA handelsverdrag tussen Canada, de VS en
Mexico noemde hij de slechtste deal ooit. En China werd een
valutamanipulator genoemd, die kunstmatig zijn munt goedkoop zou houden om
producten tegen oneerlijke prijzen te kunnen slijten op buitenlandse
markten. Met zijn verhaal over oneerlijke handelspraktijken had Donald
Trump een boodschap die veel beter aansloot bij het gevoelsleven van boze
Amerikanen dan Hillary Clinton. En de belofte van Trump was dan ook dat hij
als president tarieven van 35% zou gaan heffen op alle Mexicaanse import en
Duitse auto’s en 45% op alle Chinese import. Bovendien zouden NAFTA en
andere oneerlijke handelsverdragen worden ontmanteld.
Figuur 3: Handelstekort met China is 350 miljard dollar
Bron: UNCTAD en Rabobank
Binnenlands stimuleringspakket
Behalve handelsbarrières heeft Trump in zijn campagne ook aangegeven de
Amerikaanse economie te willen stimuleren door in tien jaar tijd 1000
miljard dollar te investeren in de Amerikaanse infrastructuur en een
belastingverlaging van 6200 miljard door te willen voeren. Tijdens zijn
campagne gaf Trump aan onder meer het aantal belastingschijven terug te
willen dringen van zeven naar drie, de belasting op netto
investeringsinkomsten te willen schrappen (zoals dividenden en
rente-inkomsten), de alternative minimum tax (AMT) [1] stop te zetten en de
vennootschapsbelasting te willen verlagen van 35% naar 15%. Het
aangekondigde stimuleringspakket viel bij de financiële markten in ieder
geval in goede aarde (zie figuur 4).
Figuur 4: Financiële markten goedgeluimd
Bron: Macrobond
Voortvarende start…
Na zijn inauguratie op 20 januari tekende nieuwbakken President Trump in
korte tijd een groot aantal zogenoemde presidentiële decreten. Hiermee werd
direct duidelijk dat hij van plan was om verkiezingsbeloftes uit te voeren
die door velen aanvankelijk niet serieus werden genomen en tot
campagneretoriek gerekend werden. De eerste controversiële decreten waren
het starten van voorbereidingen voor het bouwen van een muur aan de
Mexicaanse grens, het opzeggen van het Trans-Pacific Partnership (TPP) en
het instellen van een tijdelijk inreisverbod voor immigranten uit zeven
Moslimlanden.
Een decreet is echter niet hetzelfde als een wet. Een decreet geeft vooral
richtlijnen over het te voeren beleid. Zo kon Trump per decreet Obamacare
niet ontmantelen, maar wel aangeven dat overheidsinstanties moesten stoppen
met de verdere implementatie ervan. Je kunt echter niet regeren op basis
van decreten (zie
Marey en Barendregt, 2017
). Om de nodige budgetten vrij te spelen zullen zaken in een wet en de
begroting verankerd moeten worden. En hierover gaat het Congres. Bovendien
worden decreten aan de grondwet getoetst door de federale rechtbanken. De
eerste bloedneuzen heeft Trump op dat terrein inmiddels al opgelopen. Zijn
moslimban werd door de rechter teruggefloten en het vervangen van Obamacare
liep in het Congres uit op een deceptie.
…maar waar blijven het stimuleringspakket en de handelsbarrières?
Trump worstelt inmiddels om de handen op elkaar te krijgen voor zijn
stimuleringspakket. De vraag is ook of zijn belastingplan de budgethaviken
in het Congres zal kunnen overtuigen. Mocht Trump al zijn fiscale
campagnewensen in kunnen willigen, dan is overigens de vraag wat dit de
boze blanke middenklasse gaat opleveren. Uit berekeningen van het
Tax Policy Center
blijkt dat van de beoogde 6200 mrd belastingverlaging bijna 80% terecht
komt bij inkomens die meer dan 140.000 dollar verdienen (figuur 5). De
belastingkorting komt dus vooral terecht bij het hoogste inkomenskwartiel
en van deze groep weten we in ieder geval dat zij een kleiner deel van elke
extra dollar aan inkomsten spenderen. In economentermen: de marginale
consumptie-elasticiteit is bij de rijken zeer laag. Dit betekent dat het
fiscale campagneplan zeer beperkt zal leiden tot een hogere consumptie en
stimulans voor de Amerikaanse economie. Het alternatieve belastingplan van
leden van het huis van afgevaardigden Ryan en Brady is overigens nog
denivellerender dan de fiscale campagneplannen van Trump.
Figuur 5: 80% van belastingkorting komt terecht bij inkomens hoger dan
$140.000
Bron: Tax Policy Center. Toelichting: gemiddelde absolute belastingkorting
per persoon boven staven
Ook als het gaat om zijn belofte om 1000 mrd te investeren in
infrastructuur zien we nog maar weinig terug. Op 16 maart heeft Trump zijn
discretionaire begrotingsvoorstel
naar het Congres gestuurd, getiteld “America First: A Budget Blueprint to
Make America Great Again”. Dit betreft een derde van de totale federale
begroting en heeft vooral betrekking op de individuele budgetten voor de
verschillende ministeries. Maar in plaats van stimuleren lijkt Trump juist
het mes te willen zetten in infrastructurele uitgaven, getuige zijn
voorstel om de begroting voor het Transportation Department te willen
verlagen met 13%.
Tot slot heeft Trump nog maar weinig protectionistische maatregelen
aangekondigd, terwijl hij op dit vlak juist wel buiten het Congres om kan
opereren (zie
Marey et al., 2017
). TPP is weliswaar van de baan, maar dat verdrag was nog in de maak. NAFTA
wordt waarschijnlijk maar marginaal aangepast, China is bij nader inzien
toch
geen valutamanipulator
en er zijn tot nu toe geen grote handelsbarrières geïmplementeerd. Het
enige wapenfeit is de recente aankondiging van een tarief van 20% op de
invoer van Canadees zacht timmerhout door het ministerie van handel.
Waarom krijgt Trump zaken niet van de grond?
Stimuleringsmaatregelen en het Congres
Voor zijn plannen om meer geld uit te geven aan infrastructuur en de
belastingen te verlagen heeft President Trump de medewerking van het
Congres nodig. Tenslotte worden daar de wetten gemaakt die bepalen waar de
federale overheid geld aan uitgeeft en hoe het belastingstelsel eruit ziet.
De president kan slechts zijn veto uitspreken of de wet ondertekenen. De
door Trump gewenste combinatie van hogere uitgaven en lagere belastingen
leidt onvermijdelijk tot een hoger begrotingstekort en derhalve tot
weerstand onder de budgethaviken van de Republikeinse partij. De
Republikeinen in het Huis van Afgevaardigden werken al enige tijd aan een
volledige herziening van de Amerikaanse vennootschapsbelasting waarbij het
verschuiven van de belastingdruk van exporteurs naar importeurs door middel
van een zogenoemde border adjustment tax (BAT) tot hogere
belastinginkomsten moet leiden vanwege het handelstekort van de VS. Een BAT
komt eigenlijk neer op een fiscale subsidie op export en fiscale heffing op
import. Het idee achter de BAT is om Amerikaanse bedrijven die in het
buitenland opereren te prikkelen om hun productie te verplaatsen naar de
VS. Trump ziet weinig in de BAT, al was het maar omdat hij het plan te
ingewikkeld vindt. Hij geeft de voorkeur aan gewone invoertarieven.
Handelsbelemmeringen
Uit de verkiezingsuitspraken van Trump over handelsbelemmeringen kan worden
opgemaakt dat hij een vrij simplistisch wereldbeeld heeft over vrijhandel:
hef 35% en 45% tarieven op import uit bijvoorbeeld China en Mexico en
daarmee werken we ons handelstekort weg en komt de Amerikaanse economie
sterker uit de bus. Maar de werkelijkheid is een stuk weerbarstiger. Ten
eerste is het Amerikaanse handelstekort ook het gevolg van het feit dat
Amerikaanse huishoudens teveel consumeren en te weinig sparen. In de VS
sparen huishouden slechts 5 tot 6% van hun beschikbare inkomen. Tegenover
het tekort op de handelsbalans staat een overschot op de kapitaalrekening,
die gefinancierd wordt uit spaaroverschotten in het buitenland (zie figuur
6). Dat gebeurt ook voor een groot deel door China, dat een flinke plus op
de handelsbalans heeft en waar de spaarquote van huishoudens maar liefst op
38% ligt. Om onevenwichtigheden op de lopende rekening op termijn af te
bouwen zullen Amerikanen zelf meer moeten gaan sparen en Chinezen meer
moeten gaan consumeren (en minder sparen). De sterke afhankelijkheid van
Amerika is op korte termijn echter risicovol. Zeker als de VS
protectionistische maatregelen zou implementeren, kunnen landen zoals China
terugslaan door een deel van hun kapitaal uit de VS te repatriëren.
Hierdoor zal de rente stijgen, prijzen van activa dalen en zullen
besparingen toenemen. Dit kan echter schoksgewijs ook een negatief effect
hebben de particuliere consumptie, investeringen en potentieel de
Amerikaanse economie veel schade berokkenen.
Figuur 6: Dalende spaarquote en toegenomen leningen uit het buitenland
gaan hand in hand
Bron: Macrobond, Rabobank. Toelichting: op de reeks besparingen/leningen
uit het buitenland in HP-filter toegepast
Ten tweede zijn handelsstromen zodanig geïntegreerd dat de VS door het
instellen van handelstarieven niet alleen buitenlandse exporteur raakt,
maar ook Amerikaanse producenten van intermediaire goederen. Zo blijkt
bijvoorbeeld dat ruim 33% van de Amerikaanse export in de
transportmiddelenindustrie naar Mexico bestaat uit intermediaire
leveringen, waarvan later een deel als eindproduct weer wordt geïmporteerd
in de VS. Een importtarief raakt dus niet alleen autofabrikanten die de
auto’s verschepen naar de VS, maar ook Amerikaanse toeleveranciers die de
software, elektronica, motoren en autostoelen voor die auto’s leveren.
Ten derde ondervindt Trump op allerlei fronten hoe lastig uitvoerbaar een
protectionistische agenda is. Zo maakt de VS deel uit van de
wereldhandelsorganisatie WTO, die onder het Most Favoured Nation
(MFN)-beginsel stelt dat leden onderling hun tarieven niet mogen
discrimineren. Het laagste handelstarief dat de VS heft moet dus gelden
voor alle landen waarmee het handelt. Intussen wordt druk gespeculeerd of
het nieuwe belastingplan in gaat grijpen op handel via de eerder genoemde
border adjustment tax (BAT). Er is echter een enorme weerstand tegen een
BAT vanuit onder meer de detailhandel. Deze sector importeert veel goederen
en zet deze overwegend binnenlands af. Een BAT zou de detailhandel dus
confronteren met hogere importprijzen. Door verbetering van de netto handel
zou de dollar als gevolg van de invoering van een BAT appreciëren, maar de
verwachting is dat appreciatie de importeurs maar slechts ten dele zal
compenseren.
Tot slot dan het effect van globalisering als boosdoener. De meeste
empirische studies voor de VS laten zien dat er inderdaad een negatief
effect bestaat op Amerikaanse werkgelegenheid en groei die wordt
veroorzaakt door importconcurrentie uit bijvoorbeeld China en verplaatsing
van Amerikaanse bedrijfsactiviteiten naar het buitenland (zie bijvoorbeeld
Acemoglu et al., 2016
). Dit is echter niet het hele verhaal. Het negatieve effect van automatisering speelt namelijk ook een rol in het vernietigen van
werkgelegenheid (zie
Autor et al., 2015
) en deze oorzaak is wellicht zelfs belangrijker dan handel (zie
Autor en Dorn, 2013
;
CE, 2017
). Automatisering heeft door de verbeterde rekenkracht van computers en
continu lagere kosten van ICT steeds meer vat gekregen op
cognitief-routinematige taken. Denk hierbij aan banen zoals de boekhouder,
de baliemedewerker, telefonistes en marketeers. Het probleem is dat
handelsbelemmeringen de banen die zijn geautomatiseerd zijn niet
terugbrengen en dat Trump technologische vooruitgang niet kan terugdraaien.
Om de Amerikaanse concurrentiepositie te revitaliseren zou Trump zich niet
moeten richt op belastingverlaging en de bouw van een muur voor 21,5
miljard dollar, maar op investeringen in onderwijs, scholing en de
innovatiekracht, zodat de arbeidsproductiviteitsgroei in de VS weer
aantrekt. Uiteindelijk sloeg de Duitse minister van buitenlandse zaken
Sigmar Gabriel de spijker op zijn kop door te stellen dat de VS zich niet
moet toeleggen op tarieven op Duitse auto’s, maar gewoon zelf betere auto’s
moet maken.
Tot slot
Na 100 dagen is het tijd om de balans op te maken over de koers die Donald
Trump als president van de VS heeft uitgezet. Zeker voor zijn achterban zal
dat tot nu toe een teleurstelling zijn. Hij heeft slechts decreten
ondertekend en er is nog geen significante wetswijziging door het Congres
geloodst. Ook van zijn protectionistische agenda en stimuleringspakket
hebben we tot nu toe nog weinig wapenfeiten gezien. De politieke en
economische realiteit blijkt weerbarstig en de eerste 100 dagen hebben de
verwachtingen over het tempo waarin Trump zijn plannen tot uitvoer kan
brengen naar beneden bijgesteld. Enerzijds betekent dit dat we langer
moeten wachten op de beloofde economische stimuleringsmaatregelen.
Anderzijds zijn ook de protectionistische maatregelen waarmee Trump dreigde
tijdens zijn campagne vooralsnog grotendeels uitgebleven. Van uitstel hoeft
echter niet noodzakelijk afstel te komen. Zowel President Trump als de
Republikeinse meerderheid in het Congres streven naar een
belastingverlaging. Voor extra uitgaven aan infrastructuur bestaat eveneens
draagvlak, ook bij de Democraten. Het uiteindelijke stimuleringspakket zal
echter van beperkter omvang zijn dan beloofd omdat de budgethaviken de
vooruitgang die de afgelopen jaren is geboekt niet te grabbel willen
gooien. Ook is er duidelijk een protectionistische koers ingezet, weliswaar
in een bescheiden tempo, maar de richting is onmiskenbaar.
Voetnoot:
[1]
AMT is een vlaktax die betrekking heeft op hogere inkomens die door
allerlei aftrekposten geen belastbare grondslag meer hebben
waardoor ze praktisch geen belasting betalen.
Referenties:
Acemoglu, D., D.H. Autor, D. Dorn, D., G.H. Hanson en B. Price (2016).
Import competition and the great US employment sag of the 2000s. Journal of Labor Economics, 34(S1), S141-S198.
Autor, D.H. en D. Dorn (2013). The growth of low-skill service jobs and the
polarization of the US labor market. American Economic Review,
103(5), blz. 1553–97.
Autor, D.H., D. Dorn en G.H. Hanson (2015). Untangling trade and
technology: Evidence from local labour markets. The Economic Journal, 125(584), 621-646.
Autor, D.H., L.F. Katz en M.S. Kearney (2006). The Polarization of the U.S.
Labor Market. American Economic Review Papers and Proceedings,
blz. 189-194.
Berge, W. van den en B. ter Weel (2015), Baanpolarisatie in Nederland, Centraal Planbureau, CPB Policy
Brief 2015/13, Den Haag
Capital Economics (2017). Can Trump make American manufacturing great again?, New York.
Marey, P., A. Dumitru, H.P.G. Erken, M. Wijffelaars en E. Barendregt
(2017), De impact van Trump op de economie, Rabobank, Utrecht.
Marey, P. en E. Barendregt (2017), Trump's executive orders,
Rabobank, Utrecht.