Geen visie op globalisering
De uitgelekte berichten over de kabinetsformatie geven een vertrouwd beeld:
belastingen, overheidsuitgaven, pensioenen en de hoogte van de lonen zijn
voorbeelden van de klassieke onderwerpen die bij elke formatie langskomen.
Ook nu is dat weer het geval. Deze formatie wijkt enigszins af vanwege de
onderlinge kloof met betrekking tot levensbeschouwelijke onderwerpen die
misschien nog roet in het eten gooien. Ook staan migratie en milieu
mogelijk prominenter op de agenda dan vroeger. De kabinetsformatie speelt
zich echter af tegen de achtergrond van een globaliseringscrisis die, in
combinatie met disruptieve technologische ontwikkelingen, de arbeidsmarkt
fundamenteel aan het verstoren is. Uit de berichten blijkt vooralsnog niet
dat de onderhandelaars bezig zijn hieromtrent een samenhangende en
vernieuwende visie te ontwikkelen. Wat moet Nederland als handelsland in
het huidige tijdsgewricht aanpassen om welvarend overeind te blijven zonder
ondermijning van onderlinge solidariteit? Voor zover dit beeld juist, zou
dat een cruciale fout zijn van een kabinet in wording.
Veranderingen op til
De globaliseringscrisis laat een nieuw gezicht zien van wat internationale
handel doet en betekent. Wat is het geval? Na de Tweede Wereldoorlog was
alles erop gericht om internationale handel tot volle wasdom te laten
komen. De voortdurende uitbouw van de interne markt is daarvan een sprekend
voorbeeld. Pakweg vijftig jaar lang heeft iedereen en elk land die
deelnamen aan dit proces hiervan maximaal kunnen profiteren. De mondiale
specialisatie die het gevolg was van globalisering, liet de lonen en de
werkgelegenheid stijgen – het meest in de groeiende exportsectoren en het
minst in de krimpende importsectoren, maar de verliezers van dergelijke
verschuivingen konden door hoge economische groei verhoudingsgewijs
gemakkelijk elders een baan vinden. En lukte het dan helemaal niet, dan
stond een royaal sociaal vangnet klaar zodat het ontstaan van schrijnende
armoede en een groeiende onderklasse kon worden voorkomen. Een sociaal
contract was geboren dat decennialang stand heeft gehouden. Dit
optimistische beeld is echter sterk en in hoog tempo aan het veranderen.
Verliezers van globalisering
Na het lidmaatschap van China van de Wereldhandelsorganisatie in 2001 kwam
steeds duidelijker naar voren dat het voor de verliezers van globalisering
lastiger werd elders werk te vinden omdat een deel van de productie naar
het buitenland werd en wordt verplaatst. Uit de statistieken over de
arbeidsmarkt bleek dat – in afwijking van de periode ervoor – een
specifieke groep last kreeg van concurrentie uit het buitenland: de
middenklasse. Intussen zagen – enigszins opmerkelijk – laaggeschoolden en
hooggeschoolden hun aandeel in de totale werkgelegenheid toenemen. Naast
globalisering speelt automatisering een belangrijke en steeds disruptievere
rol. Ook deze ontwikkeling slaat hard toe binnen de grote middenklasse,
waardoor het nog lastiger wordt de verliezers aan een nieuwe baan te
helpen. Vroeger kon een bedrijfsleider in een textielfabriek makkelijker
bedrijfsleider in een chemische fabriek worden. Tegenwoordig staan daar
robots begeleid door een programmeur. Veel degelijk administratief werk is
verdwenen omdat IT het werk beter en efficiënter doet. Met de doorbraak van
moderne data-gerelateerde technologieën wordt deze ontwikkeling verder
versneld (zie bijvoorbeeld Van den Berge en Ter Weel, 2015). Lerende algoritmes kunnen steeds meer, steeds beter en steeds
sneller. Het sociale vangnet is daarenboven sterk versoberd ten opzichte
van die goeie oude tijd waaraan Nederland in de tweede helft van de vorige
eeuw gewend is geraakt.
Middenklasse in de knel
Een onaangename en ongemakkelijke conclusie is onvermijdelijk: de huidige
middenklasse heeft het veel moeilijker dan die in de vorige eeuw. De tijd dat kinderen het bijna altijd beter kregen dan hun ouders,
ligt opgeslagen in het archief van de recente geschiedenis. Het is erg
verleidelijk om een verband te zien tussen het nieuwe nationalisme en deze
arbeidsmarktontwikkeling. Denk aan de Brexit-beslommeringen, de verkiezing
van een nationalistische president in de VS, de voortdurende kritiek op de
euro, het opkomende anti-immigratiesentiment, het verzet tegen uitbreiding
van de EU en het stilzetten van de onderhandelingen over TTIP. Voor de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk zijn suggestieve landkaarten gemaakt waaruit blijkt dat de
nationalistische stemmers vooral wonen in gebieden waar de middenklasse
relatief hard is getroffen door de verwoestende combinatie van
globalisering en robotisering.
Figuur 1: Stemming Brexit vergeleken met stemming 1975 in VK over deelname EU
Bron: Kenneth Allen, CC BY-SA 2.0
Indirect wijzen de Wildersen en Baudets van deze wereld dus op een
belangrijk probleem dat om een adequate reactie vraagt van de politiek. De
nationalistische oplossing waar zij zelf voor staan is echter het verkeerde
antwoord op deze grotendeels onvermijdelijke ontwikkelingen. Daarmee wordt
het paard achter de wagen gespannen, zodat het grote probleem alleen maar
groter wordt. Rond Brexit bestaat bijvoorbeeld veel onzekerheid, maar niet
ten aanzien vanb de economische gevolgen ervan: van economisch
isolationisme kan slechts economische stagnatie en mogelijk zelfs neergang
worden verwacht.
Denk na over globalisering
Behalve over het begrotingstekort of de loonruimte zouden de
onderhandelaars daarom ook hierover moeten nadenken. Verschuiving van de
ene naar de andere baan kost tijd, en vaak langdurige omscholing. De
aandacht zou uit moeten gaan naar een aantal fundamentele vragen (zie bijv. Acemoglu en Restrepo, 2017). Is de
versoberde verzorgingsstaat niet al te schraal geworden? Hoe zouden
opvangsystemen voor de verliezende middenklasse eruit moeten zien? Hoe moet
het onderwijs van vandaag aansluiten op de arbeidsmarkt van de toekomst?
Omscholing is een langdurig en permanent onderdeel van de arbeidsmarkt
geworden, waar niet alleen over moet worden nagedacht op het moment van
ontslag, maar al veel langer daarvoor. Dit vergt tijd en geld waarin
werknemers en werkgevers beide moeten investeren. In dit licht zou zeer
kritisch moeten worden gekeken naar de sterke toename van flexibele
contracten en de daarmee samenhangende uitbesteding van diensten. De
arbeidsmarkt lijkt hier te zijn doorgeschoten, met onder-investering in
kennis als gevolg. Bovendien worden de moderne
arbeidsmarktrisico’s momenteel eenzijdig bij de moderne zzp-er gelegd.
Daarnaast zou het nieuwe kabinet zich sterk kunnen uitspreken voor
globalisering. Door het stopzetten van TTIP laten wij potentiële groei
liggen. Die groei is broodnodig om de verliezers van globalisering te
compenseren en om de benodigde maatregelen te financieren. Als het nieuwe
kabinet hier geen serieuze stappen zet, is de uitkomst van de volgende
verkiezing niet moeilijk te voorspellen.
* Dit is een licht gewijzigde versie die op 22 augustus 2017 in het Financieele Dagblad verscheen.
Referenties:
Acemoglu, D., en P. Restrepo, 2017, Robots and jobs: Evidence from the US,
Vox, 10 April 2017
Berge, W. van den, en B. ter Weel, 2015, Middensegment onder druk, CPB Policy Brief 2015/13, Den Haag.
Te citeren als
Steven Brakman, Arjen van Witteloostuijn, “Hoe gaat een nieuw kabinet de verliezers van globalisering meenemen?”,
Me Judice,
23 augustus 2017.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding ‘Facebook Connections’ van Michael Coghlan (CC BY-SA 2.0).