NOW is wel erg ruim: ook van werknemers mag een offer gevraagd worden

NOW is wel erg ruim: ook van werknemers mag een offer gevraagd worden image
Afbeelding 'Now' by 'Artem Popov'
De NOW kost de komende drie maanden 14 miljard euro. Werkgevers krijgen maximaal 90 procent van de loonsom vergoed, onder de voorwaarde dat werknemers in dienst blijven en volledig doorbetaald worden. Raymond Gradus en Roel Beetsma bepleiten dat ook aan de werknemers een offer gevraagd mag worden.

Subsidieregeling

Net voor Pasen werd bekend dat bijna 17 miljoen Amerikanen sinds het begin van de corona-uitbraak werkloos zijn geworden. Nederland zet door middel van een subsidieregeling in voor het behoud van werkgelegenheid van zowel werknemers als van zelfstandigen.[1] In het pakket dat vorige week donderdag in Europa is afgesproken zit ook een afspraak dat alle landen in Europa een vergelijkbare regeling kunnen opzetten. Daar is heel veel geld mee gemoeid: het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaat ervan uit dat deze subsidieregeling de komende drie maanden 14 miljard euro kost. Europa heeft 100 miljard euro gereserveerd voor financiële steun aan landen voor dit soort maatregelen.

Net als van werkgevers, banken, huurders, et cetera, mag ook van werknemers een bijdrage gevraagd worden.

Nederland was er snel bij en vanaf 6 april konden werkgevers een subsidieaanvraag voor de Noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) doen. Op 9 april had het UWV al 65.000 aanvragen ontvangen. De NOW is ingesteld voor 3 maanden en kan verlengd worden met tenminste 3 maanden. De regeling gaat uit van een tegemoetkoming aan de werkgever van maximaal 90 procent van de loonsom onder de voorwaarde dat werknemers in dienst blijven en doorbetaald worden.[2] Naar rato van de omzetdaling, die minimaal 20 procent moet bedragen, wordt deze tegemoetkoming toegekend. Er blijft dus minimaal 10% aan loonkosten voor de werkgever. Daarbij moet wel worden aangetekend dat huur- en financieringskosten gewoon doorlopen, zij het dat daar ook steeds meer oplossingen voor komen. Nu is er veel te zeggen voor deze regeling voor behoud van werkgelegenheid, maar hij bevat wel een onrechtvaardigheid: namelijk dat van werknemers geen enkele bijdrage gevraagd wordt.

Onrechtvaardig

Waarom is dit onrechtvaardig? De regeling houdt geen rekening met materiële verwervingskosten van werk. Het gaat hier om de kosten verbonden aan werk, die niet door de werkgever vergoed worden en nu niet gemaakt hoeven worden. Hierbij kan gedacht worden aan reis- en opleidingskosten, kosten van kleding en schoeisel en de ouderbijdrage voor kinderopvang. Onderzoek in het begin van deze eeuw geeft aan dat deze verwervingskosten gemiddeld circa 5% van het arbeidsinkomen bedragen.[3] Ook bouwen werknemers nog gewoon vakantiedagen op, die ze nu niet kunnen aanwenden. Het laatste geldt ook voor vakantiegeld. Verder geldt de regeling voor alle inkomens. Dus ook een werknemer die meer verdient dan het maximum maandbedrag van circa 4.800 euro geldend voor andere uitkeringen wordt tot 90% gecompenseerd.[4] Nadat er discussie is ontstaan dat dit zelfs voor loon boven de Balkenende norm geldt, is in het uitvoeringsbesluit afgesproken dat er een grens is van 9.600 euro per maand. Dit betreft echter een zeer beperkte groep.[5] Het valt dan ook moeilijk te begrijpen waarom bij deze subsidie de bovengrens voor een uitkering niet gehanteerd wordt. Dit ook in de wetenschap dat de coronacrisis vooral de lagere inkomens treft.

Slot

De noodregeling is in een moordend tempo opgetuigd en dit is op zich te waarderen. Werkgevers kunnen hiervan snel gebruik maken en dit voorkomt onnodige werkloosheid. Het verdient dan wel aanbeveling om de regeling op zeker twee punten aan te passen. Op de eerste plaats zouden wij er voor willen pleiten dat werknemers van bedrijven die gebruikmaken van de regeling ook een eigen bijdrage leveren. Dit zou op verschillende manieren vorm kunnen krijgen. Om bedrijven meer liquiditeit te geven is het denkbaar om uitstel van betaling van vakantiegeld naar december te overwegen. Dit betekent dat van de regels in een CAO afgeweken kan worden. Ook zouden we willen pleiten voor inleveren van vakantiedagen door werknemers. Voorts is het denkbaar dat werknemers, wanneer ze toch niet werken, hun extra tijd gebruiken om hun kennis te vergroten en daarvan een deel van de kosten voor hun rekening nemen. Het aantal bedrijven dat cursussen via internet aanbiedt neemt gelukkig toe. Op de tweede plaats zou gewoon het maximum dag- of maandloon moeten gelden net als bij andere uitkeringen van overheidswege. Net als van werkgevers, banken, huurders, et cetera, mag ook van werknemers een bijdrage gevraagd worden. Van de best verdienende werknemers mag bovendien een groter offer worden verwacht, zodat in deze crisis de sterkste schouders de zwaarste lasten zullen dragen. Alleen met offers van iedereen kunnen we deze crisis aan.

Dit artikel is eerder in verkorte vorm verschenen in de Volkskrant van 16 april 2020.

Literatuur

G. Antonides en W.F. van Raaij (2000). Inkomen en de voor- en nadelen van werk: revisie, Den Haag: Elsevier.

CPB (2020). Scenario’s economische gevolgen coronacrisis. CPB: 26 maart.

R. Gradus (2019), “Heffings -en arbeidskortingen: weg van het instrumentalisme”, Weekblad Fiscaal Recht 7280 338-342.

IMF (2020), World Economic Outlook: The Great Lockdown. IMF: 14 april.

Ministerie van SZW (2020), Regeling van 31 maart 2020, 2020-00000466302020-0000046763, tot vaststelling van een Tijdelijke subsidieregeling tegemoetkoming in de loonkosten in verband met het coronavirus.

TK (2020). Noodpakket banen en economie, d.d. 16 maart.

Voetnoten


[1] Het CPB (2020) rekent vier scenario’s door met verschillende duur van de contactbeperkingen en de snelheid van het herstel en komt in 2020 uit op een werkloosheid van 4-6%.

[2] De 90% is ook in internationaal verband erg ruim. IMF (2020, blz. 2) maakt melding van een regeling in Denemarken, waarbij getroffen ondernemingen een vergoeding krijgen van 75% en een in VK met 80%. Overigens beperkt de regeling in het VK zich tot werknemers die met verlof zijn gestuurd.

[3] Antonides en van Raaij (2000) hebben een eerder onderzoek net na de operatie Oort gereviseerd, dat nog uitging van 6,4% van het arbeidsinkomen. In het op 1 januari 1990 van kracht geworden Oort-regime zijn deze verwervingskosten niet meer aftrekbaar voor werknemers en versterken daarmee de armoedeval (zie ook Gradus, 2019).

[4] De WW, WIA en andere uitkeringen wordt gemaximeerd op het wettelijk maximumdagloon van 220 euro. Bij een volledige werkweek (21,75 dagen) leidt dit tot een maximum maandloon van afgerond 4800 euro.

[5] Voor de totale populatie betreft hierbij hooguit enkele tienduizenden personen vooral mannen. Zie hiervoor verdeling persoonlijk inkomen in https://longreads.cbs.nl/welvaartinnederland-2019/inkomen-van-personen/

Te citeren als

Raymond Gradus, Roel Beetsma, “NOW is wel erg ruim: ook van werknemers mag een offer gevraagd worden”, Me Judice, 17 april 2020.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding 'Now' by 'Artem Popov'

Ontvang updates via e-mail