Pas corona regeling aan om baancreatie niet af te remmen

Pas corona regeling aan om baancreatie niet af te remmen image
Afbeelding 'Start Up Company' by 'Free images'
De NOW-regeling voor doorbetaling van loon aan werknemers die vanwege de coronacrisis omzetverlies hebben is nadelig voor groeiende bedrijven (b.v. start-ups en scale-ups) en voordelig voor krimpende bedrijven. Anders gezegd, zowel baancreatie als baanvernietiging worden afgeremd, hetgeen nadelig voor de economie is. Volgens de Amsterdamse hoogleraar Frank den Butter vormt afzet per werknemer (in vte) als criterium een eenvoudige manier om dit nadeel te verhelpen.

De NOW-regeling

Ondernemers die omzet verlies hebben vanwege de vraagrantsoenering bij de contactbeperkingen vanwege de coronacrisis kunnen een beroep doen op de NOW-regeling (Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging Werkgelegenheid) voor loondoorbetaling aan hun werknemers. Het gaat daarbij om werknemers met een vast en met een flexibel contract. De NOW-regeling komt in plaats van de regeling voor werktijdverkorting. Het criterium voor de uitbetaling, in de vorm van een voorschot, is het verwachte omzetverlies in de driemaandse periode van 2020 waarvoor de uitkering wordt aangevraagd ten opzichte van de gemiddelde omzet per kwartaal in 2010 (= totale omzet in 2019 gedeeld door 4). Wanneer het afzetverlies groter is dan 20%, bedraagt de uitkering voor loondoorbetaling 90% van het percentage aan afzetverlies maal de loonsom. Dan moeten wel alle werknemers in dienst blijven.

Nadelig voor arbeidsmarkt

Dit is natuurlijk een zeer ruwe benadering om alle mogelijke specifieke liquiditeitsproblemen van ondernemers in de periode van contactbeperkingen te verhelpen. Maar er moest snel een regeling komen, zodat een eenvoudige inkleding van de regeling onoverkomelijk was. Zo wordt in de toelichting op de regeling ook erkend dat “Het kan toch voorkomen dat de gebruikte tijdvakken voor 2019 niet representatief zijn, bijvoorbeeld door groei van de onderneming of seizoenpatronen”. Voor groeiende en krimpende ondernemingen is de regeling inderdaad onhandig en slecht voor de economie. Groeiende ondernemingen, zoals start-ups en scale-ups worden benadeeld en verouderde ondernemingen die moeten herstructureren en een deel van hun personeelsbestand moeten afstoten, worden aangezet dat niet te doen (zie ook Strop, 2020). In termen van arbeidsmarktdynamiek wordt zowel de baancreatie als de baanvernietiging afgeremd (Davis en Haltiwanger, 1992; Davis et al. , 1996, bepalen baancreatie en baanvernietiging op basis van bedrijfsgegevens, en Kock, 2000; Bruil et al., 2010, 2011 op basis van gegevensbestanden op macroniveau voor Nederland). In een dynamische economie is een zekere mate van vervanging van oude niet-productieve banen door nieuwe productieve banen onvermijdelijk. Een rem op baancreatie en baanvernietiging zit daarom welvaartsverbetering in de weg.

Dit nadeel had in de regeling op eenvoudige wijze verholpen kunnen worden, namelijk door niet van de feitelijke afzet uit te gaan, maar van de afzet per werknemer (in voltijdsequivalenten, vte). Gegevens daarover zijn toch al in de aanvraag beschikbaar. De onderstaande tabellen met eenvoudige rekenvoorbeelden illustreren deze oplossing. Zo beschrijft tabel 1 een drietal scenario’s voor een groeiend bedrijf met baancreatie en tabel 2 voor een krimpend bedrijf met baanvernietiging.

De snelle groeier

Tabel 1. Gestileerd rekenvoorbeeld groeiend bedrijf (b.v. start-up)

2019: Omzet € 200.000; Q1,Q2, Q3 en Q4: € 50.000; 4 vte werknemers loonkosten €8000; omzet per vte €12.500; marge 75%.

2020: verwachte kwartaalomzet zonder covid €100.000; 8 vte werknemers loonkosten €8000; omzet per vte €12.500; marge 75%; Omzet met covid daalt in een kwartaal van €100.000 naar €50.000

Benutting NOW regeling:

Scenario 1: volgens huidige regeling. Omzetverlies t.o.v. 2019: 50.000 -50.000 = 0%. Is <20%: geen NOW bijdrage. Opbrengst in kwartaal: 0,75 x € 50.000 = € 37.500.

Scenario 2: stopzetten productie: omzet Q2 (Q3, Q4): € 0. Regeling loonkosten: 90% van 8 x € 8000 = €57.600

Scenario 3: omzetverlies gerelateerd aan omzet per vte; omzet per vte met covid: €50.000/8 = €6.250; omzetverlies in kwartaal per vte: (€12.500- €6.250)/ €12.500 = 50%; bijdrage NOW 45% (0,9x50%) van 8 x € 8000 = € 28.800 plus opbrengst vanwege marge: 0,75 x € 50.000 = €37.500. Totaal voor bedrijf: €66.300 (tegenover € 64.000 loonkosten).

 

Tabel 1 geeft het voorbeeld van een jonge, snelgroeiende onderneming: het voorbeeld is ontleend aan een bestaande start-up. Het bedrijf verwacht, zonder covid, een verdubbeling van de omzet in 2020 t.o.v. 2019. Dat geldt ook voor het aantal werknemers in vte en voor de loonsom. Evenals in het navolgende rekenvoorbeeld is verondersteld dat de vraaguitval vanwege covid in het kwartaal van aanvraag de helft van de omzet bedraagt, zodat in feite de kwartaalomzet voor 2020 gelijk is aan die van 2019. Dit betekent dat het bedrijf niet in aanmerking komt voor de NOW regeling omdat de omzetdaling 0% is en dus kleiner dan de grens van 20%. Volgens scenario 1 krijgt het bedrijf dus alleen inkomsten uit de marge en dat is bij lange na niet genoeg om de loonkosten van € 64.000 te dekken. Scenario 2 waarbij de bedrijfsvoering helemaal wordt stopgezet (in 2020) is dan voordeliger voor de onderneming. De kosten voor de overheid zijn daarbij wel aanzienlijk: directe kosten vanwege de flinke loonsomsubsidie, maar tevens indirect omdat stopzetting van de bedrijfsvoering ook in de toekomst een negatief effect op de ontwikkeling van de onderneming zal hebben. Het derde scenario, waarin, zoals in dit artikel bepleit, het omzetcriterium geldt voor de omzet per vte, is zowel voor de overheid als voor het bedrijf het meest gunstig. Het bedrijf krijgt de gehele loonkostensom vergoed – met overigens wel een daling van de opbrengsten van de omzet van 0,75 x €50.000 = €37.500 hetgeen in mindering komt van het management en de afschrijving. De overheid hoeft € 28.800 (= €57.600 - €28.800) minder te betalen dan bij scenario 2.

Krimpende onderneming

Tabel 2. Gestileerd rekenvoorbeeld krimpend bedrijf

2019: Omzet € 400.000; Q1,Q2, Q3 en Q4: €100.000; 8 vte werknemers loonkosten €8000; omzet per vte €12.500; marge 75%.

2020: Omzetverwachting per kwartaal zonder covid €50.000; 4 vte werknemers loonkosten €8000; omzet per vte €12.500; marge 75%; Omzet met covid in kwartaal van aanvraag € 25.000

Benutting NOW regeling:

Scenario 1: volgens huidige regeling met omzetdaling >20%. Omzetverlies t.o.v. 2019: 100.000 -25.000 = 75%. NOW bijdrage 0,9 x 75% = 67,5%. Opbrengst voor kwartaal: 0,675 x 4 x 8000 = €21.600 + 0,75 x € 25.000 = € 40.350 (tegenover €32.000 loonkosten).

Scenario 2: stopzetten productie: Omzet Q2 (Q3, Q4); € 0. Regeling loonkosten: 90% van 4 x €8000 = €28.800

Scenario 3: omzetverlies gerelateerd aan omzet per vte; omzet per vte met covid: €25.000/4 = €6.250; omzetverlies per vte: (€12.500- €6.250)/ €12.500 = 50%; bijdrage NOW 45% (0,9x50%) van 4 x € 8000 = € 14.400 plus opbrengst vanwege marge: 0,75 x € 25.000 = €18.750. Totaal voor bedrijf: €33.150 (tegenover € 32.000 loonkosten).

 

Tabel 2 geeft het rekenvoorbeeld voor een krimpende onderneming die het spiegelbeeld vormt van de onderneming uit tabel 1. Nu daalt de omzet en het daarbij benodigde personeel in 2020 t.o.v. 2019 met de helft. Verondersteld is dat die inkrimping van het aantal werknemers inderdaad plaatsvindt en dat niet, wat de NOW regeling zelfs zou bevorderen, er geen inkrimping van werkgelegenheid (baanvernietiging) plaatsvindt. Maar ook met deze veronderstelling is het bedrijf met de NOW regeling in de huidige vorm veel beter af dan het groeiende bedrijf van tabel 1.  Zo is stopzetten (scenario 2) nu geen optie. In scenario 3, met omzet per vte als criterium, is de uitkomst ongeveer gelijk aan die voor het groeiende bedrijf. De loonkostensubsidie dekt de loonsom, maar de kosten voor de overheid (en opbrengst voor het bedrijf) zijn in dit geval €7.200 minder dan volgens het geldende afzetcriterium. 

Zo tonen de rekenvoorbeelden dat de huidige regeling met omzet als criterium (te) gunstig uitpakt voor het krimpende bedrijf en (te) ongunstig voor het groeiende bedrijf. Een soortgelijk rekenvoorbeeld voor een bedrijf dat het midden houdt tussen het groeiende en het krimpende bedrijf uit deze tabellen laat zien dat voor zo’n bedrijf het geen verschil maakt of de totale omzet, of omzet per vte als criterium wordt genomen.

Besluit

De bovenstaande rekenvoorbeelden illustreren dat de huidige NOW regeling nadelig is voor groeiende bedrijven die toch een motor van onze economie vormen. Met de omzet per vte als criterium is de regeling neutraal voor de verschillende typen bedrijven. De huidige NOW regeling valt nu niet meer terug te draaien. Wel zouden groeiende bedrijven de mogelijkheid moeten hebben om bij hun aanvraag alsnog omzet per vte te hanteren.

Natuurlijk lost dit criterium niet alle specifieke problemen op. Voor ondernemingen met een sterk seizoengebonden productie of dienstverlening voldoet de NOW regeling niet. Bovendien veronderstelt het rekenvoorbeeld voor de groeiende bedrijven dat voor de omzetgroei naar evenredigheid extra werknemers nodig zijn. Indien door covid omzetgroei wordt gefrustreerd, die werd verwacht als resultaat van investeringen in een opstartperiode, biedt het alternatieve criterium ook geen soelaas (zie Emerce, 2020). Maar dat soort nog niet gerealiseerde verwachtingen valt sowieso moeilijk hard te maken. Wellicht zou in zo’n geval de omzet in januari en februari 2020, toen de gevolgen van de contactbeperking nog niet waren doorgewerkt, als uitgangspunt kunnen gelden.

Het loket voor de NOW aanvraag bij UWV is maandag 6 april 2020 geopend. Voor 9000 ondernemers is op 9 april al in eerste termijn een bedrag van ruim 230 miljoen euro op hun rekening gestort. Ondanks de kritiek op de vormgeving van de regeling verdient de snelheid waarmee deze is opgezet en uitgevoerd alle lof.  Het voorbeeld van een geslaagde ICT operatie door de overheid.

Literatuur

Bruil, A., F.A.G. den Butter en P. Kee (2010), The definition of a job and the flow approach to the labour market; a sensitivity analysis for the Netherlands, Statistics Netherlands Discussion Paper 10011. 

Bruil, A., F.A.G. den Butter en P. Kee (2011), Baandefinitie en meting van arbeidsmarktdynamiek. Economisch Statistische Berichten 96 (4603), blz. 86-88.

Davis, S.J. and J.C. Haltiwanger (1992), Gross Job Creation, Gross Job Destruction and Employment Reallocation, Quarterly Journal of Economics, 107, 819-63.

Davis, S.J., J.C. Haltiwanger and Scott Schuh (1996), Job Creation and Destruction, Cambridge, MA: MIT Press

Kock, U. (2000), Arbeidsmarktstromen in Nederland, Maandschrift Economie, 64, blz. 147-163

Emerce (2020), Bestraf succesvolle scale-ups niet met de NOW-regeling’, online 6 april 2020 

Strop, J.H. (2020), Koolmees helpt kwakkelende bedrijven, niet de innovatieve groeiers, Follow the Money, 2 april 2020.  

Te citeren als

Frank den Butter, “Pas corona regeling aan om baancreatie niet af te remmen”, Me Judice, 14 april 2020.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding 'Start Up Company' by 'Free images'

Ontvang updates via e-mail