Overheidsbestedingen blijken procyclisch tijdens de coronacrisis

Overheidsbestedingen blijken procyclisch tijdens de coronacrisis image
Afbeelding door 'David'

Het consumentengedrag en het economische beleid tijdens de coronacrisis verschillen beide belangrijk ten opzichte van de kredietcrisis in 2009. Investeringen en buitenlandse handel zijn daarnaast veel minder sterk gekrompen in 2020 dan in 2009. Anders dan tijdens de kredietcrisis hebben de overheidsbestedingen de economie niet ondersteund: de overheidsconsumptie stagneerde en de overheidsinvesteringen zijn zelfs gekrompen. In tegenstelling tot wat van de overheid mocht worden verwacht, zijn de overheidsbestedingen procyclisch geweest, aldus Peter van Bergeijk

Financiële bijsluiter vooraf

De volgende analyse is gebaseerd op een vergelijking van de reguliere kwartaalraming die eind maart 2010 verscheen (voor het jaar 2009) met de actuele kwartaalraming die op 26 maart is gepubliceerd (voor het jaar 2020; CBS 2021). Er worden in de financiële vakpers wel vergelijkingen gemaakt waarbij wordt gekeken naar de definitieve raming voor de kredietcrisis, maar dat is het vergelijken van appels met peren. Het vergelijken van de reguliere kwartaal raming (die drie maanden na dato verschijnt) met een definitieve raming (die na twee en half jaar verschijnt) is problematisch. Om een correcte vergelijking te kunnen maken, moeten we kijken naar de ramingen die gebaseerd zijn op een vergelijkbare informatiepositie.

Econoom (en goede vriend) Frank Kalshoven brengt naar aanleiding van de CBS-bijstelling van “grootste krimp ooit gemeten” naar “een crisis die vergelijkbaar is met de kredietcrisis” een ode aan de veerkracht van de Nederlandse economie

Het beeld dat opduikt uit de Nationale Rekeningen is verrassend. Vooraf de waarschuwing dat dat beeld nog kan veranderen wanneer het CBS steeds meer informatie krijgt en steeds nauwkeuriger kan ramen. Desondanks zijn er al wel een aantal zaken duidelijk. Anders dan bij voorbeeld gesteld bij de presentatie van het jaarverslag van DNB (“ de krimp van de Nederlandse economie in 2020 [is] een nieuw record”) blijkt op grond van de reguliere kwartaalraming dat de kredietcrisis nog steeds het klassement aanvoert (Figuur 1).

Figuur 1 Jaarmutaties kerngrootheden in procenten

Bron: CBS, geraadpleegd op 26 maart 2021

De consumptie van de huishoudens is weliswaar sterker gekrompen dan in 2009, want wat je niet mag uitgeven kun je niet uitgeven zelfs als je dat graag zou willen. Echter voor de buitenlandse handel - en vooral de bedrijfsinvesteringen - is de krimp veel kleiner uitgevallen dan tijdens de kredietcrisis. Econoom (en goede vriend) Frank Kalshoven brengt naar aanleiding van de CBS-bijstelling van “grootste krimp ooit gemeten” naar “een crisis die vergelijkbaar is met de kredietcrisis” een ode aan de veerkracht van de Nederlandse economie (Kalshoven 2021). Het is overigens zeer waarschijnlijk dat de coronakrimp ook in de meest recente reguliere raming wordt overschat, dat blijkt uit een historisch onderzoek van de bijstellingen en een analyse van de door het  CBS gehanteerde seizoenscorrectie (Van Bergeijk 2021a, Abeln en Jacobs 2021).

De krimp valt mee. Nederland winkelt digitaal als nooit tevoren: 94% van de consumptie blijft overeind.

De ode van Kalshoven is geen atonale aria maar een terechte lofzang op het aanpassingsvermogen van burgers en bedrijven. In MeJudice schreef ik het op 1 april, 2020 zo: “Waar de mens besloten heeft een activiteit af te sluiten om het virus te stoppen is het crisis, maar elders pakken mensen aan en neemt de activiteit toe. We weten ook dat de aanpassingen die zich voltrekken nooit direct in de statistieken te zien zullen zijn. Het gaat om nieuw en ander werken en daar is onze statistiek simpelweg niet op berekend. We missen de aantrekkende nieuwe activiteit en concentreren ons op het meten van het oude dat voor een gedeelte wegvalt. We moeten oppassen niet te vervallen in analyses die bij de vorige crises hoorden.” (van Bergeijk 2020b). De sluiting van horeca, winkels, buitenlands toerisme, groeps- en sportevenementen, culturele instellingen en zo verder beperkt de consumptie vanzelfsprekend sterk. Toch valt de krimp mee. Nederland winkelt digitaal als nooit tevoren: 94% van de consumptie blijft overeind. Hard gelach en persoonlijke drama’s vinden we in de lockdown-sectoren, maar elders bloeien activiteiten op. Er zijn dus veel winnaars naast de verliezers – ook dat is een dynamische markteconomie. We weten tenslotte dat het beeld van de consumptie neerwaarts vertekend is omdat de thuisproductie sterk is opgelopen; die thuisproductie telt straks mee in de Nationale Rekeningen maar de informatie daarover moet nog beschikbaar komen.

Afwijkend overheidsgedrag

Het financieel economische overheidsgedrag tijdens de coronacrisis wijkt sterk af van dat gedurende de kredietcrisis. Het monetaire beleid doet weliswaar ogenschijnlijk wat het deed (massieve liquiditeit injecties), maar het dient het oude medicijn toe voor een nieuwe ziekte met behoorlijke bijwerkingen. In een economie met vraagbeperking stroomt die liquiditeit naar de markten voor vermogenstitels: zie hier waarom de huizenprijzen stijgen en de aandelenmarkten records vestigen. Het valt niet uit te sluiten dat de financiële markten de anatomie van de coronacrisis beter begrijpen; maar vooralsnog lijkt asset inflation in een repressed inflation economie de meest voor de hand liggende verklaring. De generaals van de centrale banken zijn de vorige oorlog aan het voeren (van Bergeijk 2021b).

Het meest schokkend is echter te zien dat de overheidsinvesteringen die, in reactie op de kredietcrisis nog met 10% stegen, in 2020 zijn gekrompen.

De overheidsconsumptie stokt waar deze in 2009 met 3% groeide. Het mechanisme is helder. Er wordt maximaal thuisgewerkt, de verwarming staat op het ministerie en het gemeentehuis laag, de verlichting is uit, potloden en bureaus slijten niet, de koffieautomaat staat droog en er zijn geen vergaderingen, congressen en andere groepsactiviteiten. Begrijpelijk dat de overheidsconsumptie dan stokt, maar dat had ook veel slimmer gekund (Van Bergeijk 2020a): geef onze 300.000 ambtenaren een thuiswerkstoel, een geluid-neutraliserende koptelefoon, een bureaulamp en een groot scherm. Voeg daaraan toe een reclamecampagne voor het er in hameren van de coronamaatregelen, het vasthouden van de motivatie en het delen van tips of hints. Zet de advisering door de financiële dienstverlening en universiteiten over het pandemiebestendig maken van de economie (voor de volgende ziekte ‘X’) in gang. Bij elkaar zou dat een impuls hebben opgeleverd die vergelijkbaar was met de groei van de overheidsconsumptie in 2009: het zou bedrijven geholpen hebben te overleven zonder overheidssteun en we hadden value for money gehad in plaats van het rondpompen van geld: au fond de grootste inkomensoverdrachtoperatie in de naoorlogse geschiedenis en omdat belasting uiteindelijk wordt gedragen door de minst mobiele productiefactor – een inkomensoverdracht van arbeid naar kapitaal.

Dom beleid

Het meest schokkend is echter te zien dat de overheidsinvesteringen die, in reactie op de kredietcrisis nog met 10% stegen, in 2020 zijn gekrompen. Daarbij past maar één kwalificatie “dom beleid”. Anders dan wat de regering heeft gesuggereerd zijn de overheidsbestedingen procyclisch geweest. De steunpakketten (TVL, NOW, TOZO en TOINK) zijn vormgegeven zodat ze helemaal mee-ademen met de lengte en omvang van lockdown, maar steun is louter inkomensoverdracht. Op de achterkant van een sigarendoos valt uit te rekenen dat de coronakrimp 2,5% geweest zou zijn indien er niet was gekozen voor het louter rondpompen van geld maar voor een combinatie van gerichte economisch productieve overheidsuitgaven en een vangnet (waarop dan minder beroep nodig zou zijn geweest).

Slot

Men kan er begrip voor hebben dat snel massale steun geboden moest worden bij de uitbraak van het coronavirus, maar het is teleurstellend dat de overheid daarna haar tijd, energie en middelen vooral gericht lijkt te hebben op het openstellen van de economie. Ook de bijzonder effectieve lobby van het bedrijfsleven is gedomineerd door de verliezers van de coronacrisis met te weinig oog voor de corona-groeisectoren en het algemeen belang. Het was rationeel geweest de activiteiten die wel doorgang konden vinden centraal te stellen in het beleid. Het beleid heeft nu bedrijven in stand gehouden die failliet zouden zijn gegaan zonder de coronacrisis. Dat is ongezond in een markteconomie. Dat is ook ongezond voor het herstel.

Literatuur

Abeln, Barend en Jan Jacobs (2021), Duiding krimp als record is voorbarig door coronacorrecties CBS, ESB.

Bergeijk, Peter van (2020a), Neem de veerkracht van de economie serieus, ESB.

Bergeijk, Peter van (2020b), Naar een pandemie-resistente economie, Me Judice.

Bergeijk, Peter van (2021a), CBS duiding ‘recordkrimp’ is onwetenschappelijk, ESB.

Bergeijk, Peter van (2021b), Pandemic Economics: Edward Elgar.

Kalshoven, Frank (2021) Ode aan de veerkracht: de economie heeft het wonderwel gedaan.

Te citeren als

Peter van Bergeijk, “Overheidsbestedingen blijken procyclisch tijdens de coronacrisis”, Me Judice, 1 april 2021.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding door 'David'

Ontvang updates via e-mail