Inleiding
Met aan kwaadaardigheid grenzende razernij pogen Trump en zijn paladijnen nationaal en internationaal de sinds het einde van WO II opgebouwde democratische en economische ordening om zeep te helpen. Onder het motto “Make America Great Again” lijkt het doel de VS in een multipolaire wereld de positie van leidende grootmacht te laten behouden. Dit doel heiligt kennelijk veel middelen, chantage wordt niet geschuwd. In korte tijd verkeren de VS op voet van oorlog met zowel de rest van de boze buitenwereld als de binnenlandse instituties. Onderbouwing en uitvoering van dit nieuwe beleid is fragmentarisch en chaotisch en wordt gekenmerkt door populisme van het zuiverste water. Immers, alles wat als schadelijk voor de VS wordt gepercipieerd is altijd de schuld en bewuste opzet van de ander.
Deze bijdrage beperkt zich tot de macro-economische implicaties voor de VS van Trumps financieel-economische beleidsinzichten. Centraal in dit denken staat enerzijds dat door tal van onoorbare praktijken van handelspartners de betalingsbalans van de VS zwaar uit het lood is geslagen. Anderzijds zijn grote delen van de traditionele maak-industrie en de daarmee verbonden banen zo goed als verdwenen. Het beleid richt zich op herstel van betalingsbalansevenwicht, beter gezegd herstel van evenwicht op de goederenbalans, en het ''terugbrengen van alle industriële banen die ons ontstolen zijn''. De beleidsmix die beide doelen binnen bereik moeten brengen bestaan uit invoerheffingen en de bijzondere ideeën over herstructurering van staatsschuld die in het zogenoemde “Mar-a-Lago Akkoord” worden beschreven (Miran, 2024).
De Amerikaanse economie van voor 2025
Gedurende de voorbije 20 tot 25 jaar heeft de VS, in tegenstelling tot Europa en Japan, een bijzonder succesvolle transitie van landbouw en industrie naar dienstverlening en ICT-diensten weten te bewerkstelligen (Draghi 2024, De Ridder 2024). Het aandeel van de industrie in het totale BBP nam van 14,5% in 2000 af naar ruim 10% in 2024. Over dezelfde periode bezien nam het aandeel in het BBP van ICT-diensten toe van ca. 4% tot meer dan 10%. Van 2000 tot en met 2024 bedroeg de jaarlijkse BBP-groei gemiddeld meer dan 2%, steeg de arbeidsproductiviteit met 1,3% en nam de werkgelegenheid jaarlijks met 0,8% toe. De werkloosheid had met 4% van de beroepsbevolking in 2024 het laagste peil ooit bereikt.
Aan deze “Goldilocks Economy” lijkt nu een einde te komen. Immers, het dreigen met en het opleggen van invoerheffingen alsook het vooralsnog eenzijdige voornemen de Amerikaanse staatsschuld te herstructureren kunnen de Amerikaanse economie ernstige averij bezorgen.
Met de opkomst van China en Taiwan als de “fabrieken van de wereld” globaliseerde de wereldeconomie, breidden handels- en kapitaalstromen gedreven door comparatieve voordelen zich uit en namen specialisatie en complexiteit van toeleveringsketens toe. Naast welvaartswinst en de succesvolle Amerikaanse specialisatie in ICT was een van de andere gevolgen achterblijvende groei voor de Amerikaanse industrie (0.8% per jaar) en afneming van industriële werkgelegenheid (-1,2% per jaar). De arbeidsproductiviteitsstijging van 2% per jaar werd veroorzaakt door de combinatie van verdere automatisering van bestaande industriële activiteiten en afbouw van de minst efficiënte. Invoer uit het buitenland kwam daarvoor in de plaats.
Grafiek 1 laat zien dat het Amerikaanse tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans de afgelopen 13 jaar om en nabij de 3% van het BBP beliep, bijna de helft van het tekort in de jaren die de opmaat vormden tot de financiële crisis van 2008, een periode die gekenmerkt werd door uitbundige monetaire verruiming. Het tekort op de lopende rekening van de betalingsbalans heeft dus niet die dramatische omvang bereikt die de Trump-administratie ons wil doen geloven.
Daar komt bij dat gedurende de voorbije decennia het buitenland maar al te graag in de VS wilde investeren en beleggen, waardoor financiering van het lopende rekening tekort geen problemen opleverde. Integendeel, spaaroverschotten elders in de wereld (grafiek 2) werden aangetrokken door de grotere economische dynamiek in de VS, de naar verhouding aantrekkelijke rendementsvooruitzichten, de diepe en geïntegreerde kapitaalmarkt alsmede de zekerheid van een betrouwbare overheid wiens handelen werd geborgd door tal van instituties alsmede wet- en regelgeving. Zo ontstond een situatie waarin ex ante de netto instroom van kapitaal het tekort op de lopende rekening overtrof. Het ex post evenwicht tussen beide zaken werd daarom bereikt bij hogere assetprijzen, i.e. hogere beurs- en obligatiekoersen en een hogere koers van de dollar.
Grafiek 1. Amerikaanse in- en uitvoer en saldo lopende rekening als % van BBP. (links)
Grafiek 2. Spaaroverschotten 2024 in mld. $. (rechts)

Bron: FRED / Bron: IMF
Aan deze “Goldilocks Economy” lijkt nu een einde te komen. Immers, het dreigen met en het opleggen van invoerheffingen alsook het vooralsnog eenzijdige voornemen de Amerikaanse staatsschuld te herstructureren kunnen de Amerikaanse economie ernstige averij bezorgen. Temeer wanneer de gevolgen van sterk toenemende onzekerheid, door het wispelturige en grillige Amerikaanse beleid veroorzaakt, worden meegewogen.
Invoerheffingen
Op 2 april werden, tijdens Trumps zogenoemde “Liberation Day,” voor tal van landen ‘’wederkerige importheffingen’’ bekend gemaakt. Zelfs een “wetenschappelijke” onderbouwing voor deze heffingen ontbrak niet: een gewichtig aandoende formule met zelfs enkele symbolen uit het Griekse alfabet. Onnodig ingewikkeld en bovendien klinkklare onzin. De ceteris paribus onderbouwing van importheffingen kan veel eenvoudiger. Deze is, gegeven de prijselasticiteit van de invoer, terug te leiden tot het antwoord op de vraag met welk percentage invoerprijzen (door importheffingen) moeten stijgen opdat de afname van het invoervolume de goederenbalans weer in evenwicht brengt. Is de prijselasticiteit van de invoer gelijk aan één, dan is de additionele invoerheffing in procentpunten gelijk aan het handelstekort als percentage van de invoerwaarde. Bedraagt de prijselasticiteit twee, dan halveert de additionele invoerheffing. Collegestof dus voor eerstejaars studenten op vanzelfsprekend een bijzonder hoog abstractieniveau en met een hele dikke streep onder de ceteris paribus voorwaarde. De door de Trump-administratie gemaakte analyse is misleidend, want partieel, beperkt zich louter en alleen tot het eerste ronde substitutie effect en schenkt geen enkele aandacht aan de gevolgen van tal van terugkoppelingen die in een economie bestaan:
- Importheffingen zullen door importeurs aan de eindverbruikers (voor een groot deel) worden doorgegeven. Bovendien is het niet onwaarschijnlijk dat binnenlandse bedrijven de heffingen zullen aangrijpen om hun brutomarges te vergroten. De inflatie zal dus toenemen.
- Deze prijsstijgingen zullen, in tegenstelling tot wat beweerd wordt, niet tijdelijk zijn wanneer de lonen, met wellicht enige vertraging, de prijzen volgen. De kans op een langdurig hoger inflatietempo ligt dan in het verschiet, evenals een verslechtering van de (in dollars gemeten) concurrentiepositie van het exporterende Amerikaanse bedrijfsleven.
- Op de korte termijn zal er in ieder geval sprake zijn van reëel inkomensverlies, met dus negatieve gevolgen voor bestedingen en economische groei.
- Vermogenseffecten spelen in de VS een rol van betekenis, aangezien veel Amerikanen hun oudedagsvoorziening opbouwen via fiscaalvriendelijke regelingen (401k) - die beduidend meer zijn blootgesteld aan aandelen (ca. 60%) dan in bijvoorbeeld de EU (<20%). De reeds opgetreden koersdalingen zullen bestedingen en dus de groei onder druk zetten.
- China heeft onmiddellijk vergeldend geantwoord en lijkt niet van plan om in te binden. Integendeel, gelet op de recente uitvoerbeperking van cruciale aardmetalen, met dus problemen in de Amerikaanse toeleveringsketen als gevolg. Wat de EU gaat doen valt nog te bezien en zal afhangen van de uitkomst van het handelsoverleg met de VS.
- De na te streven verschuiving van invoer naar binnenlandse productie is gedoemd te mislukken. De arbeidsmarkt, mede in verband met het terugdringen van arbeidsmigratie, laat dat niet toe. Het melodramatische geroeptoeter dat miljoenen banen in de industrie verloren zijn gegaan en dat deze nu zullen worden teruggehaald is wensdenken. De werkloosheid in de VS is nog nooit zo laag geweest, hetgeen betekent dat de maximaal haalbare economische groei wordt bepaald door de natuurlijke groei, d.w.z. de som van de groei van de beroepsbevolking en de structurele arbeidsproductiviteitsstijging.
- Vertrouwenseffecten en onzekerheid veroorzaakt door de Trumponomics zullen het vestigingsklimaat en de bedrijfsinvesteringen alleen maar onder druk zetten. Met dus de mogelijkheid dat de gegarandeerde groei gedurende enige tijd onder het maximaal haalbare komt te liggen.
- Voorts mag worden betwijfeld of de tot voor kort zo grote aantrekkelijkheid van de VS voor buitenlandse beleggers en investeerders zal aanhouden. Landenblokken, zoals de EU, zouden wel eens hun globale handels- investerings- en beleggingsstrategie kunnen gaan heroverwegen en de VS langzaam maar zeker de rug toekeren. Dit zou ertoe kunnen leiden dat de dollar deprecieert, de positie als sleutelvaluta wordt ondergraven, aandelen- en obligatiekoersen zullen dalen met (forse) rentestijging als gevolg. Financiering van zowel het betalingsbalanstekort als het overheidstekort zal dan een lastiger opgave worden.
Gelet op het bovenstaande lijkt een stagflatiescenario, trage economische groei in combinatie met hardnekkige inflatie, waarschijnlijk. Swank en Van der Windt hebben onlangs in deze context, op basis van een door hen ontwikkeld macro-economisch model voor de VS, interessante becijferingen gepubliceerd over de macro-economische gevolgen van invoerheffingen en daarop aansluitende vergelding. De uitkomsten van deze modelexercitie lijken het stagflatiescenario te bevestigen (Swank en Van der Windt, 2025).
Herstructurering Amerikaanse staatsschuld
Kort samengevat komt het Mar-Al-Lago Akkoord erop neer dat volgens de auteur Stephen Miran, een van Trumps belangrijkste economische adviseurs, de dollar door zijn rol van reservemunt structureel is overgewaardeerd. Volgens Miran is deze overwaardering een belangrijke reden waarom de Amerikaanse handelsbalans een structureel tekort vertoont en Amerika’s industriële basis heeft uitgehold. Hij oppert tal van mogelijkheden om de waarde van de dollar te verlagen en komt tenslotte uit bij een plan waarin als eerste stap hoge wederkerige invoerheffingen worden opgelegd. Vervolgens worden crediteuren uitgenodigd herstructurering van de in hun bezit zijnde Amerikaanse staatsschuld te accepteren. Concreet stelt hij voor om kortlopend Amerikaans staatspapier in bezit van deze crediteuren om te zetten in een 100 jarige staatslening met een rentecoupon van nul. In ruil waarvoor deze onder de Amerikaanse veiligheidsparaplu mogen plaats nemen en de aan hen eerder opgelegde invoerheffingen weer geheel of gedeeltelijk worden teruggedraaid.
Wanneer daadwerkelijk uitvoering zal worden gegeven aan deze exotische ideeën uit het Mar-Al-Lago Akkoord zal de dollar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid verder depreciëren. Niet langs de lijnen zoals beschreven in het akkoord, maar door de verder toenemende chaos, angst en onzekerheid.
Het plan maakt handig gebruik van de idee dat voor de meeste crediteuren de in dollars gedenomineerde vorderingen “too big to fail” zijn. Prettige bijvangst van deze herstructurering is dat de rentelast op de Amerikaanse staatsschuld zal afnemen. Hoe vervolgens de gewenste depreciatie van de dollar plaats vindt blijft in de woordenbrij van zowel Miran als zijn exegeten wat onduidelijk (Quaedvlieg, 2025). Waarschijnlijk is de gedachte dat het aanbod van kortlopend staatspapier kleiner wordt wat ceteris paribus aanleiding geeft tot koersstijging en derhalve leidt tot een lager effectief rendement voor deze beleggingscategorie. Beperkt Mirans ingreep zich tot de kortere kant van de markt, dan zal de zogenoemde yield curve steiler verlopen dan voorheen. Beleggers zullen dan hun heil elders in de wereld zoeken wat tot minder vraag naar en dus depreciatie van de dollar leidt. Een nogal wild plan dat kennelijk zonder frictie en onrust gerealiseerd zou kunnen worden. In een commentaar op Mirans plannen merkt Paul de Grauwe dan ook terecht op “Trump heeft geen benul van wat hij aan het doen is. Dan trek je charlatans aan met exotische ideeën” (De Grauwe, 2025).
De vraag is overigens of depreciatie van een munt een blijvend concurrentievoordeel oplevert. Immers, indien depreciatie-effecten volledig in de prijzen worden doorgegeven en lonen op hun beurt volledig voor deze prijsstijgingen worden gecompenseerd haalt depreciatie op termijn niets uit. Er is slechts sprake van een tijdelijk durend voordeel. Er ontstaat een proces van haasje over springen, waarin de concurrentiepositie door de loon-prijsspiraal keer op keer verder wordt uitgehold, waarna een volgende depreciatieronde volgt. Frankrijk, Italië, Spanje, Portugal, Griekenland en België hebben tot de introductie van de Euro op deze wijze het hoofd boven water weten te houden. Voor een aantal Zuid-Amerikaanse landen en Turkije is het vandaag de dag nog immer staande praktijk. Wanneer daadwerkelijk uitvoering zal worden gegeven aan deze exotische ideeën uit het Mar-Al-Lago Akkoord zal de dollar met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid verder depreciëren. Niet langs de lijnen zoals beschreven in het akkoord, maar door de verder toenemende chaos, angst en onzekerheid. De recente koersontwikkelingen van Amerikaanse aandelen, Amerikaans schuldpapier en van de dollar geven een eerste doorkijkje naar wat de wereld en de VS in het bijzonder dan nog te wachten staan. Namelijk, wat nu al genoemd wordt, de-Amerikanisering van internationale beleggingsportefeuilles.
Besluit
De machtspolitiek van Trump en zijn vazallen trekken, na slechts 100 dagen aan het bewind, reeds diepe sporen door het politieke en financiële landschap. Wat er in de reële economie staat te gebeuren laat nog even op zich wachten. Internationale instellingen, zoals het IMF, stellen de groeivooruitzichten wel al stapje voor stapje neerwaarts bij. Voor zover financiële markten op dat terrein een voorspellende waarde hebben staan de VS niet veel goeds te wachten.
In mindere mate geldt dat ook voor de rest van de wereld. Of Trump met zijn tot dusverre vormgegeven financieel-economisch beleid alle gewenste doelen (evenwichtiger handelsbalans, kleiner overheidstekort, heropbouw van de Amerikaanse maak-industrie en beteugeling inflatie) zal weten te realiseren valt op zijn zachtst gezegd te betwijfelen. De meest waarschijnlijke uitkomst is dat, naast een heropleving van de Amerikaanse inflatie, de gecreëerde chaos zal leiden tot verder verlies aan vertrouwen en toenemende onzekerheid. De daardoor op gang komende verlegging van kapitaalstromen zal financiële markten verder onder druk zetten als gevolg waarvan rendementseisen zullen worden opgeschroefd, rentes zullen stijgen en de dollar verder zal depreciëren. Wellicht zal in die omstandigheden het saldo op de lopende rekening iets kunnen verbeteren, maar zal de financiering van het overheidstekort bij oplopende rentelasten nog een hele opgave worden. De zo gewenste herindustrialisering van de VS verdwijnt dan definitief uit het zicht en de kans op economische krimp zal dan waarschijnlijker worden. Zo dit scenario zich dreigt te gaan voltrekken verdwijnt de door Trump beloofde Gouden Eeuw voor Amerika achter de horizon en ziet alleen al om die reden de nabije toekomst er somber uit. Want een kat in het nauw maakt rare sprongen.
Referenties
De Grauwe, P (2025) Het radicale plan om de dollar te verzwakken, met een mes op onze keel. De Tijd, maart 2025
De Ridder, P.B (2024) Hoe Europa steeds verder achterop raakte (en raakt). Me Judice november 2024
Draghi, M (2024) The Future of European Competitiveness. Europese Commissie 2024
Miran, S (2024) A User’s Guide to Restructuring the Global Trading System. Hudson Bay Capital, november 2024
Quaedvlieg, R (2025) US Watch – Tariffs are not the endgame. Macro Watch ABN AMRO, maart 2025
Swank, J en N. van der Windt (2025) Reageer niet op Trumps importtariefverhogingen. ESB, februari 2025
Te citeren als
Peter de Ridder, “Trumponomics: Een chaotisch economisch experiment, met de wereldeconomie als inzet”,
Me Judice,
24 april 2025.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding:
Trump van IoSonoUnaFotoCamera,