Arbeidsproductiviteit en brede welvaart
Een groei van de arbeidsproductiviteit draagt niet alleen bij aan een gezonde economie en een sterkere concurrentiekracht van bedrijven. Het helpt ook om publieke voorzieningen op peil te houden, ons sociale stelsel te behouden en om maatschappelijke transities te realiseren. Arbeidsproductiviteit speelt een sleutelrol in het draaiende houden van de maatschappij en het bevorderen van brede welvaart. Een hogere arbeidsproductiviteit leidt tot meer economische middelen die kunnen worden geïnvesteerd in publieke diensten en voorzieningen. Dit draagt bij aan een hogere levenskwaliteit en welzijn voor de samenleving als geheel.
Sturen op brede welvaart vereist een breuk met traditionele beleidsparadigma’s die voornamelijk gericht zijn op marktfalen en economische groei. Dit volstaat niet om complexe maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Transitiefalen dient hieraan toegevoegd te worden als uitgangspunt. Transitiefalen benadrukt dat het bestaande socio-technische systeem structurele beperkingen heeft. Overheidsbeleid moet daarom gericht zijn op systeemveranderingen, zoals de overgang naar een circulaire economie of energieneutrale samenleving, om zo te bewegen naar een duurzame, inclusieve en toekomstbestendige samenleving.
Achtergrond themanummer Brede Welvaart |
Dit artikel is onderdeel van het themanummer over Brede Welvaart (week 8, 2025). De serie kwam in samenwerking met Tilburg University tot stand. Centrale vraag: ‘’Hoe zorgen we ervoor dat Brede Welvaart écht het verschil gaat maken?’’. De andere artikelen van de reeks zijn hier te lezen. |
Meer vraag dan aanbod van arbeid
De omgekeerde bevolkingspiramide is een demografische ontwikkeling die we met z’n allen al lange tijd zagen aankomen. Maar inmiddels is het zover: steeds meer babyboomers bereiken hun pensioengerechtigde leeftijd, terwijl er lang niet genoeg jongeren zijn om het wegvallen van die arbeidskrachten te compenseren. Dit is een uitdaging voor alle EU-landen. Daarbij is de arbeidsparticipatie in ons land momenteel zo hoog dat het maximum haalbare toch wel zo’n beetje is bereikt. Inmiddels is er meer werk dan dat er werkenden zijn. Naar verwachting zal de vraag naar arbeid alleen nog maar verder toenemen, omdat er de nodige maatschappelijke opgaven liggen, zoals de energie- en circulaire transitie, waarbij er ambitieuze doelstellingen moeten worden behaald.
De grote opgave is om met minder mensen meer waarde te creëren. Arbeidsproductiviteitsgroei is daarmee een belangrijke voorwaarde voor de toekomstige creatie van welvaart en welzijn in Nederland.
Meer arbeidskrachten vanuit het buitenland aantrekken lijkt niet een reële oplossing voor dit tekort aan arbeidskrachten, aangezien de Nederlandse regering op het vlak van immigratie juist een ontmoedigingsbeleid voert. Bovendien zijn onze buurlanden evengoed op zoek naar het talent van internationale kenniswerkers en woedt er een heuse concurrentiestrijd tussen de landen. Blijft over: het aanjagen van de arbeidsproductiviteit. De arbeidsproductiviteitsgroei in ons land laat echter al jarenlang een vertraging zien, blijkt uit onze analyse. Daarbij doet Nederland het ook nog eens slechter dan veel vergelijkbare landen. Op dat vlak valt er dus nog veel winst te halen. Het is zaak om de productiefactoren arbeid en kapitaal op de meest productieve manier in te zetten. De grote opgave is om met minder mensen meer waarde te creëren. Arbeidsproductiviteitsgroei is daarmee een belangrijke voorwaarde voor de toekomstige creatie van welvaart en welzijn in Nederland.
Onze analyse laat veel mogelijke oorzaken zien van de achterblijvende arbeidsproductiviteitsgroei van Nederland. Wat echter opvalt is dat er in ons land steeds meer bedrijfsactiviteiten zijn gekomen die draaien op goedkope arbeid. Dat heeft er in de afgelopen decennia toe geleid dat arbeidsintensieve sectoren, met minder potentie voor arbeidsproductiviteitsgroei, een steeds groter aandeel in de Nederlandse economie hebben gekregen. De Nederlandse economie is vooral gegroeid doordat de gemiddelde werknemer meer uren per jaar is gaan werken, in mindere mate doordat men productiever is gaan werken. Wat er moet gebeuren? Nederland doet er verstandig aan in te zetten op een economische structuurverandering, met meer bedrijfsactiviteiten waar zowel de potentie als prikkels om te investeren in arbeidsproductiviteitsgroei groter zijn. In een breder deel van de economie meer in R&D en innovatie investeren en daarbij voldoende geld beschikbaar stellen voor de levenslange scholing en ontwikkeling van medewerkers: dát zou echt helpen om de arbeidsproductiviteitsgroei de benodigde oppepper te geven.
De machine-industrie als sprekend voorbeeld, maar noodzaak voor verbreding van de basis
Meer investeringen in R&D, innovatie adoptie en menselijk kapitaal is dus de weg voorwaarts. Daarbij geven innovatieve bedrijven als ASML het goede voorbeeld. Als je kijkt naar het grootste deel van de industrie in Nederland, dan zie je dat veel industrietakken nauwelijks tot productiviteitsgroei komen. Zoom je vervolgens verder in op de machine-industrie, dan zie je op dat vlak juist een opvallend goed cijfer.
In een breder deel van de economie meer in R&D en innovatie investeren en daarbij voldoende geld beschikbaar stellen voor de levenslange scholing en ontwikkeling van medewerkers: dát zou echt helpen om de arbeidsproductiviteitsgroei de benodigde oppepper te geven.
CBS-cijfers onderbouwen dat: in de periode 2020 tot en met 2023 behaalde de machine-industrie een arbeidsproductiviteitsgroei van 1,6 procent, terwijl de rest van de industrie niet verder kwam dan een schamele 0,1 procent. En hoewel het CBS niet aangeeft waar dat toch wel opmerkelijk grote verschil vandaan komt, is het vast geen toeval dat bedrijven in de machine-industrie veel aan R&D doen, zeer innovatief zijn en dat hun succes voor een groot deel afhankelijk is van de kennis, vaardigheden en vindingrijkheid van hun medewerkers. Dat vraagt om grote investeringen, maar vervolgens kan er wel een vliegwieleffect ontstaan: de combinatie van R&D en de constante aandacht voor scholing en ontwikkeling van medewerkers vergroot de kans op succesvolle innovaties, waardoor er extra geld beschikbaar komt, wat weer voor een deel kan worden gebruikt voor R&D en scholing, en ga zo maar door. Eigenlijk het verhaal van ASML in een notendop. Daar is goed te zien dat investeringen in R&D en een duidelijke innovatiecultuur een vruchtbare basis vormen voor productiviteitsgroei.
De grote uitdaging voor Nederland is nu om de succesvolle aanpak van machinefabrikanten en hun toeleveranciers te vertalen naar andere sectoren. Dit is nodig omdat R&D-investeringen in Nederland nu sterk geconcentreerd zijn in een relatief klein aantal grote bedrijven. In deze smalle basis schuilt een risico. De maatschappelijke baten van R&D zullen groter zijn als een groter deel van de bedrijvenpopulatie betrokken is in het proces van R&D en innovatie.
AI en robotisering als oplossingsrichting?
In Den Haag is de noodzaak van een hogere arbeidsproductiviteit al goed doorgedrongen. Zo werkt het kabinet momenteel aan een productiviteitsagenda met aanbevelingen die moeten helpen om de arbeidsproductiviteit in ons land aan te jagen. Hoewel het nog gissen is welke aanbevelingen dat precies worden, is de kans groot dat er veel aandacht zal zijn voor de mogelijkheden van digitalisering – AI in het bijzonder – en robotisering. Dat zijn in ieder geval oplossingsrichtingen die al expliciet in het regeerakkoord worden genoemd. En bij dat alles is één ding alvast zeker: het zal een uitdaging worden om ook het mkb op het gewenste groeipad te krijgen. In vergelijking met grote bedrijven investeren mkb’ers namelijk minder in R&D en kiezen ze ook minder snel voor innovatieve technologie om hun productiviteit te verhogen. Het is zaak hier de barrières weg te nemen en sterk in te zetten op de toepassing van technologische en sociale innovaties en daarmee de kennisspillovers van grote bedrijven naar kleine bedrijven te vergroten. Krachtige (regionale) ecosystemen die de werelden van werken, leren en innoveren verbinden kunnen MKB-bedrijven hierbij ondersteunen, en innovatie adoptie versnellen.
Om in Nederland langdurig tot een snellere groei van de arbeidsproductiviteit te komen, en daarmee brede welvaart te stimuleren, is er een structuurverandering van de economie nodig.
Automatisering is maar een deel van de oplossing. Daarnaast is het minstens zo belangrijk om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de arbeid hoog blijft en menselijke arbeid op waarde wordt geschat. In sommige sectoren kom je een heel eind met AI, robots en andere mensgerichte arbeidsbesparende technologie, maar er is in ons land ook veel arbeidsintensief werk dat je niet zo snel kunt digitaliseren of robotiseren. Als je bijvoorbeeld kijkt naar het onderwijs, dan is daar minder ruimte om innovatieve technologie in te zetten om de arbeidsproductiviteit te verhogen. En op plekken waar digitalisering en robotisering wel een groot verschil kunnen maken, heb je mensen nodig die precies weten hoe ze op de juiste manier met die technologie moeten omgaan. Immers, niet alleen werktaken veranderen, soms ontstaan ook nieuwe functies. Daarnaast vraagt digitalisering en robotisering vaak ook organisatorische innovatie, bijvoorbeeld in de organisatie van activiteiten, samenwerking met ketenpartners en nieuwe businessmodellen. Introduceren van een nieuwe technologie is één ding, maar het vervolgens ook succesvol toepassen, lukt alleen als mens, technologie en organisatie en keten goed op elkaar zijn afgestemd.
Mix van maatregelen nodig
De overheid kan met nieuw innovatiebeleid sturen op een hogere arbeidsproductiviteit, maar er bestaat niet zoiets als een quick fix. Er is een mix van maatregelen nodig, zowel vanuit de overheid als vanuit het bedrijfsleven zelf, waarbij de aanvliegroute per sector zal verschillen. Het probleem is inmiddels dusdanig verankerd dat er een fundamentele verandering van de arbeidsmarkt nodig is om die situatie te doorbreken. Sterker nog: om in Nederland langdurig tot een snellere groei van de arbeidsproductiviteit te komen, en daarmee brede welvaart te stimuleren, is er een structuurverandering van de economie nodig. Dat is een ingrijpend en complex proces dat veel tijd zal kosten en dat ingrijpende socio-technische systeemveranderingen teweeg moet brengen die leiden tot nieuwe, duurzame producten, processen en diensten die bijdragen aan brede welvaart.
Ondertussen zijn er al wel zaken waar snel een start mee gemaakt kan worden, zoals het versterken van de leercultuur bij bedrijven en het betrekken van medewerkers bij innovatie. Dit creëert een voedingsbodem voor continue vernieuwing. Mensen zijn immers geen robots. Het nadeel is dat ze niet non-stop doorwerken, maar het voordeel is dat ze in hun werk kunnen groeien en actief mee kunnen denken over slimmere manieren om tot betere resultaten te komen. Op deze manier kunnen ze bijdragen aan de continue innovatie en verbetering van de productiviteit, die op zijn beurt weer een gunstig effect heeft op de brede welvaart.
Referenties
Bree, T. van, J. Vierhout en G. Geuskens (2025). Arbeidsproductiviteit vitaal voor verdienvermogen – Oplossingen voor achterblijvende groei. Den Haag, TNO Vector
Geurts, A., T. van Bree, W. Bolhuis en M. de Heide (2024). Innovatiebeleid voor de toekomst - Hoe we Nederland op een ander groeipad krijgen. Den Haag, TNO Vector.
Technisch weekblad, TNO en VNO-NCW (2024). R&D Top 30 2024.
Te citeren als
Thijmen van Bree, Joris Vierhout, Goedele Geuskens, “Arbeidsproductiviteitsgroei als sleutel voor Brede Welvaart”,
Me Judice,
17 februari 2025.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Duinen en stand. Door Rudi Turksema.