De wereldhandel en het koudeoorlogsdenken

De oorlog in Oekraïne roept herinneringen op aan de Koude Oorlog die tot in de jaren negentig een zeer grote invloed had op de Oost-Westhandel. We weten uit observatie dat ontspanning tussen de grootmachten na de val van het IJzeren gordijn heeft geleid tot een enorme toename van de intra-Europese, en zelfs mondiale, handel. Zullen de toenemende spanningen met Rusland nu leiden tot handelskrimp?

Potentiële invloed

Tijdens de Koude Oorlog werd de handel op het Europese continent aanzienlijk verstoord, zowel door het streven van het Oostblok naar zelfvoorziening en door de moeilijkheden die werden veroorzaakt door het gebrek aan harde en convertibele valuta in het Oosten.  Daarnaast werden er door het Westen embargo's opgelegd, vooral op civiele goederen met militair gebruik, technologisch geavanceerde goederen en voedsel. De invloed van de politieke verhoudingen op de wereldhandel was aanzienlijk (van Bergeijk en Oldersma 1989).

Vanzelfsprekend kunnen de bevindingen voor de jaren negentig niet zonder meer worden gebruikt om te concluderen wat de invloed van een nieuw grootmachtconflict zou zijn. De wereld en de geopolitieke verhoudingen veranderden ingrijpend. Na de val van het IJzeren herenigden de twee Duitslanden zich, werden voorheen centraal geleidde Midden-Europese landen EU-lidstaten en werden veel landen, met name China, belangrijke spelers in het wereldhandelssysteem, waardoor alternatieve bevoorradings- en exportmarkten ontstonden. Toch zijn de potentiële gevolgen van een vrieskou-relatie tussen Rusland en het Westen nog steeds aanzienlijk.

Om de potentiële impact van de terugkeer van een koude handelsoorlog in te schatten, voeren we een gedachte-experiment uit door de handelspreferenties van voor 1990 tussen Oost en West opnieuw te introduceren in een zwaartekrachtsimulatiemodel voor het wereldhandelssysteem in 2008 (van Bergeijk, 2014, 2015).

Kader 1. Zwaartekrachtmodel

De eerste stap is het schatten van het zwaartekrachtmodel, in het bijzonder de politieke handelsweerstand, voor het jaar 1988, toen de politieke spanningen tussen Oost en West nog erg groot waren. Op basis van schattingen van deze parameter voor politieke handelsweerstand, wordt vervolgens een wereldhandelspatroon met en zonder politieke handelsweerstand berekend met behulp van bevolkings- en BBP-gegevens en rekening houdend met het uiteenvallen van een aantal voormalige communistische landen, verschuivingen in hoofdsteden in Nigeria en Duitsland en de Duitse hereniging.

 

Figuur 1 rapporteert de uitkomsten. Deze resultaten moeten vanzelfsprekend niet worden gezien als nauwkeurige voorspellingen, maar eerder als een nuttige vingeroefening voor het achterhalen van de potentiële invloed van geopolitieke handelsverstoring. De berekeningen tonen dat de mondiale openheid met ongeveer 1,5% van het BBP kan verminderen. Ter vergelijking: een studie van het CPB (Veenendaal 2014) komt naar aanleiding van de annexatie van de Krim op een eenjarige daling van de relevante wereldhandel van ongeveer een anderhalf procentpunt als gevolg van toegenomen politieke onzekerheid.

Het in Figuur 1 gerapporteerde mondiale effect is groter; anders dan door het CPB in 2014 verondersteld, zal de verstoring dit keer langduriger zijn ook omdat de inzet in de huidige crisis veel hoger is. Tegelijkertijd is duidelijk dat het verlies aan handelspotentieel tijdens de Koude Oorlog groter was dan de huidige Koude Handelsoorlog. Enerzijds weerspiegelt dit het afnemend belang van Rusland voor de wereldhandel en het toenemende belang van andere opkomende economieën; anderzijds de uitbreiding van de Europese Unie in oostelijke richting. Dit verklaart ook grotendeels waarom West-Europa in de counterfactual relatief minder hard getroffen wordt dan tijdens de Koude Oorlog.

Figuur 1. Verlies aan wereldhandelspotentieel door koude handelsoorlog.

Naast verschillen laat Figuur 1 ook belangrijke overeenkomsten zien: het leeuwendeel van het handelsverlies wordt geleden door Rusland en haar bondgenoten en in vergelijking met hun BNP is het verlies aan handelspotentieel in de huidige context zelfs nog groter.

Slot

De potentiële kosten van politiek geïnspireerde handelsverstoringen kunnen niet worden verwaarloosd, hoewel de invloed ervan in de huidige context veel kleiner is. Men zou daarom kunnen stellen dat de politieke defensie- en veiligheidsaspecten relatief belangrijker lijken te zijn en dat zou een verklaring kunnen zijn voor het opschalen van het gebruik van economische strafmaatregelen tegen Rusland.

Aan dat koudeoorlogsdenken zijn ook politieke kosten verbonden. Het blijft belangrijk de les in herinnering te roepen dat Europa succesrijk wederzijdse economische afhankelijkheden heeft versterkt om de voormalige oorlogvoerende partijen Duitsland en Frankrijk te pacificeren. Ook staat het ondersteunen en bevestigen van democratie en het verminderen van politieke spanningen met de Oost-Europese landen op dat conto. Het verminderen van deze wederzijdse afhankelijkheden kan leiden tot afnemende internationale veiligheid.

Referenties

Bergeijk P.A.G. van, 2014, The return of the Cold Trade War? VoxEU

Bergeijk P.A.G. van, 2015 "Visible and invisible walls: world trade patterns and the end of the Cold War." Acta Oeconomica 65 (Nr.2): pp. 231-247.

Oldersma, H. en Peter A.G. van Bergeijk, 1989 ‘Normalisering van het Oost West handelsverkeer,' ESB  74 (nr 3737), pp. 1244-6

Veenendaal, P., K. Grabska, D. Lanser, M. Ligthart and J. de Wind (2014), Onzekerheidsvarianten bij verdere escalatie Oekraïne-conflict, CPB Achtergronddocument, Den Haag.

Te citeren als

Peter van Bergeijk, “De wereldhandel en het koudeoorlogsdenken”, Me Judice, 11 maart 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Door 'Paul van der Werf'

Ontvang updates via e-mail