Situatie rond Vitesse maakt duidelijk dat de KNVB haar licentiereglement tegen het licht moet houden

Onderwerp:

Het licentiereglement van de KNVB schiet tekort wanneer clubs uit het profvoetbal moeten verdwijnen. Het treft de clubsupporters dan te zwaar en het schaadt het maatschappelijke belang. Een nog dwingender reden voor verandering is dat het reglement strijdig is met de mededingingswet. Met nieuwe regels kan een doorstartclub van een gevallen profclub binnen een redelijke termijn weer profvoetbal spelen.

Die situatie rond Vitesse

De KNVB heeft in juli de proflicentie van Vitesse ingetrokken. De bond kreeg daarvoor in augustus steun van de rechter. Vorige week oordeelde een hoger gerechtshof echter anders: de KNVB moet Vitesse haar licentie teruggeven tot een oordeel is geveld in de door de club aangespannen bodemprocedure. Vitesse speelt daarom voorlopig weer profvoetbal.

Op langere termijn zijn er drie mogelijkheden. De eerste is dat Vitesse dankzij de bodemprocedure (en verbeterd gedrag) haar proflicentie definitief behoudt en profvoetbal blijft spelen. De tweede is dat de club haar proflicentie verliest, maar wel blijft bestaan en een doorstart in het amateurvoetbal maakt. De derde is dat Vitesse failliet gaat, wat een reële mogelijkheid is als de club de bodemprocedure verliest.

De KNVB moet Vitesse haar licentie teruggeven tot een oordeel is geveld in de door de club aangespannen bodemprocedure. Vitesse speelt daarom voorlopig weer profvoetbal.

Dit artikel gaat in op de laatste twee mogelijkheden, maar kijkt verder dan Vitesse alleen. Het geeft een algemene, kritische analyse van enkele licentieregels van de KNVB, die onder meer voor Vitesse relevant kan zijn. Het artikel begint met een beschrijving van de regels.

De KNVB-regels

Volgens de regels kan een gevallen profclub in het amateurvoetbal een doorstart maken, waarbij de divisie waarin de club terugkomt afhangt van verschillende factoren. Als een club als Vitesse blijft bestaan, mag de doorstart in de Derde Divisie beginnen (Berends, 2025), het vierde niveau van Nederland. Een na een faillissement van een profclub opgerichte doorstartclub daarentegen moet beginnen in de vijfde amateurklasse, oftewel het tiende niveau (Eulen, 2025).

Alleen een club uit de Tweede Divisie kan vanuit het amateurvoetbal, dat de Tweede Divisie en alle competities daaronder omvat, promoveren naar het profvoetbal (Eredivisie en Eerste Divisie). Zo’n club moet daartoe een verzoek indienen bij de KNVB en vervolgens gedurende 2,5 jaar toewerken naar een proflicentie (KNVB, 2025).

Een nieuwe doorstartclub moet dus zeven keer promoveren om de Tweede Divisie te bereiken, en daar dan drie seizoenen blijven alvorens naar de Eerste Divisie te mogen. Het duurt dus zeker tien jaar voor men profvoetbal speelt, en langer als men promotiekansen mist. Hierdoor is de kans op profvoetbal klein. Bij een doorstart zonder faillissement daarentegen duurt het, als men geen promotiekansen mist, vier jaar om de Eerste Divisie te bereiken. Dit maakt de kans op profvoetbal een stuk groter.

Regels in het buitenland

In Schotland ging Glasgow Rangers in 2012 failliet. Er werd toen direct een nieuwe club opgericht: Rangers FC. Die mocht in de vierde divisie beginnen. Door steun van haar vele fans promoveerde Rangers FC vervolgens drie keer, om in 2016 de Schotse topdivisie te bereiken. In 2021 werd de club landskampioen. Ook in Duitsland en Italië hebben failliete clubs een doorstart vanaf het vierde niveau mogen maken, en daarmee de kans gekregen om na drie promoties de hoogste divisie te bereiken (Willemsen, 2025).

Twee voorstellen om KNVB-regels te verbeteren

Geïnspireerd door het buitenland, stel ik voor om het KNVB-reglement op twee punten te wijzigen. Eén: elke doorstartclub van een club die voorheen uitkwam in de Eredivisie of Eerste Divisie, kan in respectievelijk de Derde of Vierde Divisie instromen. Dit geldt als een profclub failliet is gegaan én als een club haar proflicentie is verloren zonder failliet te gaan. Twee: een doorstartclub die naar de Tweede Divisie promoveert en daar het jaar daarop eerste wordt, kan meteen naar de Eerste Divisie promoveren. Met deze regels kan bijvoorbeeld de doorstartclub van een Eredivisieclub, als het geen enkele kans op promotie mist, in twee jaar de Eerste Divisie bereiken, en in drie jaar de Eredivisie. De redenen voor het voorstel staan hieronder.

Effecten bij clubs die het profvoetbal moesten verlaten

Met het voorstel kan, indien een profclub failliet is gegaan, een nieuw opgerichte doorstartclub na drie seizoenen met op het veld verdiende promotie, dus wellicht in vier of vijf jaar, op het oude niveau terugkeren. De doorstartclub heeft immers geen schulden meer, maar wel veel supporters en daardoor meer inkomsten dan andere clubs in lagere divisies. Daarbij kan het een voordeel zijn een nieuwe eigendomsstructuur te kiezen; zo zou het helpen om supporters veel zeggenschap te geven (Hilboesen, 2025). Zo bezien is het, voor bijvoorbeeld een na een eventueel faillissement van Vitesse opgerichte Arnhemse doorstartclub, niet onhaalbaar om binnen zes jaar Eredivisie te spelen.

Het voorstel heeft ook voordelen in situaties waarin een profclub (alleen maar) gevaar loopt failliet te gaan. In zo’n situatie staat de lokale overheid al gauw onder druk om financiële steun te geven.

Indien een club de proflicentie verliest maar niet failliet gaat, kan het eveneens na drie seizoenen met sportief verdiende promotie op het oude niveau terugkeren. De kans op succes hierbij hangt onder meer af van de nog bestaande schulden en de eigendomsverhoudingen.  

Hoe dan ook, in beide gevallen maken de voorgestelde regels het makkelijker om het gat in de markt te vullen dat ontstaat als een redelijk populaire profclub omvalt. Dat zal de welvaart dan flink doen stijgen. Daarbij profiteren niet alleen de fans van de gevallen profclub; het hele Nederlandse voetbal heeft baat bij een sterke doorstartclub. Ten slotte kan een succesvolle doorstart maatschappelijke voordelen bieden.

Effecten als een profclub failliet dreigt te gaan

Het voorstel heeft ook voordelen in situaties waarin een profclub (alleen maar) gevaar loopt failliet te gaan. In zo’n situatie staat de lokale overheid al gauw onder druk om financiële steun te geven. Met de voorgestelde regels wordt die druk minder. Opnieuw beginnen in de Derde of Vierde Divisie is dan een passende straf voor slecht beleid, en supporters en gemeenteraadsleden zullen die straf eerder accepteren dan het definitieve einde van de club. Hierdoor kan de overheidssteun afnemen, met alle maatschappelijke voordelen van dien.

NOS-journalist Geskus heeft de KNVB eens gevraagd of de bond doorstarts van profclubs niet beter zou moeten faciliteren. De bond antwoordde (in een mail van 25 april 2024) als volgt: “Wij zijn geen voorstander van sterfhuisconstructies en op grond van de reglementen wordt daaraan niet meegewerkt.” Bij een sterfhuisconstructie worden de schuldeisers hard getroffen. Omdat ook bij het bankroet van een profclub de schuldeisers getroffen worden, wekt het citaat de indruk dat de KNVB deze schuldeisers op lovenswaardige wijze wil beschermen, en om die reden een succesvolle doorstart na faillissement praktisch blokkeert.

De KNVB-regels helpen de schuldeisers inderdaad. Echter, de reden daarvoor is dat, omdat een succesvolle doorstart is geblokkeerd, de lokale overheid bij een dreigend bankroet onder grote druk komt te staan om de club te redden. Mede daarom geven gemeenten profclubs vaak veel geld, waarmee de schuldeisers dan (deels) worden afbetaald. Dit is echter onwenselijk. Het is eerlijker om investeerders die zelf risico hebben genomen door een club tegen soms hoge rente geld te lenen, ook zelf te laten betalen als de club problemen krijgt.

Voor het volgende punt begin ik de uitleg bij Vitesse. Stel dat, dankzij soepeler KNVB-regels, supporters van Vitesse al in 2023 hadden kunnen denken aan een kansrijke doorstart, en hun ideeën daarover openlijk hadden geuit. In dat geval had, wellicht, de grootste schuldeiser van de club, Parry, niet langer gedacht dat hij zijn geld altijd wel terug zou krijgen omdat supporters en regionale geldschieters Vitesse toch nooit zouden laten vallen. Wellicht had Parry dan toen al meer ingeleverd om Vitesse te helpen, en had de club daardoor nu minder problemen gehad. Bij andere clubs die in problemen komen, kunnen soepeler regels een soortgelijk voordeel hebben.

Met de voorgestelde regels wordt intrekking van de proflicentie een minder zware sanctie, zodat een rechter de sanctie mogelijk eerder zal steunen. Dit bevordert dan uiteindelijk de handhaving van licentieregels middels sancties.

Ten slotte kan worden opgemerkt dat een van de redenen waarom het gerechtshof Vitesse vorige week in het gelijk heeft gesteld, is geweest dat de zorgvuldigheid waarmee de KNVB het besluit tot het intrekken van de proflicentie had genomen niet in overeenstemming was met de zwaarte van de sanctie (Diepeveen, 2025). Met de voorgestelde regels wordt intrekking van de proflicentie een minder zware sanctie, zodat een rechter de sanctie mogelijk eerder zal steunen. Dit bevordert dan uiteindelijk de handhaving van licentieregels middels sancties.

Mededingingswet

Het mededingingsrecht speelde eerder bij de eventuele Europese Superleague (een competitie voor de beste Europese voetbalclubs). Bij enkele vroegere plannen hiervoor was degradatie uit, en promotie naar, de Superleague onmogelijk; de ongeveer 20, of 40, deelnemers aan de topcompetitie zouden steeds dezelfde zijn. Alleen zo’n 20, of 40, clubs zouden de consument dus nog Europees topvoetbal mogen aanbieden. Volgens juristen schond dit de mededingingswet (Parrish & Miettinen, 2008; Beck et al., 2022).

Schenden ook de licentieregels van de KNVB de mededingingswet? Deze wet beoogt te bewerkstelligen dat elke aanbieder en potentiële aanbieder op een markt een eerlijke kans krijgt om te concurreren. Volgens de KNVB-regels moet een potentiële aanbieder van profvoetbal, anders dan een club die haar proflicentie is kwijtgeraakt zonder failliet te gaan, in de vijfde amateurklasse beginnen. Zo’n club kan pas na tien jaar het profvoetbal bereiken, en dat nog alleen als geen enkele promotiekans wordt gemist. Dit is geen eerlijke kans om met andere profclubs te concurreren.

Volgens de KNVB-regels moet een potentiële aanbieder van profvoetbal, anders dan een club die haar proflicentie is kwijtgeraakt zonder failliet te gaan, in de vijfde amateurklasse beginnen [...] Dit is geen eerlijke kans om met andere profclubs te concurreren.

Voor wat betreft Vitesse kan de situatie als volgt beschreven worden: Als Vitesse failliet gaat, krijgen de 33 andere Nederlandse profclubs, op grond van regels die zij als leden van de democratische KNVB samen hebben afgesproken, het recht om voetballiefhebbers uit Arnhem en omgeving tot hun klant te maken zonder dat een aanbieder uit Arnhem hen kan beconcurreren. Dit schendt de mededingingswet.

Een club die haar proflicentie verliest maar niet failliet gaat, kan volgens de KNVB-regels (pas) na minimaal vier jaar de markt voor profvoetbal betreden. Het is de vraag of dit voldoende in lijn is met de mededingingswet

Slot

Regels moeten gehandhaafd worden, en daarvoor zijn soms (zware) sancties nodig. Het is dan ook juist dat de KNVB de proflicentie van een club als Vitesse intrekt als zij meent dat die sanctie uit de regels voortvloeit, waarbij de rechter zo’n beslissing uiteraard mag toetsen. Echter, reglementen moeten ook gewijzigd worden wanneer het algemeen belang en de mededingingswet daarom vragen. Daarom zou de KNVB succesvolle doorstarts van profclubs nu snel mogelijk moeten maken.

Of, om het wat dwingender te formuleren: als Vitesse straks de bodemprocedure verliest, kan het niet zo zijn dat de mogelijk desastreuze gevolgen voor club, stad en supporters gebaseerd zijn op een reglement dat in strijd is met de mededingingswet. Regels moeten gevolgd worden, maar wetten ook.

Referenties

Beck, H., Prinz, A., & Van der Burg, T. (2022). The league system, competitive balance, and the future of European football. Managing Sport and Leisure, 30(1), 21–44.

Berends, R. (2025). Dit wisten we nog niet over de situatie bij VitesseDe Gelderlander, 2 september.

Diepeveen, L. (2025). Gerechtshof: KNVB moet Vitesse weer toelaten tot het betaald voetbal. NRC, 3 september. 

Eulen, B. (2025). Tijd dringt voor Vitesse: derde divisie of zelfs helemaal niet spelen, dit zijn de opties. De Gelderlander, 18 augustus.

Hilboesen, N. (2025). STAK + 50 + 1: het slot op de voordeur van ons voetbal. Sport Knowhow XL.

KNVB (2025). Reactie KNVB op intrekken licentie Vitesse. 8 augustus.

Parrish, R. & Miettinen, S. (2008). The sporting exception in European Union law. Den Haag, T.M.C. Asser Press.

Willemsen, R. (2025). Deze clubs lieten al eerder zien dat er nog hoop is voor Vitesse in het profvoetbal. De Gelderlander, 12 augustus.

 

Te citeren als

Tsjalle van der Burg, “Situatie rond Vitesse maakt duidelijk dat de KNVB haar licentiereglement tegen het licht moet houden”, Me Judice, 15 september 2025.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Afbeelding 'PSV/FC Eindhoven - FC Twente' door 'Ruben Lamers'

Ontvang updates via e-mail