Begin carrière
Na zijn academische promotie werd Jarig door de toenmalige SG van het ministerie van Economische Zaken Frans Rutten in 1978 naar de directie Algemenen Economische Politiek (AEP) gehaald, als hoofd van de onderzoeksafdeling en als motor van de beleidsanalyse ter onderbouwing van het te voeren economische beleid. Het was de tijd van het aanbodbeleid en het door hem ontwikkelde macro-economische model heeft een grote rol gespeeld bij het in beeld brengen van de opbrengsten en kosten van het marktwerkingsbeleid, en later bij het in beeld brengen van het belang dat technologie en innovatie heeft voor economische welvaartsgroei. Dat laatste bracht hem na AEP bij het directoraat generaal voor Industrie & Diensten (I&D) van EZ waar hij met gedegen beleidsonderzoek richting gaf aan het te voeren industriebeleid. Het was de tijd dat het besef doordrong dat marktwerking veel goeds deed maar ook niet alle problemen kon oplossen. Daar verschenen onder zijn leiding twee met economisch onderzoek onderbouwde industriebrieven die de toon hebben gezet voor de toekomst. De eerste onder minister Hans Wijers over clusterbeleid in de Nederlandse industrie. Het luidde de beginperiode in van het keten- en netwerkdenken het industriebeleid en de inzet op publiek-private R&D-samenwerking in topinstituten van bedrijven en kennisinstellingen. De tweede, onder minister Anne-Marie Jorritsma, ging over de toekomst van de maakindustrie in Nederland. Het betekende het einde van het steunbeleid aan individuele bedrijven en het begin van een generiek technologiebeleid én het maken van keuzes voor specifieke technologievelden.
Periodes daarna
In zijn periodes daarna, bij de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (secretaris-directeur) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (plv. dg), ging Jarig het handwerk, het vakmanschap en de intellectuele uitdaging van de beleidsanalyse missen. In 2006 werd hij de Chief Economist van de ACM waar hij het economisch bureau vanaf de grond af heeft opgebouwd tot een toonaangevende onderzoeksgroep die met gedegen analyses die het toezicht op het marktwerkingsbeleid ondersteunde. Vorig jaar ging hij daar met pensioen; in zijn ogen veel te vroeg en werd hij economisch adviseur bij The Brattle Group. Want het werk was nog niet gedaan.
Beleid op basis van analyse
Jarig was een beleidsanalist in hart en nieren. Economische analyse diende het hart te vormen van te voeren economisch beleid en zijn grootste allergie waren beleidsmakers, en ook academische economen, die van alles beweerden maar hun uitspraken en beleidskeuzes niet konden onderbouwen met economische feiten en analyses. Dat laatste, het beleid op economische analyse baseren, werd zijn levenswerk. Met volle energie en veel passie.
Rol als leermeester
Maar de betekenis van Jarig voor de Nederlandse economiebeoefening is ook op een andere manier groots geweest. Als hoogleraar macro-economie aan de Erasmus Universiteit en ook als grondlegger van de Beroepsopleiding Financieel-Economisch Beleidsmedewerker (BOFEB) leidde hij hele generaties van jonge economen op in het vak. Voor velen is en blijft Jarig een leermeester. Ook door zijn telgen zal het gedachtegoed van Jarig nog lang bij ons blijven.
“De liefde is niet grof en niet zelfzuchtig, ze laat zich niet boos maken en rekent het kwaad niet aan, ze verheugt zich niet over het onrecht maar vindt vreugde in de waarheid”. (1 Korintiërs 13:5-7).”
Te citeren als
Theo Roelandt, “In memoriam Jarig van Sinderen”,
Me Judice,
29 september 2020.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Afbeelding 'Jarig van Sinderen' door 'ECRI'