Wat heeft de overhand: kosteninflatie of vraagdeflatie?

Wat heeft de overhand: kosteninflatie of vraagdeflatie? image
Door 'Rikolto'
18 nov 2022

Oplopende kosten drijven de inflatie op in de eurozone, maar de afzwakkende vraag naar goederen en diensten zet juist een rem op de inflatie. Wat geeft de komende tijd de doorslag?

   

Recessies en inflatie

In mijn vorige column wees ik op de mogelijkheid dat de inflatie ook zonder verdere renteverhogingen van de ECB zal dalen. De economie koerst immers op een recessie af. De detailhandelsaankopen van huishoudens in het eurogebied liggen al vier maanden achtereen lager dan een jaar geleden. Minder consumentenvraag leidde in het verleden meestal ook tot minder vraag naar investeringsgoederen. Het inzakken van de vraag zorgt doorgaans voor een daling van de inflatie.

Mogen we verwachten dat de inflatie in de komende recessie opnieuw afneemt? De huidige omstandigheden wijken nogal af van een ''standaard vertrekpunt'' voor een recessie. Bedrijven kampen immers met scherp gestegen kosten door aanbodtekorten van grondstoffen, zoals aardgas en belangrijke inputs zoals kunstmest, chips en halfgeleiders. Ondernemingen rekenen de kostenstijgingen zoveel mogelijk door aan hun klanten, met hogere consumentenprijzen tot gevolg.

Misschien zijn ECB-bestuurders bereid een hoge prijs te betalen om de inflatie versneld omlaag te krijgen, zodat de reputatie van de ECB als hoeder van de prijsstabiliteit niet teveel schade oploopt, maar dat kan wel betekenen dat de recessie onnodig lang en diep wordt.

De inflatiestijging leidt vervolgens tot hogere looneisen wat de loonkosten opdrijft en daarmee de consumentenprijzen onder opwaartse druk houdt. Dit proces is in de eurozone momenteel nog in volle gang. Van de gevreesde loonprijs-spiraal is vooralsnog, overigens, geen sprake, getuige het feit dat de cao-lonen in de eerste twee kwartalen van dit jaar slechts met tweeënhalf tot drie procent zijn toegenomen. Nu de inflatie van dubbele cijfers dit jaar veel hoger uitpakt dan gedacht toen de looneis opgesteld werd, kunnen de vakbonden in 2023 echter met hogere looneisen komen. Zo heeft de Nederlandse vakbond FNV voor 2023 een looneis van 14,3% aangekondigd.  

Dus terwijl de inzakkende vraag neerwaartse druk zet op de inflatie, staat er opwaartse druk op de inflatie vanwege gestegen kosten. Wat de komende tijd zwaarder gaat wegen is de hamvraag waar ECB- bestuurders mee rondlopen. Bij het inzakken van de vraag, merkt de ECB overigens op dat dit nog niet echt op stoom is omdat in een aantal sectoren, zoals het toerisme, nog de nodige inhaalvraag plaatsvindt als nasleep van corona. Maar dit effect zal de komende tijd wegebben, vermoed ik.

Lessen uit het verleden

Wat leert het verleden ons? De aanbodschokken die de eurozone voor zijn kiezen heeft gekregen door de pandemie en daarna de oorlog in de Oekraïne, zijn van een omvang die het eurogebied niet eerder heeft meegemaakt.

Maar met minder extreme varianten van de combinatie van kosteninflatie en een beginnende recessie is het eurogebied op zich wel bekend, door bijvoorbeeld 2009 en 2020, toen de loonkosten per eenheid product omhoogschoten terwijl tegelijkertijd de bestedingen daalden. Dit laatste woog in beide gevallen zwaarder, getuige de forse afname van de inflatie in beide jaren (zie grafiek).

Hoe pakt het deze keer uit?

Vanuit de kosten houdt de opwaartse druk op de inflatie de komende kwartalen naar verwachting aan, onder ander vanuit de loonkosten. Ook als de loonstijgingen niet zouden toenemen gebeurt dat, omdat de arbeidsproductiviteitsgroei in het begin van recessies doorgaans afneemt en dus minder tegenwicht vormt voor de loonkostenstijgingen.

Maar de daling van de koopkracht zal de bestedingen onder druk zetten wat juist een forse neerwaartse druk op de inflatie te weeg zal brengen. De koopkrachtdaling is dit jaar groot, zodat de vraaguitval ook wel eens omvangrijk kan worden zodra het tijdens de pandemie gespaarde geld  opraakt.

Uit enquêtes blijkt dat bedrijven zelf verwachten dat ze hun prijzen de komende tijd nog flink zullen verhogen. Wij denken echter dat de inflatie, na 8,4% dit jaar, eind volgend jaar alweer gedaald is naar 2,6%.  

De ECB heeft nog een of twee renteverhogingen nodig om de rentestand niet langer stimulerend te laten zijn voor de economie. Als de rente wordt opgetrokken tot boven het neutrale niveau van circa twee tot drie procent, wordt de rente een extra rem op een toch al inzakkende economie.

Misschien zijn ECB-bestuurders bereid die prijs te betalen om de inflatie versneld omlaag te krijgen zodat de reputatie van de ECB als hoeder van de prijsstabiliteit niet teveel schade oploopt, maar dat kan wel betekenen dat de recessie onnodig lang en diep wordt.

Raoul Leering schrijft deze column op persoonlijke titel. De columns zijn op geen enkele wijze bedoeld als beleggingsadvies. Deze bijdrage verscheen reeds in De Financiële Telegraaf.

Te citeren als

Raoul Leering, “Wat heeft de overhand: kosteninflatie of vraagdeflatie?”, Me Judice, 18 november 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Door 'Rikolto'

Ontvang updates via e-mail