De Europese Centrale Bank (ECB) kijkt dit jaar met extra spanning naar de loononderhandelingen tussen vakbonden en werkgevers. Komt het tot de gevreesde loon-prijsspiraal? Dat zou de ECB dwingen om de rente meer te verhogen dan goed is voor het op peil houden van de economische groei.
Loonprijsspiraal
Het standaardantwoord van Europese centrale bankiers op de vraag hoe een loonprijsspiraal kan worden vermeden, is dat voorkomen moet worden dat een tijdelijke inflatieversnelling ook de verwachtingen van vakbonden over inflatie in de nabije toekomst opjaagt. Zodra dat gebeurt zullen vakbonden hogere looneisen stellen, wat een nieuwe ronde van hoge prijsstijgingen uitlokt, zo stellen de ECB’ers.
Wat de invloed van inflatie op de loonvorming betreft gaat het volgens de ECB dus vooral om de verwachtingen over de toekomstige inflatie. Alhoewel daar wel wat op af te dingen valt, omdat ook de inflatie uit het recente verleden in veel eurolanden een rol speelt in de loononderhandelingen, zijn de verwachtingen over de toekomst ontegenzeggelijk van belang bij veel Europese onderhandelingen.
Hoe vormen vakbonden hun verwachtingen over de inflatie?
Een interessante vraag die dit oproept, is hoe vakbonden hun verwachting over de toekomstige inflatie eigenlijk bepalen. Het goed voorspellen van inflatie is moeilijk, zo wijst het verleden uit. Vakbonden wagen zich er vaak niet aan en gaan meestal af op de officiële voorspellingen van semioverheidsinstellingen. Zo nemen Italiaanse bonden de voorspelling van hun nationaal bureau voor de statistiek als uitgangspunt in de cao-onderhandelingen. Ook in landen als Zweden, Nederland en Slovenië gaan vakbonden (deels) af op inflatievoorspellingen van semioverheidsinstellingen. Zo kijken de bonden in Nederland naar de voorspellingen van het CPB. Ook in België spelen inflatievoorspellingen van semioverheidsinstellingen een rol bij de loonvorming.
Het is onwenselijk dat deze werkwijze de mogelijkheid geeft voor semioverheidsinstellingen om het besluitvormingsproces bij de vakbonden in een bepaalde richting proberen te duwen.
Het opvallende hierbij is dat de semioverheidsinstellingen die de inflatie voorspellen, op hun beurt vaak weer naar vakbonden kijken bij het maken van hun voorspellingen. De aankomende loonkostenstijging is nou eenmaal van groot belang voor de inflatie. Bij het inschatten van de loonkostenstijging durven de rekenmeesters niet volledig te vertrouwen op de uitkomst van hun modelberekeningen, omdat die regelmatig rare uitkomsten op hebben geleverd. Daarom steken deze instellingen ook hun licht op bij de vakbonden om een indruk te krijgen waar het volgend jaar heen gaat met de loonkosten.
Wederzijdse afhankelijkheid
Zo zijn de ramingsinstituten en vakbonden dus in sommige eurolanden afhankelijk van elkaar. Dit is een situatie die in potentie risico’s met zich meebrengt. Op zich heb ik geen aanleiding om te twijfelen aan de integriteit van de nationale rekenmeesters. Het is desondanks echter wel onwenselijk dat deze werkwijze de mogelijkheid geeft voor deze semioverheidsinstellingen om het besluitvormingsproces bij de vakbonden in een bepaalde richting proberen te duwen.
Bijvoorbeeld in de richting die hun broodheer, de overheid, wenselijk acht. Hogere looneisen door een hoge inflatievoorspelling laten de huishoudboekjes van overheden in de eurozone namelijk niet onberoerd, aangezien overheden doorgaans de grootste werkgever in hun land zijn. Anderzijds is het voor overheden met hoge schulden juist weer voordelig als de inflatie hoog is, omdat geldontwaarding de reële waarde van hun schuld vermindert.
Verleiding
Of de overheid nou liever een lage of hoge inflatie ziet, het punt is dat zij een belang heeft bij de hoogte van inflatie en dat kan haar in de verleiding brengen om de inflatievoorspellers bij de semioverheidsinstellingen onder druk te zetten om de inflatieraming aan te passen.
Zonder ook maar een moment te willen beweren dat dit momenteel gebeurt of reeds heeft plaatsgevonden, merk ik hier wel graag even op dat in Nederland de FNV haar huidige inzet op herintroductie van de automatische aanpassing achteraf van de lonen aan de inflatie, onderbouwt met de verwijzing naar het feit dat de inflatie in vier van de afgelopen vijf jaren achteraf hoger uitviel dan door het CPB voorspeld werd ten tijden van het opstellen van de looneis. Dit getuigt niet van overmatig veel vertrouwen in de ramingen van het CPB. Het zou dan ook beter zijn als vakbonden hun inflatieramingen zelf maken of overnemen van economische bureaus die niet aan de overheid gelieerd zijn.
Raoul Leering schrijft deze column op persoonlijke titel. De columns zijn op geen enkele wijze bedoeld als beleggingsadvies. Deze bijdrage verscheen reeds in De Financiële Telegraaf.
Te citeren als
Raoul Leering, “Column: Inflatie inschatten is klus met risico’s”,
Me Judice,
29 april 2022.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Door '
FNV'