Taboes overboord
De omslag in het economische denken heeft veel taboes doen sneuvelen. De diepgewortelde terughoudendheid in Europa ten aanzien van het bijsturen van de golfbewegingen van de economie met monetair beleid is bijvoorbeeld losgelaten. Het globaliseringsgeloof wordt ook niet langer kritiekloos aangehangen, net als de loonmatigingsreligie. De fobie voor industriepolitiek is weggeëbd. Een laatste, maar zeker niet minst belangrijke, voorbeeld is het opheffen van het taboe op expansief begrotingsbeleid.
Bij het doorbreken van het taboe op het stimuleren van de economie via hogere overheidsuitgaven heeft Corona een belangrijke rol gespeeld. Overal zetten regeringen de schatkist de afgelopen jaren wagenwijd open om de economische gevolgen van de door henzelf ingestelde ‘lockdowns’ te bestrijden.
Meer aan de hand
Maar, het zijn niet alleen de bijzondere kenmerken van de coronacrisis die economen en beleidsmakers van gedachten hebben doen veranderen. Het denken over stimulerend begrotingsbeleid is ten principale veranderd. Dat blijkt onder andere uit het feit dat veel economen oplopende overheidsuitgaven en begrotingstekorten tegenwoordig weer durven te verdedigen met argumenten die decennialang taboe waren.
Pas als een toekomstige economische crisis gepaard gaat met onvrede over de economische politiek, kan meer marktgeoriënteerd beleid eventueel een comeback maken.
Ze wijzen er onder andere op dat het in landen zoals Duitsland in Nederland eigenlijk helemaal geen probleem is als de overheid tekorten heeft omdat huishoudens en bedrijven geld over hebben. Geld dat weggezet moet worden. Dan komt het juist goed van pas dat er overheden zijn die geld willen lenen.
Ook wordt is er tegenwoordig ruimte voor het argument dat veel overheden hun staatsschuld helemaal niet hoeven af te bouwen, omdat ze die schulden gewoon kunnen doorrollen. Overheden komen- in tegenstelling tot particulieren- immers niet te overlijden. Ook dit gegeven is niet nieuw, maar dit argument werd de afgelopen decennia doodgezwegen. Het veelgehoorde argument dat begrotingstekorten neerkomen op het doorschuiven van lasten naar de toekomst is dan ook eigenlijk alleen van toepassing op de rentebetalingen.
Hogere lastendruk
De hogere overheidsuitgaven in landen als de VS, Duitsland en Nederland, hebben ook andere gevolgen dan alleen hogere begrotingstekorten en oplopende staatsschulden. Overheden financieren de hogere uitgaven namelijk vaak ook door de belastingen te verhogen. Zo gaat in Nederland de belastingdruk gedurende deze kabinetsperiode met 9,5 miljard euro omhoog, waarvan het bedrijfsleven twee derde gaat betalen. De Amerikaanse president Biden wilde de belastingen voor bedrijven met 1000 miljard dollar verhogen om de fors hogere uitgaven aan, onder andere, infrastructuur, kinderopvang en sociale zekerheid te dekken. Weerstand vanuit zijn eigen partij zorgt ervoor dat dit niet volledig gerealiseerd zal worden, maar dat de lasten omhoog gaan is zo goed als onontkoombaar.
Waar hogere begrotingstekorten me op dit moment niet zo schadelijk lijken, twijfel ik of hogere belastingdruk voor bedrijven goed is voor de economie. Bij hogere lasten voor ondernemingen nemen de netto opbrengsten van investeringen af. Daarmee neemt de prikkel om te investeren af. Dat zorgt volgens de zogeheten ‘aanbodeconomen’ voor minder economische groei en een zwakkere werkgelegenheidsontwikkeling. Dit is de kerngedachte van deze economische ‘school’. Het gedachtegoed van deze economen, vormde de onderbouwing voor de neoliberale revolutie in het beleidsdenken begin jaren tachtig.
Economen durven de oplopende overheidsuitgaven en begrotingstekorten tegenwoordig weer te verdedigen met argumenten die decennialang taboe waren.
Volgens de aanbodeconomen heeft het geen nut om als overheid de recessies te bestrijden met groei van de overheidsuitgaven. Vooral niet als dat gefinancierd wordt door een verhoging van de belastingen. Dat zet een rem op de bedrijfsinvesteringen en berokkent schade aan de economie en de werkgelegenheid, zo stelden zij in de economische crisis van eind jaren zeventig, begin jaren tachtig. Dring de omvang van de overheid terug en verlaag de belastingen, zo luidde hun advies. Dat zou tot meer investeringen en meer arbeidsaanbod moeten leiden en zodoende een hogere economische groei, aldus de kern van hun aanbevelingen
De Amerikaanse president Ronald Reagan nam de adviezen gedeeltelijk over. Van een duidelijke omslag bij de overheidsuitgaven was geen sprake (denk aan de enorme defensie-uitgaven aan het Star Wars project). Maar Reagan verlaagde de belastingtarieven fors.
Roep om meer overheidsingrepen
De aanbodeconomen hebben het niet meer voor het zeggen. Na dertig jaar leidend te zijn geweest is het neoliberalisme vanaf de kredietcrisis uit de gratie geraakt en daarmee ook de aanbodeconomie. De vrije markt heeft in de ogen van velen niet gebracht wat de aanbodeconomen en andere pleitbezorgers van het neoliberalisme veertig jaar geleden beloofden. Op allerlei beleidsterreinen klinkt de roep om meer overheidsinvloed. De verhoging van de overheidsuitgaven is daar de weerslag van.
De aanbodeconomen hebben de tijdgeest nu tegen en worden veel minder gehoord. De collectieve uitgaven en de belastingdruk op bedrijven zullen naar mijn verwachting de komende jaren stijgen. Pas wanneer bij een volgende economische crisis een golf van maatschappelijke ontevredenheid ontstaat, kan de behoefte opkomen om de beleidsslinger weer de andere kant op te laten zwaaien. Dan kan een meer marktgeoriënteerd economisch beleid een ‘comeback’ maken. Economie is net mode!
Raoul Leering schrijft deze column op persoonlijke titel. De columns zijn op geen enkele wijze bedoeld als beleggingsadvies. Deze bijdrage verscheen reeds in De Financiële Telegraaf.
Te citeren als
Raoul Leering, “Column: Economen zijn trendgevoelig”,
Me Judice,
15 maart 2022.
Copyright
De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.
Afbeelding
Door 'Unsplash'