Column: Eén gemeenschappelijke munt voor Zuid Amerika is een slecht idee

Column: Eén gemeenschappelijke munt voor Zuid Amerika is een slecht idee image
Via 'Pixabay'
20 mei 2022

De beoogd presidentskandidaat van Brazilië Lula is voorstander van een gewaagd idee: een gemeenschappelijke munt voor Zuid Amerikaanse landen, om zo minder afhankelijk te worden van de dollar. Raoul Leering bespreekt in deze column waarom dit een slecht idee is.

Brazilië heeft, net als veel andere Zuid-Amerikaanse landen, een haat-liefdeverhouding met de Verenigde Staten. Aan de ene kant zijn de VS voor veel Brazilianen een voorbeeld hoe een groot land prima bestuurbaar kan zijn met goede publieke voorzieningen en een land waar je, zonder je in te hoeven laten met corruptie, goed geld kan verdienen door hard te werken. Tegelijkertijd worden de VS in Brazilië nog steeds geassocieerd met onwenselijke buitenlandse inmenging in binnenlandse politieke aangelegenheden, vanwege de Amerikaanse steun voor de militaire staatsgreep in de jaren zestig.

Het verraste dan ook niet dat Luiz Inácio Lula da Silva, de beoogd presidentskandidaat voor arbeiderspartij PT, begin deze maand een gewaagd idee aan zijn achterban poogde te verkopen door in te spelen op dit laatste sentiment. Bij de introductie van een gemeenschappelijke munt in Zuid-Amerika ‘’zijn we niet langer afhankelijk van de dollar’, aldus Lula’s onderbouwing.

Voordelen

Is een gemeenschappelijke munt voor Zuid Amerika of een deel ervan een goed idee? Monetaire unies brengen voordelen met zich mee. Zo zorgt het introduceren van een munt ervoor dat bij grensoverschrijdende handel de kosten van het omwisselen van valuta verdwijnen, evenals het financiële risico van tussentijdse valutaschommelingen. Daling van deze handelskosten stimuleert de onderlinge handel, wat voor welvaartswinst zorgt. Daarnaast is een valuta die in veel landen gebruikt wordt couranter dan een munt die ’slechts’ in een enkel land gangbaar is. Het is goedkoper om beleggers aan te trekken bij het uitgeven van schuldpapier in een valuta die in meerdere landen gangbaar is. Dit is het voordeel waar Lula aan refereerde in zijn toespraak.

Nadelen

Maar tegenover deze voordelen staan nadelen. Het belangrijkste nadeel is het opgeven van het eigen monetaire beleid, inclusief het wisselkoersbeleid. Dit is problematisch als de economische structuur van de deelnemende landen van elkaar verschillen. Neem het voorbeeld van twee landen waarvan één land gas exporteert en het andere land juist gas moet importeren. Bij gasprijsstijgingen leidt het gas importerende land welvaartsverlies, terwijl het gas exporterende landen juist extra geld binnen krijgt.

In een monetaire unie met deze twee landen komt de gemeenschappelijke centrale bank voor een dilemma te staan. Enerzijds moet de rente omlaag om de economie van land 1 te stimuleren. Anderzijds moet de rente juist omhoog om oververhitting van de economie van land 2 te voorkomen. Daarnaast zou het land 1 goed uitkomen als de gemeenschappelijke munt voor het buitenland goedkoper wordt, want dan kan de export groeien. Land 2 heeft in haar strijd tegen oververhitting juist behoefte aan een duurdere munt, want daarmee neemt de importinflatie af.

Het belangrijkste nadeel is het opgeven van het eigen monetaire beleid, inclusief het wisselkoersbeleid.

Omdat de economieën van de deelnemende landen aan de monetaire unie nooit precies dezelfde structuur zullen hebben, zal het beleid van de gemeenschappelijke centrale bank dus altijd een soort gemiddelde moeten zijn van wat wenselijk is voor individuele landen.

Schokken

Dus er is meer nodig om de onevenwichtigheden te kunnen corrigeren. Bij economische schokken die van buiten het gebied komen, zoals een sterk stijgende gasprijs, zal de werkgelegenheid in het ene land onder druk komen te staan en in het andere land gestimuleerd worden. Dan is het handig als het loon zich in het land waar de werkloosheid oploopt snel aanpast in neerwaartse zin aan de nieuwe situatie om werkgelegenheid te behouden of, als behoud niet haalbaar is, elders nieuwe banen te creëren.

Als er onvoldoende loonflexibiliteit is, kan arbeidsmigratie uitkomst bieden. Dat wil zeggen dat werklozen in Zuid-Amerika bereid moeten zijn om naar een ander land binnen de muntunie te verhuizen om aan werk te kunnen komen.

Kosten-batenanalyses van een gemeenschappelijke munt voor Zuid-Amerika laten zien dat de economische nadelen op dit moment groter zijn dan de voordelen.

Als deze loonflexibiliteit en arbeidsmigratie in Zuid-Amerika er in onvoldoende mate aanwezig zijn, zullen economische schokken in de muntunie in het ene land voor meer werkloosheid zorgen dan in het andere land. Dan is het voor het getroffen land lastig dat het haar munt niet kan afwaarderen ten opzichte van de andere landen uit de monetaire unie. Ook zal het niet zo makkelijk als bij monetaire zelfstandigheid de economie kunnen stimuleren via een lagere rente.

Op basis van deze en enkele andere voor- en nadelen, hebben economen de afgelopen jaren de nodige kosten-batenanalyses gemaakt van een gemeenschappelijke munt voor Zuid-Amerika. De uitkomst is steeds dat de economische nadelen op dit moment groter zijn dan de voordelen.

Risico’s

Maar ook al zouden de Zuid Amerikaanse economieën - of enkele ervan - de komende tijd meer op elkaar gaan lijken en de arbeidsmarktflexibiliteit toe gaan nemen, dan nog brengt een monetaire unie risico’s met zich mee. Het voornaamste risico is dat er een gemeenschappelijke rekening komt indien er een schuldencrisis ontstaat. Europa heeft tijdens de eurocrisis hardhandig kennis gemaakt met dit risico.

In de eurozone ging in 1999 de monetaire unie in Europa van start met de afspraak dat landen volledig zelf verantwoordelijk zouden zijn voor hun eigen schulden. Maar toen in 2010 puntje bij paaltje kwam, bleek Griekenland niet in staat om de crisis in de overheidsfinanciën  zelfstandig op te kunnen lossen en moesten de andere eurolanden te hulp schieten met leningen tegen voorwaarden die veel gunstiger waren dan op de markt verkrijgbaar waren. Bovendien, mede omdat de Griekse schuldencrisis in de markt ook tot twijfels leidde over de afbetalingscapaciteit van andere perifere EMU-landen, zoals Italië, ‘moest’ de Europese centrale bank grootscheeps ingrijpen  om de overheidsschulden voor de perifere landen betaalbaar te houden.

Hiermee werd duidelijk dat monetaire unies zonder enige vorm van gemeenschappelijke achtervang makkelijk op een mislukking uit kunnen lopen. Al zouden Zuid-Amerikaanse landen, of een deel ervan, voldoende naar elkaar toegroeien om een monetaire unie profijtelijk te laten zijn, dan nog ligt er een belangrijke politieke vraag op tafel.

Is er voldoende solidariteit tussen de landen om elkaar financieel te hulp te schieten als één van de overheden van deze landen in betalingsproblemen komt? Afgaande op het verleden is de kans op een nieuwe schuldencrisis in Zuid-Amerika reëel. De afgelopen vijftig jaar is het immers maar liefst vijftig maal voorgekomen dat een Zuid-Amerikaanse overheid zijn schuldverplichtingen niet geheel kon nakomen. Het zou mij niet verbazen als die solidariteit onvoldoende zal blijken als puntje bij paaltje komt. Dus: ’bezint eer ge begint’

Raoul Leering schrijft deze column op persoonlijke titel. De columns zijn op geen enkele wijze bedoeld als beleggingsadvies. Deze bijdrage verscheen reeds in De Financiële Telegraaf.

Te citeren als

Raoul Leering, “Column: Eén gemeenschappelijke munt voor Zuid Amerika is een slecht idee”, Me Judice, 20 mei 2022.

Copyright

De titel en eerste zinnen van dit artikel mogen zonder toestemming worden overgenomen met de bronvermelding Me Judice en, indien online, een link naar het artikel. Volledige overname is slechts beperkt toegestaan. Voor meer informatie, zie onze copyright richtlijnen.

Afbeelding
Via 'Pixabay'

Ontvang updates via e-mail